Gemeente Eindhoven

Persbericht: 30 juni 2005, no. 151

Opzienbarende archeologische vondsten dateren uit 17e en 18e eeuw

Opvallende vondsten grafkelder Catharinaplein

Bij de opgravingen op het Catharinaplein in het centrum van Eindhoven is een grafkelder uit de 17e eeuw ontdekt met daarin de skeletten van drie personen. Het gaat hierbij om twee volwassenen, waarvan 1 vermoedelijk een priester, en een kind.

Opvallend is de ligging van de priester; dit skelet ligt in tegenstelling tot de andere opgegraven skeletten niet met het gezicht richting het oosten, maar richting westen. De overblijfselen van het kind lagen op de voeten van de pastoor. De grafkelder is zon 2 meter lang bij 1 meter breed.

Het was vroeger traditie de gestorvenen met het gezicht richting het oosten te begraven. Men geloofde dat vanuit het oosten het Laatste Oordeel zou plaatsvinden: het vonnis dat op het einde der tijden wordt uitgesproken over de levenden en de doden. Volgens archeoloog en projectleider Nico Arts moet het in dit geval dan ook gaan om een priester. Dat zou verklaren dat dit skelet in een andere kijkrichting is begraven: namelijk met het gezicht richting de gelovigen uit zijn parochie. Niet duidelijk is wat het betekent dat deze drie personen bij elkaar begraven zijn. Het kan gaan om de priester met zijn zus en haar kind, maar het kan net zo goed iets anders betekenen, volgens Arts. Later DNA-onderzoek zal uitwijzen of het hier om familie gaat.

Tijdens de opgravingen, die 22 april zijn gestart, zijn inmiddels zon 150 skeletten, resten van de oude kerk, veel munten en andere voorwerpen gevonden. De tot dusver gevonden skeletten dateren uit de 17e en 18e eeuw. Opvallend is het aantal kinderen dat gevonden wordt, veelal erg jong. In de ondergrond bevinden zich de fundamenten van de in 1860 afgebroken Catharinakerk.

Deze kerk is omstreeks 1225 gebouwd en onderging in de loop der jaren diverse uitbreidingen en veranderingen. In de opgravingsput zijn inmiddels veel funderingen zichtbaar. De fundamenten betreffen voornamelijk de muren van het 13e eeuws Gotisch koor van de kerk, met daarbinnen het fundament van een altaar en een grafkeldertje. Zowel binnen als buiten deze funderingen bevinden zich tientallen menselijke skeletresten.

De bodem wordt voorzichtig laag na laag opgegraven. Naar verwachting liggen er nog twee lagen begravingen onder de huidige oppervlakte en gaat de aanwezige informatie nog veel verder terug in de tijd. In principe worden van alle begravingen DNA-monsters genomen. De beste kans op het vinden van DNA is in het gebit. Het DNA wordt in eerste instantie onderzocht op verwantschapsrelaties tussen de begraven individuen, en op de geografische herkomst van de begravenen. Bovendien kan het Eindhovense DNA van belang zijn voor de medische wetenschap als het gaat om het vinden van een DNA-mutatie die beschermt tegen pest, pokken en HIV/Aids.

© 2005 Gemeente Eindhoven