Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Tjon-A-Ten en Koenders (beiden PvdA) over ontwikkelingshulp voor de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische regio. Deze vragen werden ingezonden op 28 juni 2005 met kenmerk 2040517330.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoorden van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Tjon-A-Ten en Koenders (beiden PvdA) over ontwikkelingshulp voor de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische regio.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het door de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caraïbisch Gebied (ECLAC) gepubliceerde rapport over de Millennium Development Goals (MDG's)? (1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
In hoeverre kunt u de in dit rapport door de ECLAC getrokken conclusie onderschrijven, dat landen in de Latijns-Amerikaans en Caraïbische (LAC) regio nog een lange weg te gaan hebben voor het verwezenlijken van de Millennium ontwikkelingsdoelen (MDG's)?

Antwoord
Het rapport van de ECLAC geeft een gemengd beeld, dat ik onderschrijf. De grote ongelijkheid, de fragiele economische groei en het gebrek aan banen hebben tot gevolg dat nog steeds een deel van de bevolking in Latijns-Amerika en de Caraïben in extreme armoede leeft. Onzeker is of de regio er in zal slagen om in 2015 de extreme armoede te hebben gehalveerd. Het milieu staat onder druk door vervuiling, ontbossing en verlies aan biodiversiteit.

Basisonderwijs is in Latijns-Amerika en de Caraïben voor de meeste kinderen beschikbaar. Op deze MDG boekt de regio snelle voortgang. Een zorg, waar de ECLAC terecht op wijst, is dat nog onvoldoende kinderen het primair onderwijs ook daadwerkelijk voltooien.

Succesvoller zijn Latijns-Amerika en de Caraïben in onder meer het bestrijden van honger, het realiseren van gendergelijkheid in het onderwijs, het verminderen van kindersterfte, alsmede het verschaffen van toegang tot schoon drinkwater. Volgens de ECLAC zijn Latijns-Amerika en de Caraïben bij deze MDG-doelen 'on track'. Dit beeld wordt onderschreven door UNDP in het Human Development Report 2004.

Vraag 3
Hoe verklaart u het dat de LAC-regio zo ver achter loopt bij het realiseren van de belangrijkste MDG's, namelijk halvering van extreme armoede, het toegankelijk maken van basisonderwijs voor alle kinderen en het terugdringen van ernstige milieuproblemen?

Antwoord
In hun streven naar duurzame ontwikkeling leggen veel landen in Latijns-Amerika en de Caraïben meer accent op economische groei dan op sociale investeringen en duurzaamheid.

De ongelijkheid in de regio is de grootste in de wereld. Vooral Indiaanse en Latino-Afrikaanse bewoners van Latijns-Amerika en de Caraïben lijden onder uitsluiting. De zeer ongelijke verdeling van bezit, of het nu gaat om land of kapitaal of kennis, en de ongelijke kansen van de verschillende bevolkingsgroepen beperken de mogelijkheden van de regio om in 2015 alle MDG-doelen te hebben gerealiseerd (zie in dit verband ook het antwoord op vraag 2, met name voor basisonderwijs).

De ECLAC noemt prioriteiten die naar mijn mening kunnen bijdragen aan het realiseren van de MDG-doelen in Latijns-Amerika en de Caraïben. Dat zijn onder meer voortgezette economische groei, een rechtvaardiger verdeling van nationaal inkomen, aandacht voor sociaal beleid in nationale ontwikkelingsstrategieën, sociale investeringen, verbetering van de openbare financiën, meer ontwikkelingshulp voor de armste landen in de regio alsmede het openen van de markten van de rijkere landen voor landbouw- en andere producten uit de regio. Deze aandachtspunten sporen met de prioriteiten van mijn beleid (zie ook het antwoord op vraag 5).

Vraag 4
Hoe verhoudt de LAC-regio zich tot andere ontwikkelingsregio's als het gaat om het realiseren van de MDG's, het BNP per capita en de omvang van de ontvangen ontwikkelingshulp (ODA)?

Antwoord
Een recent vergelijkend overzicht van de voortgang op de MDG's in de verschillende delen van de wereld is 'The Millennium Development Goals Report 2005', dat onlangs door de Verenigde Naties is gepubliceerd (New York 2005). Een eerder vergelijkend overzicht treft u aan in het Human Development Report 2004 van UNDP (New York 2004). Zonder af te willen doen aan de diepe armoede van miljoenen inwoners van Latijns-Amerika en de Caraïben blijkt uit deze rapportages dat de LAC-regio qua voortgang op de MDG's gemiddeld minder zorgen baart dan andere regio's, zoals Sub-Sahara Afrika. Op landenniveau noemt UNDP in het Human Development Report 2004 27 landen die vanwege hun minimale uitgangspositie en trage ontwikkelingsgang de hoogste prioriteit van de internationale gemeenschap verdienen bij het halen van de MDG's. Eenentwintig van deze landen liggen in Sub-Sahara Afrika, slechts een in de LAC-regio (Haïti).

Het jaarlijkse Human Development Report van UNDP bevat in de tabel 'economic performance' per land een opgave van het BNP per hoofd van de bevolking. Behoudens enkele zeer arme landen als bijv. Bolivia, Haïti en Nicaragua behoren de meeste landen in Latijns-Amerika en de Caraïben tot de midden-inkomens-landen.

Vanwege de grotere omvang van de armoede in Azië en Afrika gaat de meeste ontwikkelingshulp naar deze twee regio's. Onder verwijzing naar gegevens van de OESO geeft het ECLAC rapport aan dat Afrika en Azië in 2002 67% van de totale netto ODA ontvingen. Het percentage voor Latijns-Amerika en de Caraïben is door de jaren heen redelijk stabiel gebleven: van 9% van het totaal in 1990 naar 8% in 2002. Meer overzichten over de omvang van de ontwikkelingshulp per land, regio en donor treft u aan in een recente publicatie van de OESO getiteld 'Geographical Distribution of Financial Flows to Aid Recipients 1999-2003' (Parijs 2005). Ook de website van de OESO is informatief: www.oecd.org. Voorts geeft UNDP in het Human Development Report in de tabel 'flows of aid, private capital and debt' per land de ODA in totalen, per hoofd van de bevolking en als percentage van het BNP.

Vraag 5
Vindt u dat Nederland de LAC-regio dient te ondersteunen bij het realiseren van de MDG's? Zo ja, welke acties en welke middelen komen daarvoor in aanmerking?

Antwoord
Ja.

Voor het beleid van Nederland ten aanzien van Latijns-Amerika en de Caraïben wijs ik u op de beleidsnotitie 'Verre buren, goede vrienden' die in 2004 aan uw Kamer is aangeboden (TK 2003-2004, 29653, nr. 1).

Vijf partnerlanden in de bilaterale ontwikkelingssamenwerking zijn gelegen in de regio Latijns-Amerika en de Caraïben: Bolivia, Colombia, Guatemala, Nicaragua en Suriname. Het totale bilaterale budget voor deze landen bedraagt in 2005 109,4 miljoen euro.

Mede met het oog op het verdelingsvraagstuk en de mensenrechten is goed bestuur in alle partnerlanden een thema: binnen de sectoren, in de vorm van concrete activiteiten en als onderdeel van de overkoepelende beleidsdialoog.

Voor niet-partnerlanden is er ook de mogelijkheid om te putten uit de strategische faciliteit voor mensenrechten en goed bestuur. Lastens deze voorziening lopen er in Latijns-Amerika en de Caraïben activiteiten in Argentinië, Ecuador, Honduras, Haïti, Peru en Venezuela.

Naast deze bilaterale geldstromen staan de regio indirect Nederlandse fondsen ter beschikking via de algemene bijdragen aan multilaterale en particuliere organisaties alsmede de Europese Commissie. Een voorbeeld is Haïti waar de Europese Commissie de grootste donor is.

Niet in de laatste plaats geef ik uitvoering aan het amendement Van der Staaij c.s. (TK 2004-2005, 29800V, nr. 18), inhoudende een beleidsintensivering van vijf miljoen euro per jaar voor buitenlands beleid ten aanzien van Latijns-Amerika op onderwerpen als goed bestuur, mensenrechten, corruptiebestrijding en ontwikkelingssamenwerking.

Vraag 6
Welke maatregelen en acties bent u van plan te nemen in EU-verband, met name in de werkgroepen COLAT en AMLAT (2), en binnen de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB), om ervoor te zorgen dat de verwezenlijking van de MDG's in de LAC-regio alsnog naderbij komt?

Antwoord
De betrokkenheid van de landen van de Europese Unie bij de duurzame ontwikkeling van Latijns-Amerika en de Caraïben is een serieuze. Dit onderwerp figureert in vele vormen op de agenda's van de werkgroepen COLAT en AMLAT en, zo nodig, van de RAZEB. Daartoe is geen extra inzet van Nederland benodigd.


1) The Millennium Development Goals: A Latin American and Caribbean Perspective, 10 Juni 2005, United Nations.
2) COLAT (EU Committee on Latin America) en AMLAT (America Latina, groep van 20 Latijns-Amerikaanse landen)


---- --