D66
Om de economie weer aan de praat te krijgen, moet het kabinet een
gebaar maken naar de middeninkomens. Juist zij voelen de meeste pijn
van de hervormingen van het kabinet, terwijl zonder hun steun de
economie niet opnieuw op gang zal komen. Daarom is een gerichte
lastenverlichting nu nodig, vindt D66-kamerlid Bert Bakker.
Een belangrijke oorzaak van het trage economische herstel is gelegen
in de lage consumentenbestedingen. Consumenten houden de hand op de
knip, zo luidt een veel gehoorde klacht van vooral de detailhandel.
Dat veronderstelt dat er nog wat in die knip zit. Voor veel mensen is
de portemonnaie echter leeg. Dat geldt zeker niet alleen voor de
mensen op het minimum; zij worden door de politiek doorgaans zoveel
mogelijk ontzien en gecompenseerd. Veel meer geldt dit de
middengroepen. De politieman, ICT'er, verpleegster en
callcentermedewerker hebben al enkele jaren te leiden onder
stagnerende inkomens en fors stijgende lasten.
Ook de afgelopen weken hebben alle economische instituten de
groeicijfers naar beneden bijgesteld. Dat heeft veel te maken met de
hoge olieprijs. Kritiek is er echter ook op het kabinet, onder meer
geuit door de Raad voor Economisch Adviseurs van de Tweede Kamer. De
linkse oppositie pleit daarom ook op tal van punten voor uitstel van
de structurele hervormingen tot betere tijden.
Dat laatste is een slecht idee. Moeilijke hervormingen kunnen veel
beter worden doorgevoerd in een periode dat het goed gaat. De ervaring
leert echter, dat de politiek juist in goede tijden geneigd is
achterover te leunen en de voorspoed zelfgenoegzaam te accepteren. Dat
geldt zeker op het moment dat de sociaal-democraten in de regering
zitten. Met slogans als "private rijkdom gaan niet samen met publieke
armoede" wordt de regering onder druk gezet hervormingen uit te
stellen en de fiscale teugels minder strak te houden als zou moeten.
Die beleidsverlamming tijdens paars 2 was tekenend, maar ook in
eerdere oplevingen heeft dit mechanisme zich voorgedaan. Alleen als de
economie als probleem wordt ervaren is er in de polder en het
parlement steun voor noodzakelijke hervormingen.
De lage euro en het feit dat Nederland ook binnen de Europese context
slecht presteert onderstreept de noodzaak van de structurele
hervormingsagenda van het kabinet. Bovendien zijn de doelstellingen
niet alleen van financiële aard. Het nieuwe zorgstelsel is ook bedoeld
om de positie van de patiënt te versterken en de nieuwe WAO moet
mensen met een beperkte handicap beter reïntegreren.
Tegelijkertijd constateren we, dat hervormingen niet bedoeld zijn om
de motor van de economie op korte termijn weer aan de praat te
krijgen. Daarvoor is smeerolie nodig. Mijn stelling is, dat wie
structureel hervormt zich conjunctureel enige ontspanning kan
permitteren. Het financieringstekort ontwikkelt zich redelijk, mede
doordat het kabinet de hogere aardgasbaten contentieus gebruikt voor
aflossing van de staatsschuld. Dat is hard nodig, met het oog op de
vergrijzing. Maar dit beleid biedt, nu het echt nodig is, ruimte voor
enige ontspanning.
Dit is het moment voor het kabinet en de kamer om een krachtig signaal
van vertrouwen uit te zenden. Een terecht vertrouwen, omdat het
hervormingsbeleid en het verantwoorde fiscale beleid van het kabinet
uiteindelijk hun vruchten zullen afwerpen. Dat vertrouwen moet echter
ook worden overbracht op de middengroepen die tot dusver vooral last
hebben gehad van de maatregelen.
De middengroepen hebben door hun omvang en collectieve koopkracht de
potentie om de economie weer op gang te helpen. Bovendien, waar er
pijn is te verdelen komt dit doorgaans exclusief bij de middengroepen
terecht. Er is brede consensus in de Nederlandse politiek dat de
lagere inkomens voor alle mogelijke inkomenseffecten gecompenseerd
dienen te worden. De hogere inkomens zijn doorgaans toch al niet
afhankelijk van allerlei regelingen, waardoor de hervormingen daarvan
hen niet zozeer treft. Dat de middengroepen doorgaans de klos zijn is
niet rechtvaardig. Juist dit zijn de mensen zijn die elke dag hard te
werken om het hoofd boven water te houden en daarmee de economie vlot
trekken.
Willen we het vertrouwen in de toekomst herstellen, dan moet het
kabinet dus gericht de middeninkomens helpen. Dat zou bijvoorbeeld
kunnen door afschaffing van het lesgeld. De lagere inkomens betalen
ook lesgeld, maar krijgen dit weer terug van de overheid. Juist die
compensatie maakt afschaffing van het lesgeld een relatief goedkope
maatregel omdat meteen een stuk rondpompbureaucratie wordt afgeschaft.
Daarnaast blijft het vergroten van de arbeidsparticipatie een
belangrijke doelstelling waaraan lastenverlichting voor de
middengroepen een bijdrage kan leveren. De nieuwe wet kinderopvang
heeft helaas precies zo rampzalig uitgepakt als eerder door D66 was
voorspeld. De arbeidsparticipatie van jonge moeders loopt terug omdat
de kinderopvang niet meer te betalen is. Dit gaat om mensen in het
spitsuur van hun leven; de mensen met een gemiddeld inkomen die de
Nederlandse economie dragen. Door de kosten van kinderopvang te
verlagen worden juist zij gecompenseerd, terwijl tegelijkertijd de
arbeidsparticipatie wordt vergroot.
Tot slot zou de regering eindelijk iets moeten doen aan de almaar
stijgende lokale lasten. Helaas blijkt de lokale democratie in veruit
de meeste gemeenten onvoldoende zelfreinigend te werken, gezien de
jaarlijkse forse lastenstijgingen die bijna altijd ruim boven de
inflatie liggen. Het blijkt toch makkelijker voor gemeenten om
rekeningen door te schuiven naar de inwoners dan om zelf lastige
keuzes maken, zoals op landelijk niveau wel gebeurt. Het rijk zou de
gemeenten een handje moeten helpen door de lokale lasten tenminste
voor 2006 en 2007 te bevriezen. Zo worden gemeenten gedwongen een
oefening te doen in het maken van keuzes, terwijl opnieuw de
middeninkomens profiteren.
Er is sprake van een onbestemd gevoel van malaise en van
internationale vertraging van de groei. De Nederlandse regering heeft
echter ruimte en reden om daar zelf iets tegen te doen.
Bert Bakker is lid van de Tweede Kamer voor D66
28-6-2005 19:34