Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
15 augustus 2005
Ons kenmerk
DGTL/05.005750
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)
2 (waarvan 1 bijlage niet electronisch)
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Mededeling van een aanwijzing als bedoeld in artikel 12 van de Regeling Inspectie Verkeer en Waterstaat 2002

Geachte voorzitter,

Zoals u wellicht bekend is, is door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen geoordeeld dat de Nederlandse wettelijke voorwaarden voor de afgifte van een zeebrief ten behoeve van een zeeschip, met het recht de Nederlandse vlag op dat schip te voeren, in strijd is met het EG-Verdrag. Het Hof is van oordeel dat de huidige wetgeving een belemmering is van het in het EG-Verdrag neergelegde recht van vrije vestiging. Een kopie van dat arrest is als bijlage bijgevoegd. De nationale wetgeving moet derhalve op dat punt worden gewijzigd. Het daartoe strekkende wetsvoorstel is in voorbereiding. Het streven is het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in procedure te brengen.

Om te bewerkstelligen dat nu reeds zo veel mogelijk uitvoering wordt gegeven aan het bedoelde arrest, heb ik aan de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat een bijzondere aanwijzing gegeven. Overeenkomstig artikel 12 van de Regeling Inspectie Verkeer en Waterstaat 2002 treft u die aanwijzing als bijlage aan. Voor de strekking ervan moge kortheidshalve worden verwezen naar de bijlage.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs

Contactpersoon
Huyser/Gijzen
Datum
15 augustus 2005
Ons kenmerk
DGTL/05-005751
Doorkiesnummer
1326/8033
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Uitvoering van het arrest van 14 oktober 2004 van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen

Geachte heer De Leeuw,

Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende.

Zoals u bekend, heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op

14 oktober 2004 arrest gewezen in zaak C-299/02 betreffende de Nederlandse wettelijke voorwaarden voor de afgifte van een zeebrief ten behoeve van een zeeschip, met het recht de Nederlandse vlag op dat schip te voeren. Daarbij heeft het Hof geoordeeld dat die regeling in strijd is met het EG-Verdrag. Als gevolg van dat arrest zal (o.m.) artikel 311 van het Wetboek van Koophandel (verder: WvK) niet in de huidige vorm gehandhaafd kunnen blijven. De noodzakelijke wijzigingen van de huidige wetgeving zullen zo spoedig mogelijk tot stand worden gebracht.

Om te bewerkstelligen dat zo veel mogelijk uitvoering wordt gegeven aan het arrest, verzoek ik u om vooruitlopend op de totstandkoming van de aanpassingswetgeving met onmiddellijke ingang bij de afgifte van de verklaring, bedoeld in artikel 311a WvK, ten bewijze dat aan de vereisten van artikel 311 WvK wordt voldaan, de met het EG-recht strijdige eisen inzake nationaliteit en beheersvoering buiten toepassing te laten en de volgende lijn te hanteren. Deze lijn sluit aan bij de reeds door de inspectie gehanteerde handelwijze om zoveel mogelijk feitelijk uitvoering te geven aan genoemd arrest.
Indien bij de IVW door een reder een verzoek wordt ingediend tot afgifte van een verklaring dat met betrekking tot zijn schip wordt voldaan aan de in artikel 311 WvK bedoelde vereisten, wordt die verklaring afgegeven indien:

- het schip toebehoort aan een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen die de nationaliteit van een de lidstaten van de EU of van een van de landen partij bij de EER bezitten;

- die natuurlijke personen of rechtspersonen het zeescheepvaartbedrijf uitoefenen in Nederland vanuit een vestiging of nevenvestiging als bedoeld in artikel 3 van de Handelsregisterwet 1996;

- de dagelijkse leiding over die vestiging berust bij een of meer natuurlijke personen die beschikken over voldoende vertegenwoordigingsbevoegdheid inzake alle met het beheer over het schip verband houdende aangelegenheden betreffende het schip, de kapitein en de overige leden van de bemanning.
Een rechtspersoon als bedoeld onder het eerste gedachtestreepje is een rechtspersoon die voldoet aan de in artikel 311, derde lid, van het WvK genoemde vereisten, waarbij de onderdelen a en b, te weten de nationaliteitseisen met betrekking tot de aandeelhouders en de bestuurders, buiten toepassing worden gelaten. Er worden evenmin eisen gesteld met betrekking tot de nationaliteit van de personen die de dagelijkse leiding vormen. De dagelijkse leiding sluit, gezien het mondiale karakter van de zeescheepvaart, in dat er (bijna) altijd ten minste één persoon is die onverwijld kan handelen in situaties waarin dat geboden is. Deze lijn is van overeenkomstige toepassing op de vergelijkbare vereisten van artikel 3 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting.

Conform artikel 12 van de Regeling Inspectie Verkeer en Waterstaat 2002 heb ik van deze aanwijzing mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten- Generaal.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs