Openbaar Ministerie

Persberichten
30 juni 2005

Reactie OM op rapport Leemhuis

Reactie OM op eindrapport stuurgroep evaluatie politieorganisatie (rapport Leemhuis)

Het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie is van mening dat de Stuurgroep Evaluatie Politieorganisatie gedegen onderzoek heeft uitgevoerd naar het functioneren van het politiebestel. Met waardering heeft het College kennisgenomen van het rapport. Het College kan zich vinden in de uitgezette koers om te komen tot een lokaal verankerd, nationaal versterkte politie.

Het rapport bevat een aantal goede aanknopingspunten om het beheer en de aansturing van de politie, zowel centraal als decentraal, te verbeteren. Nadere bestudering van het rapport zal nog plaatsvinden.

In een eerste reactie kan het College zich vinden in een groot aantal aanbevelingen zoals de aanbevelingen dat het lokale gezag over de politie blijft berusten bij de burgemeester en de officier van Justitie en dat er periodiek overleg moet zijn tussen de voorzitter van het regionaal veiligheidsbestuur, de hoofdofficier van Justitie en de regionaal korpschef, als verantwoordelijke voor het beheer.

Met het voornemen om te komen tot de inrichting van één concern Nederlandse politie met een onafhankelijk concernbestuur, dat opereert zonder last of ruggespraak, wordt de mogelijkheid geboden een gecoördineerde gemeenschappelijke aanpak van belangrijke zaken te realiseren. Dat zal de slagkracht van de politie vergroten.

Met de invoering van een concernbestuur dat gaat over de landelijke aspecten van beheer en bedrijfsvoering, dat de middelen verwerft en verdeelt over de politiekorpsen en dat verantwoordelijk is voor het presteren van alle politieonderdelen, zowel kwalitatief als kwantitatief kunnen bestaande knelpunten worden opgelost. Die structuur biedt de mogelijkheid om de uitdagingen van de komende jaren, zoals bijv. de ICT, aan te pakken.

Ook heeft het College waardering voor de keuze om de regionale binding van de korpsen te handhaven en nadrukkelijk ruimte te bieden voor de lokale invulling van beleid waarvoor het lokale gezag de basisvoorwaarden en kwaliteitseisen kan stellen.

Regionale veiligheidsbesturen kunnen een goed platform zijn voor de ontwikkeling van een regionaal veiligheidsbeleid. Wel dienen dan, naar de mening van het OM de taken en verantwoordelijkheden bij de verdere uitwerking scherp te worden afgebakend. In de veiligheidsbesturen komen de verantwoordelijkheid van het bestuur voor de openbare orde en veiligheid samen met de justitiële verantwoordelijkheid voor de opsporing van strafbare feiten. Het concernbestuur kan dan door aanwijzingen inzake beheer de juiste randvoorwaarden aanreiken waarbinnen de lokale prioriteiten worden ingevuld.

Naar de overtuiging van het College kunnen dan de prestatieafspraken die de ministers maken met het concernbestuur alleen afspraken zijn die het beheer van het concern betreffen, omdat de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (het opsporingsbeleid) blijft lopen via de lijn Minister van Justitie OM - korpschef.

Het College ziet het als een uitdaging voor alle betrokken organisaties en partijen om de aanbevelingen van de Stuurgroep verder uit te werken en aan te grijpen ter verdere verbetering van de veiligheid van de samenleving. Het OM is bereid zijn kennis en kunde op het gebied van de rechtshandhaving in te brengen in overleg hierover.