Boombastdoeken bewijzen vrouwelijk belang
14 juni 2005
NWO-onderzoekster Anna-Karina Hermkens heeft een beschrijving en
analyse gemaakt van het leven en de cultuur van de Maisin, een
bevolkingsgroep uit Papua Nieuw-Guinea. Zij maakte deze analyse aan de
hand van een door vrouwen gemaakt object, namelijk beschilderde
boombastdoeken. Anna-Karina Hermkens promoveert op 30 juni aan de
Radboud Universiteit Nijmegen.
Antropologe Anna-Karina Hermkens verschaft in haar proefschrift
inzicht in het leven en de cultuur van de Maisin vanuit een niet
eerder beschreven vrouwelijk perspectief. Zo komt het belang naar
voren van vrouwen en vrouwelijke objecten binnen ceremoniële
uitwisselingssystemen, die binnen de traditionele antropologie vrijwel
altijd worden geassocieerd en bestudeerd vanuit een mannelijk
perspectief. Vrouwen en hun goederen blijken echter een essentiële rol
spelen binnen deze rituele uitwisselingen.
De productie en het gebruik van boombastdoeken blijkt gerelateerd te
zijn aan ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Ook heeft de
commercialisering van deze doeken gevolgen voor lokale verhoudingen
tussen mannen en vrouwen en voor de positie van vrouwen in het
algemeen.
De Maisin is een taalkundige groep van zo'n 3000 sprekers woonachtig
aan de kust van Collingwood Bay in Papua Nieuw-Guinea. De 36 clans
wonen verspreidt over tien dorpen en leven met name van visserij en
horticultuur. Tussen de clans en tevens met naburige groepen bestaan
intensieve en extensieve uitwisselingsnetwerken. De ceremoniële en
economische ruil van boombastdoeken heeft hierin een centrale plaats.
Boombastdoeken
De doeken, die gemaakt worden van de bast van specifieke bomen en
beschilderd met rood ingevulde zwarte patronen, zijn verweven met het
verleden, heden en de toekomst van de Maisin. Ze zijn het
belangrijkste medium voor de Maisin om zich hoorbaar en zichtbaar te
maken, en om geld te verwerven waarmee scholing, medicijnen, kleding
en andere 'noodzakelijke' goederen kunnen worden verworven.
Hermkens deed twaalf maanden antropologisch veldwerk bij de Maisin in
2001-2002. Voorafgaand en na dit veldwerk verrichtte de antropologe
uitvoerig museumonderzoek in Nederland en Zwitserland, Oostenrijk,
Australië en Papua Nieuw-Guinea. Door archieven en museumcollecties
met betrekking tot de Maisin van Collingwood Bay te inventariseren en
bestuderen verkreeg zij inzicht in tradities en veranderingen in
boombastdoeken. Tevens kon zij zo de huidige productie en consumptie
van boombastdoeken situeren in een historische koloniale en
postkoloniale context.
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek