Waterschap Regge en Dinkel


26-07-2005 10:04

Impressie van 23 juni
26-07-2005

Het belang van subsidies voor waterschappen
Een themabijeenkomst voor bestuurders

Bijeenkomst op 23 juni in het kader van het wateractieprogramma te Zwolle (plaats: kantoor waterschap Groot Salland)

De kosten van het waterbeheer zullen de komende jaren fors stijgen. De wateropgave is groot. Hierdoor neemt het belang van subsidies voor waterschappen fors toe. Enerzijds om de uitvoering van het waterbeleid veilig te stelen, anderzijds om de lastenstijging voor burgers en bedrijven zo laag mogelijk te houden.

Subsidies kunnen een bijdrage leveren om de plannen in de stroomgebiedsvisies van Rijn-Oost te realiseren. Vaak is vooraf echter een bestuurlijke afweging nodig om risicos te kunnen inschatten en prioriteiten te stellen. Deze bestuurlijke betrokkenheid is het eerste centrale thema geweest van de bijeenkomst.

publiek

Het tweede centrale thema is de bundeling van Overijsselse krachten. In de komende jaren is een aantal nieuwe subsidieprogrammas beschikbaar. Nu al wedijveren vertegenwoordigers van de diverse beleidsvelden voor een prominente plaats in deze nieuwe programmas. Om de plannen die er voor water zijn te kunnen realiseren, is het goed om in Overijssel in een vroegtijdig stadium de gezamenlijke belangen te bepalen. Vervolgens kunnen we de strategie gaan uitdragen. Naast het verstrekken van informatie kan een openhartige gedachtewisseling wellicht leiden naar nieuwe mogelijkheden voor waterbeheer met subsidies.

De initiatiefnemer voor deze bijeenkomst is het Subsidiecluster Overijssel geweest. Het is een activiteit die in het wateractieprogramma Overijssel 2005 genoemd staat. In het wateractieprogramma staan de afspraken tussen de provincie Overijssel en de Overijsselse waterschappen.

A. Verstand

Programma

* 14.00 - 14.30 uur Inloop met koffie en thee
* 14.30 - 14.40 uur Welkom dagvoorzitter Siebe Schaap
* 14.40 15.30 uur Inleidingen door:

- Stefan Kuks Toenemend belang van subsidies voor waterschappen
- Hannie te Grotenhuis Globale trends en ontwikkelingen
* 15.30 16.30 uur Discussie over:

- bestuurlijke verantwoordelijkheid en subsidies
- bundelen van Overijsselse krachten

* 16.30 17.00 uur Afsluiting en informele voortzetting

P. van Erp

Resultaten discussiegroepen

Stelling 1: Subsidies vereisen bestuurlijk lef

(voorzitter Wim Wolthuis, notulist Anne Marie Ran)

Overwegingen:


- 2004: 33 miljoen euro Rijn Oost

- Subsidies en risicos gaan samen (financiële risicos, publicitaire aandacht)

- Hoe zit het met tijd, kennis en kunde in uw organisatie?
- Hoe gaat u om met onzekerheden?

Conclusies:

Subsidies vereisen inderdaad lef maar er zitten stevige risicos aan vast. Kansen moet je pakken maar grote projecten kunnen dan negatieve gevolgen hebben op de realisatie van andere projecten (later of helemaal niet starten). De heffingen mogen in principe niet omhoog dus zul je je programma moeten aanpassen.

Subsidies vereisen ook bestuurlijke visie. Meerjarige programmas, heldere doelstellingen en commitment in het bestuur hebben prioriteit. Denk op programmaniveau en niet op projectniveau.

Toon lef om je ambitieniveau hoog in te zetten en je waterbeheersing goed te realiseren. Niet geschoten is altijd mis en je hoeft niet alles tot in detail uitgezocht te hebben om met een project naar voren te komen; beetje bluffen kan geen kwaad.

Subsidies vereisen naast lef ook vertrouwen. Vertrouwen uit stralen naar de ambtelijke organisatie en in andere waterschappen. Stimuleer creativiteit en ondernemerschap binnen de ambtelijke organisatie; geef de ambtenaren de ruimte en ondersteun hen.

Volg in eerste instantie het eigen beleid van het waterschap en zoek vervolgens subsidies bij datgene dat je wilt realiseren (en dus niet andersom). Niet de oren laten hangen richting subsidiepotten.

Een risico zijn de voorinvesteringen die je in een project moet doen; met name ten aanzien van grondaankopen kan dit problemen geven.

Zorg dat je netwerken goed functioneren, lobby ook in Brussel. Kan de Provincie hier niet actiever in zijn? Verbeteren samenwerking Provincie en waterschappen.

Zorg voor een subsidioloog binnen je waterschap. Deze persoon moet adviezen kunnen geven, op de hoogte zijn van de regels, creatief zijn.

Lef tonen is ook nee zeggen tegen een subsidie!

overlegsituatie a

Stelling 2: Subsidie-eisen van het bestuur dicteren de investeringsprogrammas

(voorzitter Marga Kool, notulist Piet van Erp )

Overwegingen:


- Geformuleerde beleidsopgaven zijn kostbaar: WB21, EKW, etc.
- Stijging tarieven voorkomen

- Uitvoering project afhankelijk van subsidies
- Bieden subsidies financiële garanties

- Wat is de consequentie van deze werkwijze op beleidsdoelen?

De uitleg van de stelling is als volgt opgepakt: Door de subsidie eisen van het bestuur wordt de prioriteitsstelling van projecten vermeld op het investeringsprogramma's gedicteerd.

Algemene opmerkingen:

Waterschap heeft een eigen identiteit en moeten zelf eerst afwegen welke projecten uitgevoerd moeten worden

Subsidies bepalen wel de snelheid van de uitvoering van projecten

De waterschappen kijken momenteel 4 jaar voortuit ipv de gevraagde 7 jaar

Dicteren is niet het juist woord, het is telkenmale maatwerk wat geleverd moet worden waarbij een onderscheid gemaakt moet worden tussen kern/ hoofdtaken en overige taken

De prioriteit voor subsidies ligt verschillend bij hoofdtaken en overige taken

Je eigen werk( hoofdtaken) moet je ook uitvoeren zonder subsidies

Subsidies verbreden de projecten, dit wordt aanvaard mits het financieel verantwoord is

De projecten voortvloeiend uit EKR/ WB21 dienen zondermeer uitgevoerd te worden mits het binnen een aanvaardbaar kostenniveau blijft

Het opzetten van een projectenlijst is erg belangrijk waarbij flexibiliteit belangrijk is.

Conclusies:

Subsidies dicteren niet ons investeringsprogramma's maar wel de snelheid en de breedte dus beïnvloeden is een beter woord

De waterschappen moeten een consistente lijn aanhouden en niet met iedere subsidiestroom meegaan

De projecten moet je soms inkrimpen of uitbreiden voor de subsidievoorwaarden dit wordt als logisch ervaren

De waterschappen moeten met andere partners ( o.a. gemeenten) samen op de subsidiemarkt of meeliften met een gemeentelijk project

De discussie dat de prioriteit van een project afhangt van de beschikbaarheid van subsidies kan binnen een algemeen bestuur verschillend liggen per categorie.

Slotconclusie: de stelling moet zijn: Subsidie-eisen van het bestuur beïnvloeden de investeringsprogramma 's

overlegsituatie b

Stelling 3: Overijssel is toe aan een regionaal ILG model

(voorzitter Henk Haan, notulist Wim Bots)

Overwegingen:


- Na 2005 subsidies voor waterprojecten

- ILG voorloper nieuwe sturingsfilosofie

- Prestatie en gezamenlijke programmering staan centraal
- Zijn de provincie en waterschappen klaar voor nieuwe aanpak?
- Welke bestuurlijke initiatieven zijn nodig?

Conclusies:

Ten aanzien van na 2005 subsidies voor waterprojecten: water is grensoverschrijdend en ook wat betreft subsidies moet er samengewerkt worden tussen provincie en waterschappen (parapluie)

Gemeenten zouden ook aan de samenwerking mee moeten meedoen, met name ten aanzien van de afbreukrisicos op het gebied van de RO; anderzijds kan dit, gezien het grote aantal gemeenten, ook vertragend werken

Bij samenwerken kan je ook risicos afdekken; een klein foutje bij de subsidieaanvraag kan grote financiële gevolgen hebben

Wat de samenwerking betreft, zou de basis de programmering moeten zijn; leg de (uitvoerings)programmas van de waterschappen op elkaar en je hebt al 80% van de programmering te pakken

De programmering moet worden omgezet in verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Samenwerken betekent ook flexibel zijn en een deel van de eigen verantwoordelijkheid afstaan om op basis van het gemeenschappelijke geld binnen te halen

ILG op regionale basis vormt een goed uitgangspunt

Sturingsfilosofie:

* gezamenlijk programma voor lange termijn plus doorwerking in de begroting

* programma voor langere termijn tav subsidies; de co financiering (van het waterschap en/of andere partijen) moet ook voor meerdere jaren geregeld zijn

* het geldt voor zowel grotere als kleinere projecten

Is het vertouwen er? Het blijkt dat het vertouwen over en weer (provincie-waterschap en waterschap-waterschap) gegroeid is. Dit moet benut worden. Op basis van dit betere vertouwen kun je stellen dat provincie en waterschap er klaar voor zijn. Op basis van vertrouwen wil het waterschap zich ook flexibeler en transparanter opstellen.

De krachten moeten worden gebundeld; de rol van de BGOs moet groter worden

De provincie is klaar gezien de gebiedsprogrammas van de BGOs en gezien de ervaringen in NW Overijssel (dit punt met name naar voren gebracht door de Haan)

Kortom: wij zijn toe aan een regionaal ILG model, maar:


- Waterbreed, samenwerken

- Plannen op elkaar leggen

- Vertrouwen moet er zijn

De partijen zijn er klaar voor; Overijssel verder dan Drente, gezien het gebiedsgericht werken

Bestuurlijke initiatieven zijn er nu nodig; plan de campagne van de voorzitters (iets voor de excursie naar Roemenië!)

Stelling 4: Het is het bestuur dat nieuwe subsidiekansen creëert

(voorzitter Annelies Verstand-Bogaert, notulist Lisa de Groot)

Overwegingen:


- Subsidieprogrammas bepalen speelruimte

- In voortraject lobby voor positioneren regio, onderwerpen en themas
- Hoe spelen Overijsselse bestuurders dit spel?
- Komt water nog voor in het ILG programma?

Conclusies:

Wat wordt er met het bestuur bedoeld? Is dat de gemeente, het waterschap of de provincie? Verschillende besturen zouden eigenlijk gezamenlijk moeten programmeren.

Een bestuur eerst zijn beleid moet vaststellen en dan pas moet nadenken over subsidieregelingen. Je moet niet afwachten totdat een pot bestemd wordt voor een bepaald doel, maar ook vooraf lobbyen. Een waterschap zou vooraf invloed moeten hebben op geldstromen. Hoe groot is die invloed.

Wat kun je als bestuur doen om de subsidiekansen te vergroten? De beleidsdoelen helder hebben natuurlijk maar ook de subsidiegevers kennen. Een goed contact is belangrijk, hen duidelijk maken wat je wilt, vooraf afstemming hebben met andere besturen. In de voorfase draait het om samenwerking. Je moet een beeld hebben van wat er moet gebeuren in een bepaalde periode en daar overeenstemming over hebben. Op basis daarvan kun je programmeren en vervolgens kun je kijken hoe je voor de uitvoering van het programma geld kunt creëren.

In het ILG gaat om een brede plattelandsontwikkeling. Als je mogelijkheden wilt creëren, dan moet je verbanden leggen met andere beleidsterreinen. Contact met partners, gemeenschappelijke belangen moet je in beeld hebben.

Het waterschap financiert alleen het wateraandeel in een programma. Er moet dan er wel eerst een bron moet zijn voor watergeld in het ILG. Hiervoor is wel een gezamenlijke lobby naar V&W nodig is. Partijen met het meeste belang moeten initiatief nemen voor zon lobby. Het is noodzakelijk dat water op de agenda komt maar daarvoor moet eerst de lijn naar de partners en de koepels duidelijk zijn. Wie doet wat?

We moeten niet alleen naar het landelijk gebied kijken, maar ook naar de stad. Waterbeheer in het landelijk gebied heeft vooral ook als doel om overlast in de stad te voorkomen. Daarnaast is er voor het stedelijk waterbeheer ook geld nodig.

De voorzitter concludeert dat het van wezenlijk belang is om samen te werken in de programmering om vervolgens ook gezamenlijk te lobbyen in Den Haag voor geld voor water.

Eindconclusies

De voorzitter heeft in zijn inleiding 3 centrale vragen gesteld:
1. Is het belang van subsidies voor waterschappen zo groot dat bestuurlijke begeleiding noodzakelijk is?

2. Is het mogelijk door bestuurlijke samenwerking subsidieverwerving te vereenvoudigen?

3. Is het mogelijke door bestuurlijke samenwerking subsidiekansen voor de regio te vergroten

De conclusies zijn dat er in elk geval commitment van het bestuur nodig is om in te zetten op subsidies, om efficiënt en effectief te kunnen werken.

Bestuurlijke samenwerking moet efficiënt zijn, meer aandacht krijgen, vanuit het beleid gestimuleerd worden. Het wateractieprogramma is hier voor een startpunt maar de programmering moet meer structuur krijgen. Het kan dan ook beter in het ILG ingepast worden.

Ook moet gekeken worden of een nauwere samenwerking tussen de waterschappen en provincie niet een belangrijke meerwaarde heeft. Er is behoefte aan een heldere afstemming tussen provincie en waterschappen en eventueel andere partijen. Zo moet je ook voor een goed netwerk zorgen en de lijntjes naar Brussel hebben lopen om mee te kunnen denken over de nieuwe programmas.

Het regionale ILG Overijssel biedt perspectieven en is het uitwerken waard. De voorzitters gaan een aanzet hiervoor maken tijdens de excursie naar Roemenië!

Laat Overijssel baanbrekend zijn, laten we tonen wat we in onze mars hebben!

Vragen over de inhoud van dit artikel?
Bel 0546 - 832635 (Brenda Koopman, communicatie, waterschap Regge en Dinkel)