Ingezonden persbericht
Persbericht Halt Nederland
Halt consolideert positie
Verdeling allochtoon-autochtoon komt overeen met landelijke demografische gegevens
De Halt-sector presenteert de jaarcijfers over 2004. Het algehele beeld is dat de sector zijn positie in 2004 verstevigd heeft. Het aantal jongeren dat bij Halt kwam daalde licht, maar blijft nu al een aantal jaren rond de 20.000. De Halt-bureaus veroveren steeds meer positie in de jeugdstrafrechtsketen, bijvoorbeeld door deelname aan overleggen als de Arrondissementale Platforms Jeugdcriminaliteit (APJ's).
Voor het eerst presenteert Halt gegevens over het aantal jongeren dat bij Halt kwam voor een niet Halt-waardig feit en over de afkomst van de jongeren. De verdeling allochtoon-autochtoon komt overeen met de landelijke demografische gegevens.
Algemeen beeld
Het aantal Halt-verwijzingen naar een Halt-bureau door de politie is in 2004 licht gestegen in vergelijking met 2003. De stijging betreft 545 verwijzingen, een toename van bijna 3%. De jaarlijkse toename van het aantal Stop-verwijzingen is in 2004 gestopt. Het aantal verwijzingen is gedaald ten opzichte van 2003 met 137, een daling van 6%.Totaal werden er 23.663 jongeren en kinderen naar een Halt-bureau verwezen. Bij 21.496 was dat voor een Halt-afdoening en bij 2.167 voor een Stop-reactie.
Het percentage niet in behandeling genomen Stop-verwijzingen ligt hoger dan bij de Halt-verwijzingen, onder andere door het niet voldoen aan de Stop-criteria. Dit is ook in 2004 weer het geval, maar nu is dit percentage wel aanzienlijk gedaald, van 18% naar 10%.
Nadat een zaak in behandeling is genomen is sprake van een Halt-afdoening of Stop-reactie. Het aantal Halt-afdoeningen is gedaald (7%) in 2004, net zoals het aantal uitgevoerde Stop-reacties (11%). Het totaal aantal Halt-afdoeningen bedroeg 19.194, het aantal Stop-reacties 1.870. Het verschil tussen het aantal verwijzingen en het aantal afdoeningen wordt voornamelijk verklaard door zaken als nog in behandeling zijnde en nog niet in behandeling genomen zaken.
44% Van de jongeren met een Halt-afdoening is 14 of 15 jaar. Meer dan de helft van de Stop-kinderen is 11 jaar. Deze cijfers komen overeen met 2003.
Van alle Halt-jongeren die met een afdoening zijn gestart is 5% al eerder naar een Halt-bureau verwezen. In 2003 was dat nog 8%.
Conclusie
De cijfers geven jaarlijks een zelfde beeld en hiermee bevestigt Halt zijn rol in bij de bestrijding van jeugdcriminaliteit. Ook hebben de Halt-bureaus en Halt Nederland in 2004 hun positie in de jeugdstrafrechtsketen verstevigd. De Halt-bureaus nemen nu bijvoorbeeld deel aan overleggen als het Arrondissementaal Platform Jeugdcriminaliteit (APJ).
Verder zijn in 2004 belangrijke stappen gezet in een verdere uniformering binnen de sector, onder andere door het ontwikkelen van een uniforme strafmaat en een signaleringsinstrument. De eerste is al in 2004 ingevoerd, bij de tweede gebeurt dit in 2005.
Opvallende zaken
Niet Halt-waardige feiten
Van het totaal aantal afdoeningen is 16% in behandeling genomen met toestemming van de officier van justitie. Deze toestemming is nodig wanneer niet (geheel) wordt voldaan aan de criteria voor een Halt-verwijzing. Bij meer dan de helft van deze afdoeningen is het delict niet Halt-waardig. Zoals bijvoorbeeld de afdoeningen voor overtreders van de Leerplichtwet (spijbelaars); in 2004 waren dit er 582.
Verhouding autochtoon-allochtoon
73% Van de Halt-jongeren is van autochtone afkomst en 22% van allochtone afkomst. Deze verdeling komt overeen met landelijke demografische gegevens van jongeren in de leeftijd 12 t/m 17 jaar.
Sekse
De verdeling van de Halt-populatie naar sekse is constant door de jaren heen, te weten 20% meisjes en 80% jongens. Ook in 2004 is dit weer het geval. Bij de allochtone Halt-jongeren is het percentage meisjes hoger, namelijk 27%.
Bovengenoemde gegevens vormen aanleiding voor Halt Nederland om hierover in gesprek te gaan met de ketenpartners en verder onderzoek te doen rond deze onderwerpen.
Ingezonden persbericht