Gerechtelijke organisatie

Bijstandverlening ten behoeve van minderjarige kinderen van ouders die geen recht hebben op bijstand

Utrecht, 9 augustus 2005 - Verzoekers zijn in 1994 en 2003 geboren kinderen met de Ghanese nationaliteit.
Hun ouders, eveneens van Ghanese nationaliteit, hebben geen verblijfsvergunning, in verband met de Koppelingswet geen recht op bijstand en ook geen inkomen of vermogen.
De gemeente Zaanstad heeft een voorziening getroffen voor de waterleverantie aan het gezin, maar weigert ten behoeve van de kinderen bijstand te verstrekken, omdat het koppelingsbeginsel, dat ziet op illegale vreemdelingen die om verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen vragen, in de Wet werk en bijstand zich daartegen verzet.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter van de CRvB wijzen bepalingen van het Verdrag voor de rechten van het kind er op dat het koppelingsbeginsel geen voldoende rechtvaardiging kan vormen voor het geheel uitsluiten van de mogelijkheid om uitsluitend ten behoeve van minderjarige kinderen bijstand te verlenen in een situatie dat hun niet-rechthebbende ouders zelf niet in staat zijn om de kosten van voeding, kleding en andere essentiële, voor minderjarige kinderen noodzakelijke kosten te betalen.

Bij wijze van voorlopige voorziening wordt aan de gemeente Zaanstad opgedragen om aan de ouders enkel ten behoeve van hun kinderen bijstand te betalen.

Een meervoudige kamer van de CRvB zal naar verwachting voor het einde van dit jaar een definitief oordeel geven over de zaak.

LJ Nummer

AU0687

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 9 augustus 2005 Naar boven