Politie onvoldoende voorbereid op terreur
De Politievakorganisatie ACP vindt dat de huidige geweldsinstructie
voor de politie tekortschiet bij terreurverdachten die het plan hebben
opgevat bij hun actie zoveel mogelijk slachtoffers te maken en daarbij
bereid zijn zelf te sterven. De huidige geweldsinstructie is gemaakt
in een tijd dat politiemensen er van uit mochten gaan dat verdachten
het er bij hun aanhouding levend vanaf willen brengen. Dat standpunt
blijkt met de huidige terreurdreiging en de recente aanslag in Londen
achterhaalt.
De huidige geweldsinstructie gaat er van uit dat verdachten over het
algemeen rationeel handelen. Het geweld dat de politie dan gebruiken
mag moet altijd in verhouding staan tot hetgeen die verdachte
redelijkerwijs doet of van plan is. Bij terreur is dat echter een stuk
moeilijker te bepalen. Dat vraagt om een heroverweging van de huidige
regels en werkwijzen op dit vlak.
Het mag niet zo zijn dat in voorkomende gevallen individuele
politiemensen aan hun lot worden overgelaten bij het optreden tegen
terreur en de aanpak van verdachte situaties die daarmee verband
houden. Dan is het risico te groot dat die politiemensen achteraf
verantwoordelijk worden gesteld voor hun handelen of misschien zelfs
het nalaten daarvan. Wat de ACP betreft is er sinds de moord op Theo
van Gogh in Nederland een nieuwe situatie ontstaan. Terreur is
voortaan niet meer iets waar men alleen in het buitenland mee te maken
heeft. Mohammed B. wilde na afloop door agenten worden doodgeschoten.
Hij schoot daarbij zelf gericht op de politie met als enige doel
daarbij extra slachtoffers te maken. Het beheerste optreden van de
ingezette politiemensen voorkwam gelukkig erger. Maar een volgende
keer kan het wel eens heel anders uitpakken. En dat moet worden
voorkomen.
Dat vraagt om een andere aanpak van verdachte situaties op dit gebied.
Vanuit de overheid moet er daarom meer duidelijkheid komen over de
toekomstige werk- en handelswijze van het politieoptreden daar waar
het terreur betreft. In het TV-programma Nova hebben wij daar de
aandacht voor gevraagd. Een politieke discussie hierover zou wat de
ACP betreft een duidelijke richting kunnen aangeven en mogelijk
handvatten bieden. De huidige geweldsinstructie verdient het om "een
extra hoofdstuk" te krijgen waarin duidelijk wordt gemaakt hoe in de
toekomst met terreurverdachten moet worden omgaan. De noodzaak
daarvoor wordt nog eens extra benadrukt door de recente uitspraken van
minister Remkes dat er enkele honderden mensen bereid zijn om in
Nederland terroristische activiteiten te ondernemen.
Andere landen hebben al veel meer ervaring met terreur. Het zou
uiterst zinvol zijn om die ervaringen mee te nemen in de Nederlandse
aanpak van de terreurbestrijding.
Politiebond ACP