Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken
Maanzaad als dopingvalkuil(22-08-2005)
"Het zat in de tandpasta". "Het was voor mijn hond". De excuses van op
doping betrapte sporters zijn soms erg verrassend. Maar "Het zat in
mijn muffin" is een excuus dat inderdaad enkele wetenschappelijke
gronden heeft. Over het maanzaadrisico voor topsporters.
Het NeCeDo heeft de laatste weken enkele vragen gekregen over de
risico's van het eten van maanzaadhoudende consumpties voor
topsporters. Op een uitzending van Discovery Channel werd gewaarschuwd
dat sporters positief kunnen testen bij een dopingcontrole als zij
maanzaad gebruiken. Ook op internet is veel informatie te vinden over
de "poppy seed defence". Nu is het zeker niet zo dat sporters geen
maanzaad meer kunnen eten, maar enige voorzichtigheid is wel gewenst.
De achterliggende fysiologie
Maanzaad is een papaversoort en bevat kleine hoeveelheden morfine en
morfine-achtige stoffen. Hierdoor kan de consumptie van maanzaad
leiden tot een positieve dopingcontrole op morfine. Morfine wordt door
de dopinglaboratoria pas gerapporteerd als de concentratie in de urine
groter is dan één microgram per milliliter. Deze grenswaarde is in
1991 geïntroduceerd om onbedoelde positieve uitslagen te voorkomen,
maar de grenswaarde sluit dit nog niet helemaal uit. Tot 48 uur na de
inname van een grote hoeveelheid maanzaad kan deze grenswaarde
overschreden worden.
De betreffende consumptieartikelen
Het probleem kan zich voordoen bij papaver-houdende artikelen als
maanzaad-cake, muffins en bagels en maanzaadthee. Bovendien kan het
gebruik van het (toegestane) geneesmiddel codeïne de concentratie
morfine in de urine nog verhogen. Het is helaas onmogelijk om op
voorhand aan te geven hoeveel gram een sporter precies kan innemen om
"veilig" een dopingcontrole te doorstaan. Dit komt doordat ieder
individu de papaver anders verteert, en bovendien is het van de
buitenkant onmogelijk vast te stellen hoeveel actieve stof er in de
maanzaadjes zitten: dit wisselt sterk per merk en per geproduceerde
batch. Het zijn immers natuurproducten, en per oogst kan de
hoeveelheid papaver behoorlijk schommelen. In algemene zin kan wel
gesteld worden dat men in de gevarenzone komt als er twee gram of meer
aan maanzaad wordt ingenomen. Dit betekent dat een maanzaadboterham of
maanzaadbolletje probleemloos geconsumeerd kan worden. Maar als een
plakje cake of een muffin propvol kleine zwarte zaadjes zit, dan is
een positieve plas niet uit te sluiten. En aangezien er achteraf niet
kan worden vastgesteld of deze is veroorzaakt door maanzaad of door
morfine-gebruik, zal er een tuchtzaak volgen.
Hoe te handelen
Een topsporter moet er rekening mee houden dat hij of zij enkele uren
na de inname van relatief grote hoeveelheden maanzaad positief kan
testen bij een eventuele dopingcontrole. In een enkel geval kan deze
risicoperiode zelfs 48 uur beslaan. Bij onaangekondigde
dopingcontroles buiten wedstrijdverband wordt overigens niet
gecontroleerd op de groep narcotica, en dus ook niet op morfine. Dit
betekent dat een topsporter op trainingsdagen best een "poppy seed
muffin" kan eten of papaverhoudende kruidenthee kan drinken. Maar
vanaf de dag voorafgaande aan de wedstrijddag kunnen maanzaadhoudende
etenswaren voor alle zekerheid beter vermeden worden.
Literatuur
· Thevis M et al. (2003). "Urinary concentrations of morphine and
codeine after consumption of poppy seeds." J Anal Toxicol 27(1): 53-6.
· Van Thuyne W et al. (2003). "Urinary concentrations of morphine
after the administration of herbal teas containing Papaveris fructus
in relation to doping analysis." J Chromatogr B Analyt Technol Biomed
Life Sci 785(2): 245-251.
· Vandevenne M et al. (2000). "Detection time of drugs of abuse in
urine." Acta Clin Belg 55(6): 323-33.
· Yonamine M et al. (2004). "Non-intentional doping in sports." Sports
Med 34(11): 697-704.