Gemeente Amsterdam

Groei in regio Amsterdam voorwaarde voor succesvolle landelijke groei

13 juli 2005
---

Het college van B&W heeft toekomstscenario's voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de regio Amsterdam uitgewerkt en vrijgegeven voor discussie. De nota*) met de scenario's geeft een beeld van de gevolgen voor woningbouw en infrastructuur, laat zien waar de komende collegeperiode de belangrijkste beleidsbeslissingen liggen en doet daarvoor aanbevelingen. Politieke partijen kunnen hiermee hun voordeel doen bij de opstelling van de verkiezingsprogramma's.

Groei

Uit deze nota blijkt dat de groei in de regio Amsterdam een voorwaarde is voor succesvolle landelijke groei: * De regio heeft de afgelopen jaren meer dan gemiddeld bijgedragen aan de nationale groei. * De afgelopen tien jaar groeide het totale arbeidsvolume in de regio Amsterdam gemiddeld 0,33% meer dan het landelijke gemiddelde (1,53% per jaar tegen 1,19%). * De groei op basis van de nieuwe CPB-cijfers is ook voor de Amsterdamse regio lager dan werd verondersteld o.b.v. de oude CPB-cijfers.

De opstellers van de nota stellen voor om planologische reserveringen te baseren op het hoogste van de vier regionale groeiscenario's uit deze nota. Dit is afgerond 1,2% groei van het arbeidsvolume per jaar. Dit hoogste groeiscenario komt namelijk overeen met de economische ambitie die door de bestuurlijke partners in de Noordvleugel**) eind vorig jaar is vastgesteld. Met dit scenario ligt de groeiverwachting voor de regio Amsterdam nog steeds 0,3 à 0,4% hoger dan het landelijke gemiddelde. Overigens blijkt de gemiddelde groei in de afgelopen vijftien jaar hoger dan het meest gunstige groeiscenario in de nota.

Bij de voorbereiding van concrete projecten is een flexibele aanpak mogelijk: bij tegenvallend economisch tij kan worden afgeremd, terwijl er bij een opleving ruimte is om projecten sneller te realiseren.

Sterke internationale oriëntatie

In economisch opzicht is de regio Amsterdam de succesvolste regio van Nederland. Deze regio kent meer dan andere regio's een sterke internationale oriëntatie. Enerzijds door de nabijheid van de luchthaven met rechtstreekse verbindingen met internationale metropolen, anderzijds door de historische stad, het culturele klimaat, het voorzieningenniveau en het groenblauwe landschap. Andere economische regio's in Nederland kunnen deze rol niet zomaar overnemen. De Amsterdamse regio ondervindt eerder concurrentie van buitenlandse metropolitane gebieden.

De regio is vooral sterk in de clusters `coördinatieactiviteiten' (hoofdkantoren en financiële diensten), `ICT & nieuwe media', `luchthaven & wegvervoer en distributie', `toerisme & congreswezen' en `zakelijke diensten'. De verwachting is dat deze clusters ook de komende vijftien jaar voor groei gaan zorgen.

Overheidsinvesteringen voorwaardenscheppend

De economische dynamiek blijft vermoedelijk hoog. Bij het draaiende houden van deze voor de nationale economie belangrijke regionale motor zijn niet zozeer groeipotentie en investeringsbereidheid het probleem, maar de tijdige realisering van projecten, gelet op de lange procedures en benodigde middelen. Voor een deel zijn daarbij factoren van buiten als internationale, financiële en economische ontwikkelingen van invloed, voor een deel kan landelijk en regionaal beleid van investeringen en maatregelen de economische groei stimuleren.

Groei beroepsbevolking nodig

In alle economische scenario's speelt vergrijzing een grote rol. De mate waarin Nederland vergrijst en het tempo waarin de bevolkingsgroei afneemt, zijn afhankelijk van het niveau van de buitenlandse migratie en verschillen per scenario. In de Amsterdamse regio zal de vergrijzing later toenemen dan in de rest van het land. Maar bij de drie scenario's met economische groei zal de aanwezige beroepsbevolking moeten worden aangevuld met goed opgeleide arbeidsmigranten van buiten de regio.

Beperkende factoren

Gegeven de verwachte toename van de beroepsbevolking zijn er voor onze regio drie belangrijke ontwikkelingen die zonder overheidsingrijpen problemen kunnen opleveren: 1. De huisvesting van arbeidskrachten die de economische groei moeten waarmaken. De woningbehoefte zal niet alleen op de aanwezige bevolking moeten worden afgestemd, maar ook op de instromende arbeidsmigranten. 2. De bereikbaarheid van de regio en tussen de centra in de regio. Behalve bij het 0%-groeiscenario zal in alle andere gevallen het woon-werkverkeer toenemen, ook bij een hoge woningproductie. 3. De milieukwaliteit. De compacte verstedelijking en bijbehorende gebundelde infrastructuur leiden zonder ingrijpen tot een verslechterende lokale milieukwaliteit.

Robuuste maatregelen

Zeven maatregelen zijn volgens de nota onvermijdelijk, ongeacht de richting waarin de economie zich zal ontwikkelen. Door regionale en gemeentelijke overheden moet bij Rijk en provincie worden aangedrongen:

1. op flexibiliteit en op instrumenten die antwoord kunnen geven op versnelling in de ontwikkelingen op het gebied van economie, huisvesting en mobiliteit. Ook in de komende decennia wisselen perioden van snelle economische groei zich af met recessies. De gepresenteerde groeipercentages zijn slechts gemiddelden. Om in te spelen op snelle groei zijn instrumenten nodig om het bestaande effectiever en gerichter te benutten. Ook is beschikbaarheid van voldoende terreinen en gebouwen nodig om nieuwe groeisectoren te kunnen bedienen.

2. op concrete keuzes in het milieubeleid. Vooral bronmaatregelen in het verkeer zijn belangrijk. Er start een pilot voor beprijzing van het gebruik van verkeersinfrastructuur, die daadwerkelijk moet leiden tot invoering. De voorstellen van de commissie Nouwen worden ondersteund. Rigoureuze emissiemaatregelen voor voertuigen samen met beprijzing dringen de luchtverontreiniging terug en vergroten de mogelijkheden om de stedelijke dynamiek te ondersteunen.

3. op een forse investering in de infrastructuur. Deze is onontkoombaar en vraagt ruimtelijke reserveringen die gelijke tred moeten houden met de uitbreiding van het oppervlak voor woon- en werkfuncties en voorzieningen. Het gaat hierbij om ruimte voor rijdend verkeer (wegen en ov-verbindingen), transfervoorzieningen (stations en halten) en parkeervoorzieningen (garages en stallingen). Zonder deze extra reservering lopen de ruimtelijke programma's ernstige bereikbaarheids- en afzetrisico's.

4. op een onverminderde hoge bruto woningproductie in alle scenario's met oog voor de vraag naar specifieke woonmilieus en de huisvesting van de beroepsbevolking, inclusief arbeidsmigranten.

5. op actief investeren in de verscheidenheid van woon-, werk- en recreatiemilieus als essentiële vestigingsplaatsfactor voor bedrijven en particulieren, en in voldoende aanbod dat snel door de markt kan worden (her)ontwikkeld.

6. op voortzetting van het beleid van concentratie van arbeidsintensieve bedrijvigheid en publiektrekkende voorzieningen in gespecialiseerde en goed bereikbare centra.

7. op het verder uitwerken van de scenario's, die een zeer nuttig referentiekader bieden voor de lange termijnaanpak van sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Uit de globale regionale vertaling van de vier scenario's bleek al dat een verhoogde aandacht voor scholing van de toekomstige beroepsbevolking nodig is en dat een betere aansluiting van het onderwijsprogramma op de vraag uit het bedrijfsleven essentieel is voor economische groei.

Beleidsaanbevelingen

Gezien de financiële ruimte voor ruimtelijke ontwikkelingen zijn keuzes onvermijdelijk. De nota biedt per beleidsthema en per scenario specifieke aanbevelingen. De voor élk scenario relevante beleidsdoelstellingen zijn: * In de Zuidas blijven inzetten op de ontwikkeling van het topsegment. Elders de realisering van kantoorlocaties buiten ov-knooppunten ontmoedigen en herontwikkeling van incourante kantoorpanden stimuleren. * In de zone Schiphol-Westpoort (extra) ruimte bieden aan logistieke bedrijven. In en bij de stad het beleid voor het stimuleren van kleinschalige bedrijvigheid, herstructurering en optimalisering ruimtegebruik voortzetten. * Blijven streven naar een hoge woningproductie en naar diversiteit van de woningvoorraad (nieuwbouw en bestaande). Omvang en kwaliteit van de voorraad goedkope huurwoningen in de gaten houden. Verdere ontwikkeling van IJburg/Zeeburgereiland en Noordelijke IJ-oevers.

*) `De toekomst van de familie Grootmokum, voorsorteren op een nieuwe collegeperiode', opgesteld door de gemeentelijke Projectgroep Ruimtelijke Investeringen o.b.v. de vier meest recente CBP-scenario's.

**) Gezamenlijke overheden in de Noordvleugel van de Randstad.

Het rapport is te downloaden op www.dro.amsterdam.nl Op deze pagina _Toc107727059