|Aan de voorzitter van de Tweede Kamer | |
|Postadres | | |der Staten-Generaal | |Postbus 9 | |Postbus 20018 | |2500 EA Den Haag | |2500 EA Den Haag | |Bezoekadres | | | | |Binnenhof 19, Den Haag | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Datum |Kenmerk |Onderwerp | | |7 juli 2005 |05R492213 |Rapportage coproducties | | | | |2004 | | |Hierbij ontvangt u het overzicht van de coproducties die in 2004 in samenwerking tussen ministeries en omroepen tot stand zijn gekomen. Kijkers moeten kunnen weten dat de overheid financieel betrokken is bij een coproductie en met welk doel. In de aan- en aftiteling van een coproductie moet worden aangegeven dat een ministerie heeft bijgedragen. De Tweede Kamer heeft verzocht om die herkenbaarheid van de overheid als afzender van een boodschap te controleren. Daarom is er een aanmeldingsprocedure voor coproducties en worden aanmeldingen getoetst door de RVD. In deze toetsingsprocedure wordt onder andere onderzocht wat de omvang is van de financiële inbreng van de overheid en of de herkenbaarheid van de overheid in aan- en aftiteling goed is geregeld.
Om de vrijblijvendheid van eerdere richtlijnen op te heffen, zijn de coproductierichtlijnen vastgelegd in aanwijzingen van de minister- president. Dit is het vaststellingsbesluit 'aanwijzingen inzake coproducties en andere omroepprogramma's', dat geldt per 1 januari 2005. De coproducties uit 2004, waarover hier wordt gerapporteerd, zijn nog beoordeeld op de eerdere richtlijnen, die minder strikt zijn.
Over 2004 zijn in totaal 13 coproducties gerealiseerd. Van de 13 bij de RVD bekende coproducties zijn er 10 aangemeld en gerealiseerd conform de richtlijnen.
Twee coproducties zijn wel aangemeld, maar niet gerealiseerd conform de richtlijn. Het betrof in beide gevallen onvolledige aftiteling van het programma. De motivatie, het beleidsonderwerp, waarop de betrokkenheid van het ministerie bij de coproductie was gebaseerd, werd niet in de aftiteling genoemd.
Eén coproductie is niet van te voren aangemeld bij de RVD en dus niet getoetst.
Het betrof de productie 'Met één been in de finale' (VWS). Na de uitzending, waarbij door de RVD is vastgesteld dat het hier een coproductie betrof en de aftiteling niet conform de richtlijn was, is het betrokken ministerie gewezen op de verplichte aanmeldingsprocedure. Vervolgens is het programma alsnog achteraf aangemeld. De betrokkenheid van VWS kwam onvoldoende naar voren in de aftiteling. Het ministerie is hier uitdrukkelijk op gewezen.
In de bijlage vindt u van elke bij de RVD bekende coproductie een korte beschrijving.
Conclusie:
De coproducties en de regels die er mee verbonden zijn kregen in 2004 meer aandacht van de ministeries dan in 2003. Deze aandacht werd gegenereerd door de interne communicatie over de nieuwe aanwijzingen voor coproducties per 1 januari 2005. Het gevolg hiervan was dat de aanmeldingen die binnenkwamen meer conform de richtlijn waren dan in voorgaande jaren.
De verwachting is dat deze trend zich in 2005 verder zal voortzetten. De nieuwe aanwijzingen geven een duidelijke structuur aan het middel coproducties en daarnaast zal de aandacht van de RVD ertoe leiden dat ministeries en andere bestuursorganen meer aandacht aan dit onderwerp schenken.
DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
Mr.dr. J.P. Balkenende