---
Brieven aan de Kamer
---
Stand van zaken Nederlandse bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie in Irak
9-8-2005 12:18:00
Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van Buitenlandse
Zaken, over de verlengde Nederlandse bijdrage aan de
NAVO-trainingsmissie in Irak. Met deze brief kom ik tevens tegemoet
aan de toezegging in het Algemeen Overleg Irak met de Vaste Commissies
voor Buitenlandse Zaken en Defensie op 30 juni jl., waarin de regering
heeft gemeld de Kamer schriftelijk te zullen informeren over de
activiteiten van de Nederlandse militairen buiten de Internationale
Zone in Bagdad.
Zoals gemeld op 10 juni jl. (Kamerstuk 23 432 nr. 192) zijn tijdens de
eerste fase van de NAVO-trainingsmissie vanaf augustus 2004 zowel
binnen als buiten Irak leden van de Iraakse veiligheidsorganisaties
opgeleid en getraind. Op 4 mei 2005 heeft de Noord-Atlantische Raad
(NAR) besloten, onder meer vanwege gebrek aan infrastructuur in de
Internationale Zone, om eerder dan voorzien trainingslocaties buiten
de Internationale Zone gereed te maken. Het betrof de locaties Ar
Rustamiyah, in het zuidoostelijke deel van Bagdad, en het National
Command Centre (NCC) van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat op
tien minuten reizen van de Internationale Zone ligt. De NAVO werkt
momenteel verder aan de uitbreiding van de trainingsmissie, onder
andere door de oprichting van het Iraqi Training Command. Dit Iraaks
opleidingsinstituut wordt gevestigd in het Cultural Centre in de
Internationale Zone. De oprichting van het instituut behoorde vanaf
het begin tot de doelstellingen van de NAVO-trainingsmissie. Tevens
onderzoekt de NAVO nieuwe locaties buiten de Internationale Zone, waar
na de noodzakelijke veiligheidsanalyses mogelijk ook trainingslocaties
worden ingericht.
Op basis van uitvoerige veiligheidsanalyses door de NAVO en de MIVD
heeft de regering besloten dat optreden buiten de Internationale Zone
verantwoord is. Tijdens het Algemeen Overleg van 30 juni jl. was
hiervoor brede Kamersteun aanwezig.
Nederlandse deelname tot medio augustus 2005
Zoals in eerdere brieven aan de Kamer is gemeld, heeft Nederland 25
militairen ter beschikking gesteld voor de eerste fase van de missie,
te weten vijftien man stafpersoneel en instructeurs en tien militairen
van de Koninklijke marechaussee. Hieraan is later een tolk toegevoegd.
Sinds 26 februari jl. zijn dertien Nederlandse militairen alsmede de
tolk werkzaam in Bagdad. Twee stafofficieren en het detachement van de
Koninklijke marechaussee zijn niet ingezet in de eerste rotatie.
Na een initiële risico-analyse door de NAVO en de MIVD is sinds de
aanvang van de Nederlandse bijdrage op de locatie Ar Rustamiyah een
Nederlandse militair gestationeerd. Het is de bedoeling dat op het
hier in oprichting zijnde Training Education and Doctrine Centre
(TEDC) vanaf september 2005 (pilot) stafcursussen worden gegeven aan
ongeveer 88 militairen. Het overige Nederlandse personeel werkt vanuit
de Internationale Zone. Omstreeks 20 augustus worden deze militairen
afgelost en in Nederland terugverwacht.
Nederlandse deelname van medio augustus 2005 tot medio februari 2006
Over de personele invulling van de NAVO-trainingsmissie na augustus
2005 is gesproken tijdens de planningsbijeenkomst van de NAVO op 13
juni jl.. De Nederlandse regering zal de huidige bijdrage aan de
NAVO-trainingsmissie zoveel mogelijk continueren. Nederland heeft 15
militairen ter beschikking gesteld voor de nieuwe rotatie, die zal
plaatsvinden in augustus. Het betreft 14 stafofficieren/ instructeurs
en een tolk. Onder voorbehoud van verdere NAVO-planning worden 12
stafofficieren/instructeurs en de tolk ingezet in de Internationale
Zone, waarvan er twee een bijdrage gaan leveren aan de
planontwikkeling voor het eerder genoemde Iraqi Training Command. Twee
stafofficieren/instructeurs worden ingezet in Ar Rustamiyah, waar zij
advies zullen leveren bij de opzet van trainingen op het TEDC. Het is
niet uitgesloten dat Nederlandse militairen betrokken zullen worden
bij opleidings- en trainingsactiviteiten te velde. Het in theorie
aangeleerde moet immers tevens in de praktijk worden beoefend. De
beoogde oefenterreinen liggen zowel binnen als buiten de
Internationale Zone, op accommodaties in de omgeving van de
NAVO-trainingslocaties. Voor deze activiteiten wordt door zorg van de
NAVO-staf in extra force protection voorzien, indien dat op basis van
veiligheidsanalyses nodig blijkt.
Voorafgaande aan de inzet dienen alle militairen de zogenaamde
Predeployment Training te volgen op de NAVO-school in Napels. De
Nederlandse militairen hebben deze training in juli gevolgd. Vanuit
Napels zijn zij doorgereisd naar Irak, waardoor een afdoende
overnameperiode wordt gewaarborgd, vóór dat de huidige rotatie
omstreeks 20 augustus naar Nederland terugkeert.
De NAVO heeft inmiddels laten weten dat er tot en met december geen
noodzaak is een Nederlands detachement van de Koninklijke marechaussee
op afroep beschikbaar te houden. Als gevolg van de inhuur van civiele
beveiligingseenheden tot het einde van dit jaar is er geen directe
behoefte meer aan beveiligings- en ondersteunende eenheden. Omdat de
inhuur van tijdelijke aard is, zal de NAVO binnenkort in een herziene
behoeftestelling kenbaar maken welke eenheden vanaf medio december
nodig zijn voor beveiligings- en ondersteunende taken. Of Nederland
hieraan een bijdrage zal leveren, wordt op dat moment nader beschouwd.
Het is niet uitgesloten dat een detachement van de Koninklijke
marechaussee in een latere fase zal worden ingezet voor specifieke
militaire politietaken.
Zoals gemeld in de Kamerbrief van 10 juni jl. blijft de regering de
veiligheidsontwikkelingen in Bagdad en omgeving nauwgezet volgen. Met
betrekking tot de werk- en veiligheidsomstandigheden voor het
Nederlandse personeel zullen indien nodig aanvullende maatregelen
worden genomen.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
H.G.J. Kamp
Ministerie van Defensie