Persbericht 05/059
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
05 april 2005
Nr. 05/059
Per 1 juli meer keuzevrijheid bedrijven bij aanpak
arbeidomstandigheden
Vanaf 1 juli 2005 mogen branches en bedrijven kiezen hoe ze de
preventie en begeleiding van ziekteverzuim regelen. Nu nemen ze daar
verplicht een arbodienst voor in de arm. De Eerste Kamer is akkoord
gegaan met een wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld. Met instemming
van vakbonden, ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, mag
een branche of bedrijf zelf de zogenoemde arbodienstverlening regelen.
Ook mogen ze daarvoor een andere partij inschakelen, zoals een
branche-organisatie.
Met de wet geeft staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid bedrijven de keuze om de arbodienstverlening aan te
passen aan de omstandigheden en mogelijkheden van het bedrijf. Ook wil
hij de betrokkenheid van bedrijven bij arbeidsomstandigheden
vergroten.
Als branches en ondernemingen niet gebruikmaken van een arbodienst,
moeten ze er wel voor zorgen dat de arbodienstverlening met voldoende
kennis van zaken wordt aangepakt. Zo zal er altijd een contract moeten
zijn met een bedrijfsarts voor begeleiding van ziekteverzuim. Ook
worden eisen gesteld aan de deskundigheid van degene die de zogenoemde
risico-inventarisatie en -evaluatie toetst. In dat verplichte document
worden risico's voor arbeidsomstandigheden in kaart gebracht en wordt
vastgelegd hoe die zoveel mogelijk kunnen worden vermeden.
Voor kleine bedrijven zijn de kosten van een toets door een arbodienst
- of in de toekomst - deskundige naar verhouding hoog. Daarom mogen
kleine bedrijven tot en met tien werknemers in de toekomst werken met
een standaard checklist voor de risico-inventarisatie en -evaluatie,
als die in de CAO wordt vastgesteld. De verplichte toets van dit
document mag dan achterwege blijven. Daarnaast hebben de arbodiensten
een eenvoudiger (en dus goedkopere) toets afgesproken voor bedrijven
met minder dan 26 werknemers die met zo'n standaard checklist werken.
Bij de eenvoudige toets blijft bijvoorbeeld een bedrijfsbezoek in
principe achterwege.
Tot slot moeten bedrijven meer gebruikmaken van deskundigheid in het
bedrijf zelf bij de zorg voor goede arbeidsomstandigheden en het
voorkomen van ziekteverzuim. In de toekomst moeten werkgevers zich
laten bijstaan door één of meer deskundige werknemers
(preventiemedewerkers) die verstand hebben van veiligheid en
gezondheid bij de dagelijkse werkzaamheden in het eigen bedrijf. Bij
kleinere bedrijven (minder dan 15 werknemers) mag dat ook de werkgever
zijn. In de risico-inventarisatie en -evaluatie van het bedrijf wordt
vastgesteld hoe deskundig werknemers of werkgever moeten zijn.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid