8-7-2005, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER STAND VAN ZAKEN TEN AANZIEN VAN CRISISBEHEERSING IN NEDERLAND EN HET
REFERENDUM
PRESENTATOR:
Je hebt vandaag gesproken met de premier, ik neem aan dat Balkenende wel
erg onder de indruk is van de gebeurtenissen in Londen.
WALLAART:
Ja, zeker, en dan vooral van het optreden van Tony Blair, de Britse
premier, daar is iedereen echt vol lof over. Ik sprak Balkenende vanmiddag
en vroeg hem als eerste of hij nog contact had gehad met zijn ambtsgenoot
op Downingstreet.
BALKENENDE:
Ik heb premier Blair een persoonlijke brief geschreven waarin ik het
medeleven vanuit Nederland, de Nederlandse regering en ook mezelf heb
overgebracht omdat wat zich heeft afgespeeld natuurlijk het ergste is wat
je kan treffen. Terroristische aanslagen waarin mensen die volstrekt
schuldeloos zijn om het leven worden gebracht, moedwillig.
WALLAART:
Het is niet de eerste keer dat we opgeschrikt worden door zo'n grote
aanslag. 11 september, Bali, Madrid, Casablanca, Istanbul. Merkt u nou bij
uzelf een gevoel van gewenning?
BALKENENDE:
Het went nooit. Ergens wel dat de realiteit van terrorisme er is. Het kan
overal neerslaan, in tal van plaatsen, steden, landen waar het gebeurt. Dat
is het erge. Mensen kunnen worden gegijzeld, samenlevingen kunnen worden
gegijzeld, dat is de realiteit van vandaag. Dat went nooit maar het doet
elke keer enorm veel pijn.
WALLAART:
Toch heeft het kabinet niet besloten, zoals bijvoorbeeld na Madrid, om een
nationale minuut stilte te houden. Waarom niet?
BALKENENDE:
Omdat we in de eerste plaats rekening willen houden met hoe men in Engeland
met het verdriet, met de pijn omgaat. Daar laten we ons door leiden.
WALLAART:
Vandaar zoiets van: we laten ons niet kisten, we gaan niet rouwen, gewoon
doorgaan.
BALKENENDE:
Ik vind het ook heel goed dat wij ons als Nederlanders rekenschap geven van
de manier waarop men het verdriet, de pijn in Groot-Brittannië verwerkt.
Wij zullen ons daarbij aansluiten.
WALLAART:
Nu heeft Nederland ook enige ervaring met terrorisme, met name de
moordaanslag op Theo van Gogh. Deze aanslag werpt nu toch weer vragen op
over de persoonsbeveiliging bijvoorbeeld. Is die naar uw oordeel op dit
moment adequaat?
BALKENENDE:
Wij doen het maximale, wanneer gegevens aanwezig zijn, wanneer er
dreigingen zijn, om mensen te beschermen. Dat is gedaan op basis van
ervaringen uit het verleden. Naar mijn oordeel doen we het maximaal
mogelijke. In die zin is er sprake van adequaat optreden. Aan de andere
kant is het natuurlijk nooit zo dat je garanties kunt geven.
WALLAART:
Er is de afgelopen tijd ook flink veel kritiek geweest op dat systeem van
persoonbeveiliging. Vandaag bijvoorbeeld nog in Trouw: de zus van Theo van
Gogh die de AIVD verwijt niet alert te zijn geweest. Kamerlid Hirsi Ali
heeft onlangs zelf nog voor een parlementaire enquête gepleit. Heeft u
begrip voor dat soort geluiden?
BALKENENDE:
Natuurlijk is het zo dat wanneer mensen zelf te maken hebben met
bedreigingen of wanneer je familieleden verliest, dat die pijn buitengewoon
groot is, dat men ook met een kritisch oog kijkt naar wat er is gebeurd.
Natuurlijk wordt dan de vraag gesteld; had een zaak voorkomen kunnen
worden? Ik begrijp heel goed dat die vragen worden gesteld. Maar we hebben
de afgelopen jaren wel enorme slagen gemaakt, dat weet iemand als Hirsi Ali
zelf ook. Wanneer sprake is van bedreigingen, internet of anderszins, dan
wordt er ook opgetreden.
WALLAART:
Londen heeft gisteren veel waardering gekregen voor de kalme manier waarop
ze met de aanslagen zijn omgegaan. Doet uw kabinet eigenlijk genoeg om het
publiek op een aanslag voor te bereiden?
BALKENENDE:
Dat doe je natuurlijk door eerlijk het verhaal te vertellen. Als er
aanknopingspunten zijn, dan ook direct actie te ondernemen. Er zij twee
dingen: het ene is dat je steeds maximaal probeert die informatie te
krijgen die nodig is en dat is het werk van inlichtingendiensten, van
internationale contacten. Het andere is; wanneer weer sprake is van
concrete aanwijzingen, dat je dan ook alert handelt, dat je ook zichtbaar
bent. Dan zullen mensen vanuit het leger ergens optreden , dan zullen we te
maken hebben met extra controles op wegen. Dat is afhankelijk van de
situatie en je moet oppassen dat er een beeld gaat ontstaan dat niet nodig
is, want je moet ook geen paniek hebben, dat is ook verkeerd.
REFERENDUM
WALLAART:
Ander onderwerp nu, het referendum. Het kabinet heeft vandaag geconstateerd
dat het referendum, de dag van het referendum over de Europese Grondwet, in
brede kring leeft. Toch blijft u, zo begrijp ik, persoonlijk een hardnekkig
tegenstander van het instrument. Waarom toch?
BALKENENDE:
We weten allemaal dat er voor- en tegenstanders zijn van het referendum.
WALLAART:
U bent tegenstander.
BALKENENDE:
Ik heb zelf altijd gezegd dat ik kies voor de representatieve democratie,
ik kies voor de vertegenwoordigende democratie omdat ik denk dat het van
groot belang is dat we belangen afwegen, dat je discussie hebt over
politieke idealen en uitgangspunten.
WALLAART:
Dat is echt een principe van u.
BALKENENDE:
Dat is een principe. En geen misverstand; zo heb ik er altijd in gezeten en
dat zal ik ook blijven doen. Maar tegelijkertijd ben ik minister-president
en ik wil op een integere manier omgaan met afspraken die we hebben gemaakt
en dat doe je met respect voor de verschillende posities.
WALLAART:
En dan zou het dus zomaar kunnen dat u de geschiedenis ingaat als de
premier onder wie het referendum werd ingevoerd in Nederland. Is dat een
aantrekkelijk vooruitzicht?
BALKENENDE:
Je kunt persoonlijke opvattingen hebben maar het wezen van een
coalitiekabinet is dat je bereid bent om met elkaar afspraken te maken. Als
je dat niet wilt, dan moet je dat werk niet doen. Wat hebben we nu gezegd
in het Paasakkoord; er zal een onderzoek komen naar het referendum,
burgerinitiatief. Toen hebben we gezegd en dat is de afgelopen dagen ook
bekrachtigd: we gaan het onderzoek doen om een analyse te kunnen hebben van
de verschillende typen referenda. Dat is nodig omdat wij onze positie
moeten bepalen in de relatie tot het debat in de Tweede Kamer omdat daar
het initiatiefvoorstel ligt.
WALLAART:
U laat het dus aan de Tweede Kamer.
BALKENENDE:
Ja, want wij hebben niet met elkaar afgesproken dat het kabinet met een
voorstel komt over een referendum, dat was ook niet de strekking van de
afspraken in het Paasakkoord. Maar we hebben wel afspraken gemaakt van hoe
we met een referendum omgaan en wat dat betreft hebben we vandaag
kabinetsbreed deze lijn getrokken. Het kabinet neemt niet het initiatief,
we gaan nu wel intensief aan de hand van de notie van Pechtold praten over
de voors en tegens van verschillende varianten van referenda en vervolgens
is dat dan ook de input van het kabinet in de Tweede Kamer over het
initiatiefwetsvoorstel over een referendum.
WALLAART:
Het klinkt niet als een heel erg daadkrachtig besluit van dit kabinet om
wel of niet dat referendum in te voeren. Dat vind ik een beetje a-typisch
voor dit kabinet.
BALKENENDE:
Maar u moet weten dat ook in het kabinet over het referendum niet identiek
wordt gedacht. We hebben ook niet de afspraak gemaakt dat we als kabinet
met een voorstel zouden komen. Maar we gaan op deze manier de discussie
aan, op een goede manier waarmee we rekening houden met verschillende
posities maar waarin we wel zeggen: we moeten goed onder ogen zien wat voor
verschillende vormen er zijn van referenda, wat zijn de voors en tegens en
dan zullen we de balans opmaken. Dat is dan denk ik hetgeen minister
Pechtold nodig heeft in zijn contacten met de Kamer.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LJ)
Ministerie van Algemene Zaken