Nederlandse Politiebond
Veelgestelde vragen over de kinderopvangtoeslag
Gepubliceerd: vrijdag 15 juli 2005.
Sinds 1 januari 2005 geldt de Wet Kinderopvang. Deze wet regelt dat
ouders, werkgevers en overheid de kosten voor kinderopvang samen
betalen. Met ingang van 2006 wordt het deel dat de overheid voor haar
rekening neemt, uitgekeerd door een nieuw onderdeel bij de
Belastingdienst: Belastingdienst/ Toeslagen. De tegemoetkoming
kinderopvang gaat vanaf die datum kinder- opvangtoeslag heten.
Onveranderd blijven de uitgangspunten van de wet. Ouders kunnen zelf
op zoek naar de kinderopvang die volgens hen de beste
prijs-kwaliteitverhouding biedt. Werkgevers kun- nen als secundaire
arbeidsvoorwaarde een deel van de kinderopvangkosten vergoeden. Per
werknemer is dat normaal eenzesde deel van de totale kosten; dat kan
oplopen tot maximaal eenderde deel. Ouders met een uitkering die
kinderopvang nodig hebben, kunnen van de gemeente of het UWV eenzelfde
bijdrage in de kosten krijgen. Ook de eis om verantwoorde kinderopvang
aan te bieden blijft, net zoals de controles daarop door de gemeenten.
Veranderingen
* De tegemoetkoming kinderopvang gaat voortaan kinderopvangtoeslag
heten.
* U geeft in uw aanvraag niet meer de jaarsituatie op (zoals over
2005), maar de (ge- middelde) situatie per maand. De Belastingdienst
stelt op basis van de maandbereke- ning een voorschot op jaarbasis
vast.
* Vanaf 2006 gaat de Belastingdienst de kinderopvangtoeslag per maand
vooraf uitbe- talen. In december 2005 krijgt u daarom mogelijk
tweemaal een bedrag voor kinderop- vang: de laatste uitbetaling van de
'oude' regeling uit 2005 plus de eerste uitbetaling voor 2006.
Wanneer kom ik in aanmerking voor kinderopvangtoeslag?
Om aanspraak te maken op kinderopvangtoeslag moet er minstens één kind
bij u wonen voor wie u gebruikmaakt van geregistreerde kinderopvang.
De gemeenten weten welke instellingen dat zijn. Maakt u gebruik van
een geregistreerde instelling, dan heeft u mo- gelijk recht op
kinderopvangtoeslag als u kinderbijslag of een pleegouderbijdrage ont-
vangt voor minstens één kind OF per kind minimaal 386 (peildatum 2005)
per kwartaal bijdraagt aan de kosten van levensonderhoud.
U komt vervolgens in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag als een
van de volgende situaties van toepassing is:
* U werkt minstens een deel van het jaar in dienstbetrekking of heeft
winst uit onderne- ming of inkomsten uit andere werkzaamheden.
* U werkt mee in de onderneming van uw echtgenoot of huisgenoot.
* U behoort tot een van de in de wet benoemde doelgroepen, op grond
waarvan de ge- meente of het UWV de rol van werkgever op zich neemt.
Hoe hoog is de kinderopvangtoeslag?
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is in de eerste plaats
afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. Ook het inkomen van uw
eventuele partner telt mee.
De toeslag verschilt voor het eerste, tweede en volgende kind.
De overheid vergoedt een maximale uurprijs.
De hoogte van de toeslag hangt ook af van de bijdrage voor
kinderopvang die u en uw eventuele partner ontvangen van uw
werkgevers. Ontvangt u niet het volledige werkge- versdeel, dan kunt u
van de Belastingdienst een extra toeslag krijgen. Ook de hoogte van
deze extra toeslag hangt af van uw gezamenlijke inkomen.
Telt het inkomen van een partner ook mee voor de kinderopvangtoeslag?
De hoogte van de toeslag is afhankelijk van uw inkomen (als u de
aanvrager bent) en dat van uw eventuele toeslagpartner. In de
toelichting bij het aanvraagformulier vindt u een partnerschema,
waarmee u eenvoudig kunt nagaan of er in uw huishouden sprake is van
een toeslagpartner. Dat is zeker het geval wanneer u getrouwd bent,
een gere- gistreerd partnerschap hebt of samen kinderen opvoedt.
Wanneer tellen huisgenoten mee als toeslagpartner?
Wie ouder is dan 18 jaar heeft huisgenoten die meetellen als
toeslagpartner als hij:
* samenwoont met een of meer andere mensen ouder dan 18 jaar EN
* langer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding
voert EN
* bij de gemeente op hetzelfde woonadres is ingeschreven.
Kunnen beide ouders kinderopvangtoeslag aanvragen?
Slechts één van de ouders of verzorgers kan de kinderopvangtoeslag
aanvragen. Bij meerdere gescheiden ouders met elk eigen kinderen die
allen bij elkaar in hetzelfde huis wonen, kunnen er wel meer
aanvragers zijn.
Wanneer u gescheiden bent en apart woont, maar wel ieder een deel van
de week voor uw kind(eren) zorgt, kunt u elk voor uw eigen deel van de
kosten apart de toeslag aan- vragen. Uw kind moet dan wel minstens
drie dagen per week bij ieder van u wonen.
Hoe vraag ik de kinderopvangtoeslag aan?
U kunt een tussenpersoon of bemiddelaar kinderopvanginstelling,
Belastingdienst of werkgever machtigen om de aanvraag voor u te
regelen of u kunt het zelf doen. De aanvraag moet worden ingediend bij
de Belastingdienst. Dat kan met een elektronisch aanvraagformulier, te
vinden op www.belastingdienst.nl/toeslagen. U kunt ook het papieren
formulier aanvragen bij de Belastingtelefoon: 0800-0543. Er is een
apart formulier voor het aanvragen van de kinderopvangtoeslag en voor
het doorgeven van wijzigingen. Het is belangrijk dat u het juiste
formulier gebruikt.
Ik krijg al een tegemoetkoming in de kinderopvang.
Moet ik dan voor 2006 kindertoeslag aanvragen?
Ook als u in 2005 al een tegemoetkoming kinderopvang ontvangt, moet u
voor 2006 een nieuwe aanvraag doen. U krijgt hiervoor in september
2005 een uitnodigingsbrief. Om ervoor te zorgen dat u in december 2005
het eerste voorschot ontvangt, moet u de aan- vraag voor
kinderopvangtoeslag 2006 vóór 1 november 2005 bij de Belastingdienst
in- dienen. Maar u kunt nog tot 1 april 2007 kinderopvangtoeslag voor
2006 aanvragen.
Welk inkomen moet ik invullen op het aanvraagformulier?
De kinderopvangtoeslag is gebaseerd op uw actuele inkomen. Vraagt u de
toeslag met- een in september aan, dan zult u een schatting moeten
doen van uw inkomen in 2006. De Belastingdienst probeert dat echter zo
veel mogelijk vóór u te doen, waardoor het inkomen meestal al op het
aanvraagformulier is ingevuld. Let op: controleer goed of de
vooringevulde gegevens kloppen.
Ik moet zelf mijn inkomen schatten, hoe doe ik dat?
U moet dan het verzamelkomen berekenen voor de inkomstenbelasting 2006
van uzelf en van uw eventuele toeslagpartner. Dit is het totaal van
het inkomen uit werk en wo- ning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk
belang (box 2) en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box
3).
U kunt op verschillende manieren uw geschatte inkomen over 2006
berekenen:
* Als u aangifte doet voor de inkomstenbelasting, kunt u de meest
recente aanslag ge- bruiken. Voor 2006 is dat waarschijnlijk de
aanslag over 2004.
* Doet u geen aangifte, dan kunt u gebruik maken van de jaaropgave
2004 die u van uw werkgever heeft ontvangen.
* Wanneer u die niet heeft, gebruik dan dit rekensommetje: twaalf keer
uw bruto
maandloon + acht procent vakantiegeld + een eventuele dertiende maand.
Denk in alle gevallen ook aan eventuele vaste uitkeringen,
aftrekposten en jaarlijkse salarisverhogingen. In de toelichting bij
het aanvraagformulier vindt u een rekenhulp voor het uitvoeren van de
berekeningen.
Kan ik mijn inkomen niet een beetje uit de losse pols berekenen?
Nee, dat is niet verstandig. De Belastingdienst controleert namelijk
de uitbetaalde toe- slagen met salarisgegevens en aangifteformulieren.
Blijkt in 2007 dat u uw inkomen voor 2006 te laag hebt geschat, dan
moet u de te veel ontvangen toeslag terugbetalen. Wanneer u uw inkomen
te hoog heeft ingeschat, bestaat de kans dat u te weinig heeft
ontvangen. Dat wordt weliswaar met terugwerkende kracht aan u
uitbetaald, maar het kan zijn dat u daardoor in 2006 meer moeite heeft
om rond te komen. Schat uw inko- men en dat van uw eventuele partner
daarom zo nauwkeurig mogelijk.
Let op: wees precies bij het invullen van het aanvraagformulier!
De Belastingdienst kan uw aanvraag pas beoordelen als alle vragen op
het aanvraag- formulier correct zijn beantwoord. Controleer daarom of
alle vragen zijn ingevuld en of uw handtekening en die van uw
toeslagpartner! in de juiste vakjes staan. Controleer ook de
vooringevulde gegevens goed. Klopt er iets niet, wijzig het dan op de
daarvoor aangewezen plek in het aanvraagformulier.
Hoelang duurt het voor de Belastingdienst het aanvraagformulier
behandelt?
Nadat u uw aanvraag heeft ingestuurd, bekijkt de Belastingdienst of
deze voldoet aan de voorwaarden om kinderopvangtoeslag te krijgen. Ook
beoordeelt de Belastingdienst of uw schatting van het inkomen op het
aanvraagformulier realistisch is. U krijgt altijd bin- nen acht weken
na het indienen van een volledige aanvraag een voorlopige beschikking
van het bedrag dat u maandelijks gaat ontvangen.
Wanneer kan ik de eerste betaling van de kinderopvangtoeslag
verwachten?
Als u het aanvraagformulier vóór 1 november 2005 terugstuurt, zorgt de
Belastingdienst ervoor dat u de eerste maandelijkse uitbetaling (die
van januari 2006) al eind december 2005 ontvangt. Maar u kunt de
toeslag nog het gehele jaar en zelfs tot 1 april 2007 aan- vragen. Dus
wanneer halverwege het jaar of zelfs pas uit uw jaaroverzicht blijkt
dat u mogelijk recht heeft op de kinderopvangtoeslag, kunt u die nog
altijd aanvragen. In dat geval ontvangt u de toeslag met terugwerkende
kracht.
Wanneer vergelijkt de Belastingdienst het geschatte inkomen met mijn
werkelijke inkomen?
De kinderopvangtoeslag die u maandelijks ontvangt, is een voorschot.
In de eerste helft van 2007 beoordeelt de Belastingdienst of het
werkelijke jaarinkomen in 2006 overeen- kwam met het geschatte
jaarinkomen. Daarna ontvangt u een definitieve beschikking, waarin het
totale bedrag aan kinderopvangtoeslag staat waarop u in 2006 recht
had. Als uw werkelijke jaarinkomen lager blijkt te zijn dan de
schatting, ontvangt u een nabeta- ling. Blijkt het jaarinkomen hoger
dan de schatting, dan moet u de te veel ontvangen toeslag
terugbetalen.
BELANGRIJK: De behandeling van de betreffende wetten is nog niet
helemaal afgerond. Bovenstaande informatie is dan ook onder
voorbehoud.
Overname van deze informatie is toegestaan mits met bronvermelding. ©
15 07 2005 NPB