Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
15 augustus 2005
Ons kenmerk
SDG 2005/2387/13815
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040518460
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van het lid Duyvendak aan de minister van Verkeer en Waterstaat over het onderhoud van schouwpaden langs het Julianakanaal.

Bent u ermee bekend dat de schouwpaden die Rijkswaterstaat beheert langs het Julianakanaal in de gemeenten Stein, Sittard-Geleen en Meerssen reeds meerdere jaren in zeer slechte staat van onderhoud verkeren, wat voor recreatief medegebruik gevaarlijke situaties kan opleveren?

Ja. Om gevaarlijke situaties te voorkomen zijn dan ook de zeer slechte gedeelten van de inspectiepaden afgesloten voor recreatief medegebruik.

Bent u ermee bekend dat deze schouwpaden intensief gebruikt worden voor toerisme en recreatie en onderdeel uitmaken van onder andere de landelijke fietsroute LF3 (Maasroute) en de fietsrouteknooppunten in de Nederlands- Belgische grensregio?

Ja.

Bent u ermee bekend dat de betreffende gemeenten de paden vanuit recreatief oogpunt zo belangrijk vinden dat zij Rijkswaterstaat hebben aangeboden substantieel bij te dragen in de onderhoudskosten?

Eind 2004 is er overleg geweest op initiatief van de gemeente Stein. Hierbij waren betrokken de gemeente Sittard-Geleen, de gemeente Meerssen, Rijkswaterstaat Limburg en de provincie Limburg. Alleen de gemeente Stein heeft toen toegezegd een bijdrage te willen leveren aan de onderhoudskosten van de inspectiepaden. De gemeente Meerssen heeft op 14 juli 2005 een brief gestuurd aan het ministerie van Verkeer en waterstaat dat zij bereid is een bijdrage te leveren. De bijdrage van de gemeente Stein en de gemeente Meerssen bedraagt ongeveer 20 % van de totale investering benodigd voor het onderhoud aan de inspectiepaden binnen hun gemeentegrenzen. Daarbij gaat het om ca 7 km van de in totaal ruim 18 km. De overige gemeenten hebben nog geen bijdrage toegezegd.

Bent u ermee bekend dat Rijkswaterstaat aan de gemeente Stein heeft laten weten geen onderhoud aan de paden te willen plegen?

Ja, Rijkswaterstaat heeft laten weten geen prioriteit te geven aan het onderhoud van deze inspectiepaden. Voor het functioneren van het Julianakanaal zelf is de staat van onderhoud van de inspectiepaden geen probleem. Een groot deel van het inspectiewerk wordt door Rijkswaterstaat, anders dan bij de aanleg van het kanaal gedacht, uitgevoerd met een auto vanaf de weg langs het kanaal. Waar dat niet mogelijk is gebeurt dat lokaal te voet over het inspectiepad. Dat pad is ook in de huidige slechte toestand daarvoor voldoende.

Zoals ik in het Plan van aanpak beheer en onderhoud Rijkswaterwegen (bijlage bij mijn Begroting van 2004) heb aangegeven, geef ik prioriteit aan achtereenvolgens de volgende functies van de waterwegen: veiligheid (zowel ten aanzien van de aan- en afvoer van water als ten aanzien van de scheepvaart), waterkwaliteit en transport op hoofdtransportassen en hoofdvaarwegen en overige functies, waaronder ook recreatie. Het onderhoud aan de inspectiepaden heeft zodoende een lagere prioriteit dan het onderhoud aan de kunstwerken, oevers en bodem dat noodzakelijk is voor de transportfunctie van de Maas en het Julianakanaal.

Herinnert u zich uw standpunt - in uw reactie op de initiatiefnota Wandeloffensief - dat "bij Rijksprojecten altijd is bezien waar recreatief medegebruik van de oevers langs vaarwegen mogelijk is en daaraan is meegewerkt"?

Ja. Ik werk in principe altijd mee aan recreatief medegebruik van oevers langs rijksvaarwegen, tenzij er redenen zijn waarom dat niet mogelijk of wenselijk is. Die redenen kunnen betrekking hebben op zaken als veiligheid of natuurbelang, maar ook heel praktisch op de hoeveelheid financiële middelen die mij ter beschikking staat voor maatregelen om onder andere de inspectie van de vaarwegen via deze paden mogelijk te maken. Daarnaast ben ik van mening dat de financiering van maatregelen die nodig zijn voor het recreatief medegebruik van de inspectiepaden (bijvoorbeeld in de vorm van wandel- en fietspaden over de oevers) in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van met name de decentrale overheden.

Hoe rijmt u uw standpunt met de ontstane situatie, waarin recreatief medegebruik klaarblijkelijk mogelijk is - het vindt immers al plaats - maar Rijkswaterstaat hier niet (meer) aan meewerkt?

Zie het antwoord op de vragen 4 en 5.

Deelt u het standpunt dat, aangezien Rijkswaterstaat de schouwpaden niet voor recreatief medegebruik heeft afgesloten, Rijkswaterstaat de plicht heeft de paden voor recreatief medegebruik te onderhouden, omdat er anders geen sprake is van "meewerken aan recreatief medegebruik waar dat recreatief medegebruik mogelijk is"?

Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven, zijn de zeer slechte gedeelten van de inspectiepaden afgesloten voor recreatief medegebruik. En verder betekent 'meewerken aan recreatief medegebruik' voor mij niet dat ik de kosten betaal voor maatregelen die nodig zijn voor het recreatief medegebruik van de inspectiepaden (bijvoorbeeld in de vorm van wandel- en fietspaden over de oevers). Als de betreffende decentrale overheden van mening zijn dat de schouwpaden vanuit recreatief oogpunt van groot belang zijn, verwacht ik van hen ook dat zij bereid zijn tot financiering van de maatregelen die nodig zijn voor deze recreatieve functie van de inspectiepaden.

Bent u bereid Rijkswaterstaat opdracht te geven het onderhoud van de schouwpaden zo spoedig mogelijk uit te voeren, al dan niet met een financiële bijdrage van gemeenten en provincie? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Zoals ik aangegeven heb in het antwoord op vraag 4, is onderhoud van de inspectiepaden voor het functioneren van het kanaal niet nodig. Indien de regionale overheden bereid zijn om substantieel bij te dragen in de kosten voor maatregelen ten behoeve van de recreatieve functie van de inspectiepaden, ben ik bereid om in overleg te bekijken wat daarvoor de meest wenselijke functionaliteit

van de inspectiepaden is en hoe de kostenverdeling daarbij zal zijn. Het huidige aanbod van de gemeenten acht ik niet voldoende. Hoewel ik van mening ben dat het initiatief bij de regionale overheden dient te liggen zal ik de Rijkswaterstaat vragen het overleg hierover te organiseren. Van dit overleg hangt af of en wanneer onderhoud aan de inspectiepaden uitgevoerd zal worden.

Is het de betreffende gemeenten en provincie toegestaan hun eventuele vrijwillige bijdrage aan het onderhoud van de schouwpaden te betalen uit de Brede Doel Uitkering? Zo neen, waarom niet?

De Brede Doel Uitkering is bestemd voor verkeer- en vervoerbeleid, niet voor de aanleg en het onderhoud van recreatieve voorzieningen. Indien de betreffende decentrale overheden van mening zijn dat de schouwpaden langs het Julianakanaal - en in het bijzonder de landelijke fietsroute LF3 - ook van belang zijn vanwege hun verbindende functie voor het fietsverkeer, dan kunnen zij voor het onderhoud ook de BDU -gelden aanwenden.


1) Brief B&W van Stein, 19 mei 2005, kenmerk 2005/801/2VOW
2) Brief RWS Limburg, 14 april 2005, kenmerk MM 2005/396
3) Kamerstuk 29 892, nr. 2

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs