Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
17 augustus 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.02025
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040518300
Onderwerp
station Watergraafsmeer

Geachte voorzitter,

Bij deze stuur ik u mijn antwoorden op de kamervraag nr. 2040518300 van het lid
Van Hijum over realisatie van het station Watergraafsmeer.


1
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot het realiseren van het treinstation Watergraafsmeer?

Amsterdam heeft het station opgenomen in het programma Regionet. Voor Regionet voeren de overheden met Prorail en NS een planstudie uit die moet uitmonden in een gezamenlijk vast te stellen
investeringsprogramma. Met de regionale overheden is een afspraak gemaakt in het kader van de BOR-overeenkomst dat zij in samenwerking met de spoorsector een programma van kleine infrastructuurprojecten samenstellen voor een verbetering van de regionale bereikbaarheid op het spoor. Voor dit programma Regionet is in het realisatieprogramma van de begroting 2005 van het Infrastructuurfonds E 170 mln gereserveerd. Voor het station zelf wordt momenteel een ontwerp uitgewerkt; de gemeente heeft daarbij bovenop de normen en eisen voor een basisstation aanvullende wensen geformuleerd, waarvoor zij de kosten zal dragen. Naar verwachting zullen de studie en de daarmee samenhangende onderhandelingen tussen de studerende partijen in de herfst worden afgerond, waarna de resultaten ter beoordeling en beschikking aan mij zullen worden voorgelegd.

Het station was al opgenomen als te openen station in het overgangscontract 2 tussen Staat en NS uit het jaar 2000. Het bleek twijfelachtig of het station de vereiste duizend nieuwe in- en uitstappers wel kan halen. Als alternatief was een snelle, hoogfrequente busverbinding met de bestaande stations Muiderpoort en Amstel in discussie (zie de vragen van de heer Duijvendak en mijn antwoord daarop van 25 mei 2004, onder nummer DGP/SPO/U.04.01562). In de planstudie Regionet wordt uitgegaan van aanleg van het station. Voor bediening twee keer per uur zijn benuttingsopties in beeld; vier keer per uur vergt, voor zo ver tot nu toe bekend, aanleg van nieuw spoor.

Het uiteindelijke programma zal op rijksniveau aan de geldende regels en beleidsnormen worden getoetst. Het gaat daarbij onder meer om de norm van duizend nieuwe in- en uitstappers. Deze norm beoogt niet alleen kostendekkende exploitatie door NS mogelijk te maken, maar is een ondergrens vanuit het rijksbeleid voor doelgericht spoorvervoer. Immers, iedere extra stop kan de robuustheid en betrouwbaarheid van de dienstregeling verslechteren en leidt tot verlenging van de reistijd voor andere reizigers. Bij het onderhavige station zijn deze vragen alle concreet aan de orde; mogelijke oplossing ervan is onderdeel van de lopende studie.


2
Stelt de NS zich nog steeds op het in het vervoer- en beheerplan 2005 geformuleerde standpunt waaruit blijkt dat de NS niet bereid is het station Watergraafsmeer te bedienen vanwege een verwachte forse negatieve exploitatie en op langere termijn een probleem met inpassing in de infrastructuur? Zo ja, kunt u dit nader toelichten?

Ja. NS heeft wel in het vervoerplan 2005 aangegeven de mogelijkheden voor opening van het station te bezien. De hiervoor genoemde planstudie over inhoud en opzet van Regionet dient om deze mogelijkheden te expliciteren. Ik reken erop dat de partijen (overheden, NS en ProRail) respectievelijke voor- en nadelen van verschillende oplossingsrichtingen zullen analyseren en mij op die basis een voorstel voor de invulling van Regionet zullen voorleggen.


3
Is het waar dat een belangrijk motief voor realisatie van het station Watergraafsmeer, de ontwikkeling van het science park, door een gebrek aan financiële middelen bij de Universiteit van Amsterdam deels op losse schroeven staat? Zo ja, wat betekent dit voor de destijds berekende opstappers en arbeidsplaatsen?

Dat is een vraag die de gemeente kan beantwoorden in de onderbouwing van de plannen. Voor dit station gelden van rijkszijde dezelfde normen als voor andere voorgestelde stations. De uiteindelijke beslissing tot aanleg en bediening zal afhangen van de op dat moment meest recente inzichten in gerealiseerde en te verwachten reizigersstromen.


4
Wat zijn de gevolgen van realisatie van het station Watergraafsmeer voor de capaciteit van sport en groen in het gebied?

De eventuele aanleg van het station is mede afhankelijk van het aantal nieuwe in- en uitstappers en hangt samen met de in de nabijheid van het station te realiseren bedrijvigheid en bewoning. De bouw van die laatste is, naar ik begrijp, voorzien op de bestaande sportvelden in de buurt van het eventueel te bouwen station. Dit is uiteraard de bevoegdheid van de lokale overheid.


5
Bent u bereid, voordat een eventuele beschikking wordt afgegeven, alle voor- en nadelen en de weging daarvan in een brief aan de Kamer nader toe te lichten?

Het project is al meerdere jaren opgenomen in de begroting. Afgifte van de beschikking is niet op korte termijn voorzien. De behandeling van het MIT of de begroting is de gelegenheid om het debat te voeren. Indien tijdig beschikbaar zal ik u voorafgaand aan de behandeling van het MIT over de uitkomsten van de studie informeren.

Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs