Persberichten
Rotterdam, 17 augustus 2005
Verdachte bommelding trein alsnog opgespoord
In samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de
Spoorwegpolitie heeft het Openbaar Ministerie in Rotterdam de
verdachte achterhaald van een bommelding op 1 december 2004. Het gaat
om een 35-jarige Amsterdammer die al op verdenking van andere feiten
vastzit.
Op 1 december 2004 werd op Rotterdam Centraal Station de trein
Eindhoven-Den Haag stilgezet na een telefonische melding dat zich in
de trein een man met een handgranaat zou bevinden. Om
veiligheidsredenen werd al het treinverkeer naar CS na de melding
stilgelegd en het station ontruimd. De maatregelen leidden tot zeer
veel overlast. De politie doorzocht de trein maar een man met een
handgranaat werd niet gevonden.
Aanvankelijk had het onderzoek geen resultaat. Maar het laten horen
van de valse melding bij Opsporing Verzocht op 3 januari 2005 leverde
een aantal tips op. Bovendien werd bij het Nederlands Forensisch
Instituut (NFI) ontdekt dat de bandopname leek op een andere (valse)
melding die aan het NFI was voorgelegd. De tips en de vergelijking
leverden de identiteit van de vermoedelijke dader op.
De man wordt nu als verdachte aangemerkt van vier valse meldingen. Het
gaat behalve het incident in de trein op 1 december 2004 in Rotterdam
om bommeldingen op 27 november 2002 (eveneens in Rotterdam) en Assen
op 4 december 2002. Daarnaast wordt hij verdacht van een (valse)
melding dat er een man met een vuurwapen in een trein zou zitten op 20
april 2004 in Zwolle.
Al deze meldingen leidden tot forse overlast omdat
veiligheidsmaatregelen moesten worden genomen.
Openbaar Ministerie