Inspectie Werk en Inkomen
Directie Toezicht gemeenten
en overige bestuursorganen
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 11563
De heer mr. A.J. de Geus 2502 AN Den Haag
Postbus 90801 Prinses Beatrixlaan 82
2509 LV DEN HAAG 2595 AL Den Haag
Telefoon (070) 304 44 44
Fax (070) 304 44 45
www.iwiweb.nl
Contactpersoon Datum 6 juli 2005
Doorkiesnummer Uw kenmerk
E-mail Ons kenmerk 2005/3397
Onderwerp Oordeel Inspectie Werk en Inkomen over jaarrekening 2004 Sociaal-Economische Raad
Geachte heer De Geus,
In het jaarverslag IWI 2004 heb ik gemeld dat de inspectie op een later tijdstip met het oordeel
over de jaarrekening 2004 van de Sociaal-Economische Raad (SER) komt. De reden hiervoor is
dat de SER zijn jaarrekening na het verslag van de inspectie aan u hoeft aan te bieden (de wet-
telijke termijn hiervoor is 1 juli). Inmiddels heeft de SER zijn jaarrekening 2004 aan u aange-
boden. Het oordeel van de inspectie over deze jaarrekening 2004 treft u hierna aan. U kunt dit
oordeel gebruiken bij uw overwegingen om al dan niet in te stemmen met de jaarrekening SER
2004.
Oordeel inspectie jaarrekening SER 2004
De inspectie heeft de jaarrekening SER 2004 beoordeeld aan de hand van de eisen vastgelegd
in wet- en regelgeving, het Beoordelingskader toezichtinformatie SER en de Verordening fi-
nanciën bedrijfslichamen 1999. De SER hanteert de formeel niet op hem van toepassing zijnde
Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 als uitgangspunt voor de eigen financiële ver-
antwoording.
Op basis van de beoordeling is de inspectie van oordeel dat de jaarrekening SER 2004 een juist
en getrouw beeld geeft van de uitgaven van de SER in het kader van de uitoefening van haar
taken. De jaarrekening SER 2004 gaat vergezeld van een goedkeurende accountantsverklaring.
Oordeel minister van Financiën jaarrekening SER 2004
Het onderdeel `Dienst uitvoering Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (WABB)' van de jaarre-
kening SER 2004 heeft de inspectie voorgelegd aan de minister van Financiën. De dienst uit-
voering WABB in de jaarrekening 2004 geeft voor de minister van Financiën geen aanleiding
tot het maken van opmerkingen.
Aandachtspunten jaarrekening SER 2004
Bij de beoordeling van de jaarrekening SER 2004 heeft de inspectie twee punten die de ko-
mende jaren aandacht behoeven:
· De inspectie constateert net als in de afgelopen jaren dat de SER voor wat betreft de
Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) er
door middel van het stapsgewijs verlagen van de heffingspercentages niet in geslaagd is
Stuknummer 6
om de reserves voor de Wet op de ondernemingsraden (Wor) tot gewenste en begrote
proporties terug te brengen. Hieraan liggen volgens de SER verschillende redenen ten
grondslag. De inspectie is echter van mening dat deze redenen geen afdoende verkla-
ring bieden voor het wederom stapsgewijs verlagen van de heffingspercentages in 2004
in relatie tot de ervaringen hiermee in de voorgaande jaren. De jaarrekening 2004 biedt
hierin volgens de inspectie onvoldoende onderbouwing en inzicht. Hetzelfde geldt voor
de bestemming van de Wor-reserves.
In hun reactie op dit aandachtspunt geeft de SER aan dat de inkomsten en uitgaven zo
realistisch mogelijk zijn begroot op grond van objectieve gegevens en verwachtingen
van deskundige instituten zoals het CPB, UWV en GBIO. Volgens de SER kan het hun
niet worden aangerekend dat de economische verwachtingen mee- of tegen vallen en
het kan ook geen reden zijn voor de SER om voor komende jaren van hun verwachti-
gen af te wijken. Verder maakt de SER in zijn reactie, evenals als in de jaarrekening
SER 2004, duidelijk dat zij een verdergaande maatregel (eenmalige halvering van de
heffingen) in overweging heeft om in te teren op de Wor-reserves. De inspectie acht
deze ontwikkeling positief. De inspectie volgt de ontwikkelingen hierin, ook in relatie
tot de overdracht van de inningen van de Wor-heffingen naar de Belastingdienst in
2006.
· De precieze implicatie van door de SER in 2005 genomen c.q. te nemen besluiten over
de in 2013 geplande renovatie van zijn hoogbouw zijn in het meerjarenoverzicht 1998-
2012 bij de jaarrekening SER 2004 nog niet zichtbaar. De SER heeft in zijn reactie op-
genomen dat in het kader van de begroting SER 2006 nadere informatie wordt opge-
nomen over de implicaties die dit zal hebben op de toekomstige heffingstarieven.
Ik verzoek u deze brief aan te bieden aan de Eerste en Tweede Kamer. Rekening houdend met
de vier weken termijn verzoek ik u mij op de hoogte te stellen op welk moment u de brief naar
de Staten-Generaal zendt.
Hoogachtend,
Inspecteur-generaal
(mr. L.H.J. Kokhuis)
c.c. dhr. drs. M.A. Ruys, secretaris-generaal
dhr. mr. Drs. T.W. Langejan, DGASV
Mw. Drs. M. van Griethuysen, Afdeling coördinatie departementale stukken
Dhr. J.D. Kalk, Bureau SG
Dhr. S.C. Koole, directeur Communicatie
2/2
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid