Federale regering Belgie
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de dodelijke
slachtoffers en de gewonden die gisteren vielen in de Democratische
Republiek Congo (DRC).
(2005-07-04)
Persdienst Buitenlandse Zaken
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de dodelijke
slachtoffers en de gewonden die gisteren vielen in de Democratische
Republiek Congo (DRC).
Brussel, 1 juli 2005
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de dodelijke
slachtoffers en de gewonden die gisteren vielen in de Democratische
Republiek Congo (DRC).
«Zowel in de hoofdstad Kinshasa als in Goma en in de Kasaï provincie
vielen gisteren slachtoffers. Ik wil in de eerste plaats mijn
medeleven met alle nabestaanden uitdrukken. Deze spijtige
gebeurtenissen stonden weliswaar niet steeds in verband met de
symbolische datum van 30 juni, maar ze zijn wel een symptoom van het
feit dat Congo een land is dat nog steeds een ontoelaatbaar niveau van
geweld kent», aldus Minister De Gucht.
De Minister vraagt om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar
de verschillende incidenten, hetgeen door de VN-vredesmissie in de DRC
(MONUC) kan uitgevoerd worden.
«Zowel de oppositie als de regering moeten nu blijk geven van
sereniteit en gematigdheid in hun optreden. Bij betogingen,
arrestaties en detentie moeten de mensenrechten en de regels van de
rechtsstaat door de regering gerespecteerd worden. De oppositie moet
van haar kant onnodige provocaties en oproepen tot geweld vermijden en
zelfs veroordelen», volgens de Minister.
«Ik wens er nogmaals de nadruk op te leggen dat het transitieproces in
een heel delicate fase zit. Het verkiezingsproces moet volledig
uitgevoerd worden. Geef na tientallen jaren aan het Congolese volk
eindelijk de kans hun leiders te kiezen. Het verdient dit», aldus tot
slot Minister De Gucht.