Technische Universiteit Eindhoven

29 juli 2005

PERSBERICHT

Levensduur knieprotheses kan met sprongen omhoog dankzij TU/e-onderzoek

Fundamentele doorbraak polymeertechnologie gepresenteerd in Nature Materials

Polymeer is het basismateriaal voor veel moderne kunststoffen, van supersterke vezels tot plastic zonnecellen. Bij verwerking kunnen echter problemen optreden. De lange polymeerketens blijven in elkaar verstrengeld waardoor de menging niet optimaal is. Dit leidt tot slechte producteigenschappen. Een groep onderzoekers aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) onder leiding van dr. Sanjay Rastogi heeft hiervoor een oplossing gevonden. Zij tonen in het gerenommeerde tijdschrift Nature Materials aan dat polymeerketens in vloeibare toestand los van elkaar kunnen bestaan. Deze fundamentele doorbraak opent een geheel nieuwe wereld voor verwerkingsmethoden en toepassingsgebieden van polymeren. Zo zou bijvoorbeeld de levensduur van knieprotheses minstens tien maal verlengd kunnen worden.

Spaghetti-slierten
Kunststoffen bestaan uit lange ketens van moleculen die als een soort spaghetti-slierten in elkaar verstrengeld zijn. De wijze van verstrengeling bepaalt onder andere of het materiaal supersterk, buigzaam, lichtdoorschijnend of elektrisch geleidend is. Het fabriceren van kunststof producten (zoals vuilniszakken, cd-hoesjes, speelgoed of zonnecellen) gebeurt door plastic basismateriaal eerst te smelten en vervolgens in de gewenste vorm en dimensie te persen. Omdat gesmolten plastic zeer stroperig is (hoog viskeus) zijn daarbij hoge drukken nodig. Bovendien is het uiteindelijke plastic materiaal niet altijd van homogene en duurzame kwaliteit.

Fundamentele doorbraak
De prestatie van de onderzoeksgroep onder leiding van dr. Sanjay Rastogi betekent een fundamentele doorbraak. De Eindhovense onderzoekers hebben als eerste ter wereld polymeer kristallen zodanig langzaam en gecontroleerd kunnen verwarmen dat de ketens in vloeibare toestand niet meer (volledig) met elkaar verstrengeld zijn. De algemeen geaccepteerde wetten voor het gedrag van polymeren, opgesteld door de Nobel-prijswinnaar Pierre-Gilles le Gennes, gelden niet voor deze nieuwe toestand. Een van de belangrijke uitgangspunten van deze polymeerwetten is namelijk dat vloeibare polymeren altijd in elkaar verstrengeld zijn.

Levensduur knieprotheses
Niet alleen is het polymeer in gesmolten toestand veel minder viskeus (tot 80% reductie), maar is het eindproduct ook nog optimaal gemengd. Dit kan veel voordelen opleveren, bijvoorbeeld bij knieprotheses. Hierbij is een polyethyleenlaag aangebracht tussen het bot en de metalen of keramische delen. De slijtvastheid van het plastic is hier in het geding. Doordat in het product nog steeds korrelgrenzen aanwezig zijn die zwakke plekken vormen, laten bij elke voetstap zon 500.000 microscopische deeltjes los. Hierdoor is de levensduur van de knieprothese beperkt tot 10-15 jaar. Door de nieuwe aanpak van het TU/e-team kan die levensduur met een factor 10 tot 100 toenemen.

Het team van TU/e-onderzoekers bestaat uit dr. Sanjay Rastogi en ir. Dirk Lippits van de faculteit Scheikundige Technologie en dr.ir. Gerrit Peters van de faculteit Werktuigbouwkunde. Het onderzoek is in samenwerking met het Duitse Max Planck Institute for Polymer Research uitgevoerd. In de toekomst zal de TU/e, in de groep van dr. Rob Duchateau van Scheikundige Technologie, polymeren met variërende eigenschappen worden gemaakt om zo nog meer controle over de gewenste eigenschappen te verkrijgen.