Kwartaalbericht Arbeidsmarkt
Juni 2005
Inhoudsopgave
Samenvatting 2
1. Werkgelegenheid en werkloosheid 5
1.1 Economische groei 5
1.2 Werkgelegenheid 5
1.3 Werkloosheid 8
2. Uitkeringen 11
2.1 Werkloosheidsuitkeringen 11
2.2 Bijstand 11
2.3 Arbeidsongeschiktheid 12
3. Gesubsidieerde arbeid 12
3.1 De ontwikkeling van de gesubsidieerde arbeidsplaatsen onder de WWB 12
3.2 De ontwikkeling van de WSW 13
4. Reïntegratie 14
4.1 Sluitende aanpak 14
4.1.1 Nulmeting. 25% méér uitstroom uit reïntegratietrajecten naar regulier werk 14
4.1.2. Onderzoek WWB 14
4.2 Indicatoren UWV 16
4.3 Indicatoren CWI 18
Bijlage:
Kerngegevens arbeidsmarkt 21
- 1 -
Samenvatting
Economische groei, werkgelegenheid en werkloosheid
Het economisch herstel van ons land verloopt trager dan verwacht. Mede op basis van de rea-
lisatiecijfers over het eerste kwartaal van 2005, heeft het CPB haar groeiraming voor dit jaar
beneden bijgesteld van 1 procent naar een ½ procent in 2005. Voor 2006 wordt een groei ver-
wacht van 2 procent.
Het aantal banen lag in het eerste kwartaal 2005 opnieuw iets lager dan in hetzelfde kwartaal
van 2004: een daling van 78 duizend of 1,1 procent. Een positief signaal is dat de daling de
afgelopen vier kwartalen steeds kleiner is geworden. Met name de werkgelegenheid in de za-
kelijke dienstverlening trok weer aan in de tweede helft van 2004.
Ook de netto arbeidsdeelname is in het 1e kwartaal van 2005 verder gedaald tot 63,7 procent,
tegenover een gemiddelde van 64,1 procent in 2004. In april steeg dit cijfer (voor seizoen ge-
corrigeerd) weer iets tot 63,9 procent.
Stabiel blijven de werkloosheidscijfers en de cijfers over het aantal niet werkenden werkzoe-
kenden (waarover CWI rapporteert). De werkloosheid beweegt zich al enige tijd op een ni-
veau van rond de 6,5 procent van de beroepsbevolking. Het aantal niet-werkende werkzoe-
kenden (waarover CWI rapporteert ) is sinds begin 2004 op min of meer hetzelfde niveau ge-
bleven. Sinds enkele maanden treedt een lichte daling op.
De eerste tekenen van economisch herstel zijn zichtbaar in de cijfers over uitzendwerk dat
eind 2004 ten opzichte van een jaar geleden met 9 procent is gestegen en het aantal open-
staande vacatures in het eerste kwartaal van 2005 25 procent is gestegen ten opzichte van een
jaar eerder.
Uitkeringen
De ontwikkelingen in de uitkeringen laten een wisselend verloop zien. Het volume van werk-
loosheidsuitkeringen, het meest conjunctureel-gevoelig, is licht gestegen van 322.000 eind
2004 naar 338.000 eind maart 2005. Het aantal bijstandsgerechtigden stabiliseert zich op
337.0001 eind 2004. Het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, dat minder afhankelijk is
van de economische situatie, is nog steeds dalende. Eind maart 2005 verstrekte UWV 954
duizend arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, 11 duizend minder dan een kwartaal eerder.
Vooral door de Wet verbetering Poortwachter is de instroom in de WAO gedaald van 92 dui-
zend 2002 tot 59 duizend in 2004. De daling geldt tot nu toe alleen voor de WAO. Het aantal
personen met een WAZ-, resp. Wajong-uitkering blijft ongeveer op hetzelfde niveau.
Gesubsidieerde arbeid
De cijfers over gesubsidieerde arbeid onder de WWB laten zien dat het totaal aantal werkne-
mers op gesubsidieerde arbeidsplaatsen op 31 december 2004 56.025 bedraagt. Het gaat hier
om het aantal WIW-dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen, het aantal In- en Door-
stroombanen alsmede het aantal banen dat tot stand is gekomen met geheel of gedeeltelijke
loonkostensubsidies.
De voorlopige uitkomsten van de WIW-monitor laten zien dat positieve uitstroom (naar regu-
liere arbeid, ander gesubsidieerd werk of scholing) uit de WIW-werkervaringsplaatsen is ge-
stegen naar 77 procent in 2004 ten opzichte van 66 procent in 2003. De positieve uitstroom uit
dienstbetrekkingen is licht gestegen naar 39 procent, tegen 38 procent in 2003.
1 Thuiswonenden, onder de 65 jaar.
- 2 -
Reïntegratie
In het Kwartaalbericht Arbeidsmarkt september 2005 verschijnt het definitieve cijfer over de
mate van sluitendheid voor 2004 en de cijfers over het gemeentelijke domein en het UWV-
domein. De mate van sluitendheid is het percentage van de nieuwe instroom in de werkloos-
heid, dat binnen 12 maanden uitstroomt uit de werkloosheid, of een aanbod voor een reïnte-
gratietraject heeft gehad.
Vanaf de begroting 2006 zal SZW de realisatie van de sluitende aanpak anders presenteren,
namelijk in de vorm van het hiaatpercentage. Dit is het aantal personen dat binnen 12 maan-
den niet is uitgestroomd uit de werkloosheid en geen traject heeft gehad, in verhouding tot het
totale aantal personen dat in die periode wel is uitgestroomd. De overstap naar deze nieuwe
indicator wordt gemaakt om nauwkeuriger de bijdrage van de uitvoerders in beeld te brengen.
Het kabinet heeft zich tot doel gesteld om de uitstroom uit reïntegratietrajecten naar regulier
werk in 2007 met een kwart te doen toenemen ten opzichte van 2004. De nulmeting hiervoor
wordt gepresenteerd in het Kwartaalbericht Arbeidsmarkt september 2005.
Indicatoren UWV reïntegratie
De resultaten van de indicatoren snelle start WW en de sluitende aanpak WW laten zien dat
resultaten achterlopen bij de streefwaarden, maar beter zijn dan in 2004. UWV verwacht dat
met de inzet van extra maatregelen de resultaten zullen verbeteren. De resultaten ten aanzien
van de snelle start AG en de sluitende aanpak AG 2005 zijn als gevolg van systeemaanpas-
singen bij het UWV niet beschikbaar.
Als gevolg van de duur van reïntegratietrajecten komen plaatsingspercentages pas be-
schikbaar met een vertraging van ongeveer 2 jaar. De trajecten die zijn gestart in kalenderjaar
2002 en in het eerste kwartaal 2003 zijn vrijwel allemaal afgerond. De AG voldoet voor tra-
jecten die zijn gestart in 2002 (en in 2004 tot plaatsing hebben geleid) aan de norm van 30
procent, en valt voor trajecten gestart in het eerste kwartaal van 2003 (plaatsing eerste kwar-
taal 2005) vooralsnog iets lager uit met 27 procent. De WW valt als gevolg van de conjunctu-
rele ontwikkelingen met een resultaat van 32 procent voor trajecten gestart in 2002 (plaatsing
in 2004) en 29 procent voor trajecten gestart in het eerste kwartaal van 2003 (plaatsing eerste
kwartaal 2005) lager uit dan de norm van 40 procent.
Indicatoren CWI
CWI laat in het eerste kwartaal 2005 zien dat zij de streefwaarden op het poortwachtersvlak
(preventiequote WW en WWB, uitstroomquote WW en WWB en poortwachtersquote WW en
WWB) haalt.
Volgens het CBS omvatte de omvang van de totale vacaturemarkt voor het 1e kwartaal in
2005 in totaal 226.000 vacatures. In dit 1e kwartaal zijn in deze periode zijn ongeveer 66.000
vacatures werk.nl bekend geworden bij CWI (norm 75.000). Daarnaast werden er ruim 65.000
vacatures bij CWI (met verzoek tot voorwerk) ingediend (norm 55.000). Het is denkbaar dat
er een relatie bestaat tussen het niet behalen van de norm aan de ene kant en de de hogere rea-
lisatie aan de andere kant. Het aantal vervulde vacatures met voorwerk van CWI bedroeg voor
het 1e kwartaal van 2005 20.400 (norm 21.900). Bovenstaande aspecten hebben de aandacht
van CWI.
- 3 -
Tabel 1: Cijfers arbeidsmarkt en reïntegratie 2004 en 1e kwartaal 2005
2004 1e kwartaal 2005
norm feitelijk norm feitelijk
Werkloosheid 6,4% 6,6%
Ontslagaanvragen 90.000 20.000
Netto arbeidsparticipatie 64,1% 63,7%
Banen in arbeidsjaren 5.598.000 5.541.000
Openstaande vacatures 118.000 141.000
WW-uitkeringen 306.000 340.000
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 971.000 954.000
WWB 337.000
WSW-indicaties 24.300
ID-werknemers (ultimocijfer) 36.226
WIW-werknemers (ultimocijfer) 19.799
Snelle start2 reïntegratietrajecten WW 85% 25% 85% 42% (jan.)
Snelle start reïntegratietrajecten AG 85% 83% 85%
Plaatsingspercentages WW 40% 31% 40% 29%
(trajecten gestart (trajecten gestart
in 2002) 1e kw.'03)
Plaatsingspercentages AG 30% 30% 30% 27%
(trajecten gestart (trajecten gestart
in 2002) 1e kw.'03)
Sluitende Aanpak totaal (80%)3
Sluitende Aanpak WW 89% 95% 90%
Sluitende Aanpak ABW/WWB 59%
Sluitende Aanpak NUG 90%
Aantal vervulde vacatures CWI 74.250 82.157 82.000 20.396
Preventiequote WW4 18% 19,9% 20% 19,9%
Preventiequote WWB 40% 46,5% 45% 47,2%
Uitstroomquote WW 50% 59,1% 55% 55,9%
Uitstroomquote WWB 50% 61,8% 55% 57,8%
Poortwachtersquote WW 60% 68,2% 65% 66,4%
Poortwachtersquote WWB 75% 88,0% 85% 87,8%
2 UWV streeft ernaar de uitkeringsgerechtigde binnen 4 weken, na het opstellen van de reïntegratievisie, aan te
melden bij een reïntegratiebureau.
3 In de mate van sluitendheid van 80 procent wordt rekening gehouden met de gehele nieuwe instroom in werk-
loosheid, dus inclusief de groep die binnen 12 maanden overgaat van uitkeringsinstantie. Het cijfer exclusief de
zgn. doorstroomgroep ligt naar verwachting hoger, in 2003 88 procent, en zal voor 2004 bekend worden gemaakt
in Kwartaalbericht Arbeidsmarkt september 2005.
4 Geen beroep op een WW-uitkering binnen de overdrachtstermijn van 8 dagen.
- 4 -
1. Werkgelegenheid en werkloosheid
Herstel blijft wankel
1.1 Economische groei
Het economisch herstel van ons land verloopt trager dan verwacht. Mede op basis van de rea-
lisatiecijfers over het eerste kwartaal van 2005, heeft het Centraal Plan Bureau (CPB) haar
groeiraming voor dit jaar bijgesteld. Waar ten tijde van het Centraal Economisch Plan (CEP)
nog een raming van 1 procent gold, houdt de meeste recente raming het op een groei van ½
procent in 2005. In 2004 bedroeg de economische groei nog 1,4 procent. Als belangrijkste
oorzaken van de groeivertraging noemt het CPB de lagere uitvoer en minder investeringen.
De lagere uitvoer wordt op haar beurt weer veroorzaakt door de hoge olieprijs, een lagere
groei van de relevante wereldhandel en een verslechtering van de concurrentiepositie.
De groei in het eurogebied ontwikkelt zich eveneens minder voorspoedig dan het zich eerder
liet aanzien. Het CPB heeft haar groeiraming voor het eurogebied eveneens bijgesteld en
komt nu uit op 1¼ procent (2004: 2,0 procent). Behalve door de duurdere euro en de hoge
olieprijs wordt de economische groei in het eurogebied gedrukt door een sombere en ver-
slechterende stemming van consumenten en producten.
De OESO heeft in mei haar groeiraming voor het eurogebied voor 2005 bijgesteld van 1,9
procent naar 1,2 procent.
Voor 2006 wordt zowel voor Nederland als het eurogebied economisch herstel verwacht,
hoewel in mindere mate dan in maart, ten tijde van het CEP. De Nederlandse economie groeit
dan met naar verwachting 2 procent, de economie van het eurogebied met 2¼ procent. Voor
Nederland geldt dat het CPB vooral minder optimistisch is over de ontwikkeling van de con-
sumptie dan in maart. Een lager consumentenvertrouwen en een minder harde stijging van het
reëel beschikbaar inkomen vormen hiervoor de verklaring.
1.2 Werkgelegenheid
Het aantal banen lag in het eerste kwartaal 2005 opnieuw iets lager dan in hetzelfde kwartaal
van 2004: een daling van 78 duizend of 1,1 procent. Een positief signaal is dat de daling de
afgelopen vier kwartalen steeds kleiner is geworden.
Met name de werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening trok weer aan in de tweede
helft van 2004. Hierdoor was het aantal banen in het vierde kwartaal van 2004 zelfs 0,8 pro-
cent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2003, terwijl dit aantal in het tweede kwartaal van
2004 nog 2,9 procent lager was dan in 2003. In de bouwnijverheid en de industrie hield de
daling echter aan (zie figuur 1).
- 5 -
Figuur 1: Mutatie aantal banen naar sector, 4e kwartaal 2004 t.o.v. 4e kwartaal 2003
Gezondheids- en welzijnszorg
Zakelijke dienstverlening
Onderwijs
Financiele instellingen
Cultuur en overige dienstverlening
Landbouw en visserij
Openbaar bestuur
Vervoer en communicatie
Handel en horeca
Industrie
Bouwnijverheid
-6% -4% -2% 0% 2% 4%
Bron: CBS
Arbeidsdeelname
De netto arbeidsdeelname (mannen en vrouwen samen) is in het 1e kwartaal van 2005 verder
gedaald tot 63,7 procent, tegenover een gemiddelde van 64,1 procent in 2004. In april steeg
dit cijfer (voor seizoen gecorrigeerd) weer iets tot 63,9 procent.
Het aantal werkenden daalde het eerste kwartaal van 2005 met 0,5 procent ten opzichte van
hetzelfde kwartaal in 2004. Uitgedrukt in volume (arbeidsjaren) was de daling iets groter,
namelijk 1,1 procent. Die grotere daling wordt veroorzaakt door de aanhoudende groei van
het aantal deeltijdwerknemers in Nederland.
Figuur 2: Netto arbeidsdeelname, 2003 april 2005, absoluut en voor seizoen gecorrigeerd
67
66
65
64
63 niet voor seizoen gecorrigeerd
voor seizoen gecorrigeerd
62
jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul sep nov jan mrt
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid