Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
30 juni 2005
Ons kenmerk
IVW/DL/OV/05.555874
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040515260
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Bijgaand vindt u de antwoorden op de vragen van het lid Verdaas over de eigen verantwoordelijkheid van de vakantieganger bij het beoordelen van de veiligheid van luchtvaartmaatschappijen.


1. . Kent u het bericht op de website van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) "Is een vliegmaatschappij onder verscherpt toezicht veilig?


1. Ja.


2. Deelt u de mening dat een passagier die in Nederland aan boord van een vliegtuig stapt, er vanuit moet kunnen gaan dat dit vliegtuig voldoet aan de door Nederland gestelde wettelijke vereisten ten aanzien van de veiligheid? Hoe verklaart u in dit licht de uitspraak van de IVW dat vakantiegangers zelf verantwoordelijkheid dienen te nemen door vooral kritisch te zijn bij al die mooie vakantieaanbiedingen en te beseffen dat een luchtvaartmaatschappij veel geld nodig heeft om een vliegtuig veilig in de lucht te houden en er een getrainde bemanning op na te houden?


2. Een passagier die in Nederland aan boord van een vliegtuig stapt moet er in principe inderdaad vanuit kunnen gaan dat dit vliegtuig voldoet aan de door Nederland gestelde wettelijke vereisten. Veiligheidseisen van vliegtuigen zijn internationaal vastgesteld. Als basis hiervoor geldt het verdrag van Chicago welke zijn weerslag vindt in de vastgestelde internationale standaards van de International Civil Aviation Organisation (ICAO).
Dit zijn minimum standaards. Elk land kan op basis van souvereiniteit additionele eisen stellen. In Europa zijn er op basis van de ICAO standaards nadere veiligheidseisen uitgewerkt binnen de Joint Aviation Authorities (JAA). De operationele JAA- eisen zijn in de Nederlandse wet- en regelgeving vastgelegd. De technische eisen zijn inmiddels in EU regelgeving vastgelegd.
Verdragsrechtelijk is Nederland in principe gehouden vliegtuigen die aan de ICAO

eisen voldoen en een vergunning tot vluchtuitvoering hebben van het land van herkomst te accepteren. De autoriteiten van het land van herkomst van het vliegtuig zijn primair verantwoordelijk voor wat betreft de veiligheid van het vliegtuig.
Nederland kan niet ingrijpen in veiligheidssystemen van andere landen. De Inspectie Verkeer en Waterstaat kan haar invloed op de veiligheid van niet-Nederlands geregistreerde vliegtuigen wel uitoefenen door middel van gerichte inspecties en de daaraan gekoppelde maatregelen. Dit geschiedt in het kader van het SAFA (Safety Assessement Foreign Aircraft) inspectie programma.
Luchtvaartmaatschappijen die in dit kader onder verscherpt toezicht staan worden

onder andere geplaatst op de internet site van de Inspectie (www.ivw.nl).

Van vakantiegangers mag zelf ook een kritische houding worden verwacht bij het besluit voor een bepaalde luchtvaartmaatschappij te kiezen door onder andere gebruik te maken van de beschikbare informatie. Ook binnen de EU wordt aansluiting gezocht bij deze ontwikkeling. Een EU- verordening inzake het, ten behoeve van het publiek, publiceren van informatie over luchtvaartmaatschappijen die in ernstige mate niet aan veiligheidsnormen voldoen is in voorbereiding.


3. Deelt u de mening dat de uitspraak van de IVW onherroepelijk het beeld oproept dat goedkope vluchten per definitie ook onveilige vluchten zijn? Hoe rijmt u dit beeld met het gegeven dat een budgetmaatschappij als Inter Airlines dit jaar nog is genomineerd voor de titel 'Most efficiënt Airline', welke eenmaal per jaar wordt uitgereikt door Amsterdam Airport Schiphol?

3. Indien de uitspraak van de Inspectie Verkeer en Waterstaat het beeld zou oproepen dat goedkope vluchten per definitie ook onveilige vluchten zijn betreur ik dat ten zeerste.
Het is geenszins de bedoeling de suggestie te wekken dat goedkope vluchten per definitie onveilige vluchten zijn. De Inspectie Verkeer en Waterstaat werkt aan een veilige luchtvaart. Zij is echter niet in staat 100% controles uit te voeren en doet een beroep op het gezonde verstand van de vakantieganger. Deze moet vooral kritisch zijn bij al die mooie vakantieaanbiedingen. Men moet beseffen dat een luchtvaartmaatschappij veel geld nodig heeft om een vliegtuig veilig in de lucht te houden en er een getrainde bemanning op na te houden. Ervaring heeft geleerd dat economie en veiligheid op gespannen voet kunnen staan. Het exploiteren van een luchtvaartmaatschappij kost veel geld. Ervaring heeft ook geleerd, dat wanneer er keuzes gemaakt moeten worden dit soms ten koste gaat van de veiligheidsaspecten. Op basis van de in het kader van de SAFA inspecties verkregen informatie wordt er ten aanzien van die luchtvaartmaatschappijen welke daartoe aanleiding geven een verscherpt toezicht ingesteld. In het licht van de voorgestane transparantie van de Inspectie wordt dit op de web site van de Inspectie vermeld. De web site van de Inspectie zal zodanig worden aangepast dat elke suggestie als zouden goedkope vluchten per definitie ook onveilige vluchten zijn wordt vermeden.


4. Vindt u dat het -deels- aan de consument is om te beoordelen of een luchtvaartmaatschappij 'veilig genoeg' is? Zo ja, hoe kan een consument volgens u tot een goed oordeel komen? Zo neen, hoe rijmt u dat dan met de uitspraak van de IVW?


5. Bent u niet bevreesd dat deze uitspraak van de IVW leidt tot verwarring onder passagiers en op zijn minst de suggestie wekt dat je beter niet in elk vliegtuig dat in Nederland is toegelaten, kunt stappen?


4. en 5. Het is binnen de ICAO eisen aan de passagier om te beoordelen of een te kiezen luchtvaartmaatschappij voldoet aan zijn veiligheidseisen. Om deze reden zijn luchtvaartmaatschappijen die onder verscherpt toezicht staan te vinden op de web site van de Inspectie. Ook kunnen passagiers zich een oordeel vormen over luchtvaartmaatschappijen door middel van het Jaarbericht van de Inspectie Verkeer en Waterstaat dat eveneens op de web site is te vinden (www.ivw.nl). De consument, of vaak ook zijn tussenpersoon (bijvoorbeeld een reisorganisatie), kan tot een goed oordeel komen door informatie in te winnen bij de luchtvaartautoriteit onder wiens verantwoordelijkheid de operatie wordt uitgevoerd.
Ook de publicaties van de Inspectie geven een goede indicatie. De mening dat de uitspraak van de Inspectie Verkeer en Waterstaat tot verwarring leidt onder de passagiers deel ik niet. Als dit wel het geval is, betreur ik dat ten zeerste. De Inspectie Verkeer en Waterstaat wijst de passagiers slechts op een

eigen kritische houding en verantwoordelijkheid in deze. Bij de toelating van niet-Nederlands geregistreerde vliegtuigen op Nederlandse luchthavens kan er immers geen sprake zijn van een 100% controle door de Inspectie Verkeer en Waterstaat.


6. Plaatst deze uitspraak van de IVW goedkope luchtvaartmaatschappijen die wel kritisch zijn op het veiligheidsniveau, niet ten onrechte in een kwaad daglicht?


7. Beïnvloedt de IVW met deze uitspraak niet de marktwerking in de luchtvaart op een negatieve manier, waarbij de duurdere maatschappijen in het voordeel zijn?


8. Bent u bereid de uitspraak van de IVW te herzien en in het verlengde daarvan aan (potentiële) passagiers duidelijk te maken dat de overheid in casu de IVW toeziet op de veiligheid van de luchtvaart en dat de prijsstelling niet perse iets zegt over de veiligheid van een luchtvaartmaatschappij?

6., 7. en 8. Ik ben van mening dat de uitspraak van de Inspectie Verkeer en Waterstaat goedkope luchtvaartmaatschappijen die wel kritisch zijn op het veiligheidsniveau geenszins in een kwaad daglicht plaatsen. De consument wordt slechts een kri-tische houding ten opzichte van luchtvaartmaatschappijen aanbevolen. Er wordt geen oordeel gegeven over welke luchtvaartmaatschappij dan ook.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat geeft op een transparante wijze, onbevooroordeeld haar ervaringen weer met betrekking tot de veiligheidsaspecten in de luchtvaart. Zoals hierboven aangegeven zijn deze ervaringen onder andere terug te vinden in het Jaarbericht van de Inspectie. Mogelijke invloeden op de markt spelen hierbij geen rol en mogen hierbij ook geen rol spelen. De inspectie Verkeer en Waterstaat ziet inderdaad toe op de veiligheid in de luchtvaart. Dit betekent echter niet dat een 100% garantie voor veiligheid kan worden gegeven. De prijsstelling op zich zegt inderdaad niet persé iets over de veiligheid van een luchtvaartmaatschappij. De exploitatiekosten van een luchtvaartmaatschappij versus de inkomsten kan echter wel een indicatie geven.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen