Den Haag, 15 augustus 2005
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over de kwaliteit van farmaceutische zorgverlening door dienstapotheken
* Bent u bekend met het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg waarin wordt geconstateerd dat de kwaliteit van de farmaceutische zorgverlening door dienstapotheken onvoldoende is?
* Wat vindt u ervan dat een dienstapotheek in veel gevallen geneesmiddelen verstrekt zonder kennis van de medicatiehistorie van de patiënt? Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat deze gang van zaken te wijten is aan het ontbreken van technische faciliteiten? Wiens verantwoordelijkheid is het om dit te verbeteren?
* Wat moet er gebeuren om de medicatiebewaking te kunnen garanderen voor de toekomst?
* Wat is uw reactie op het feit dat door de centralisatie van dienstverlening, de afstand van de woonplaats tot de dienstapotheek soms meer dan 30 km bedraagt? Realiseert u zich dat de NAN-norm van 20 minuten dan niet kan worden gehaald en dat de bereikbaarheid van de zorgverlening hierdoor in het gedrang komt? Wat bent u van plan om hieraan te doen?
* Deelt u de mening dat de farmaceutische zorgverlening zou kunnen worden verbeterd door richtlijnen en normen te ontwikkelen voor de avond-, nacht- en weekenddiensten? Zo ja, wat gaat u hiervoor ondernemen?
"Nieuwe diensstructuur apotheken: medicatiebewaking niet sluitend", Inspectie voor de Gezondheidszorg, juni 2005.
Partij van de Arbeid