kadavers blijken een bron van leven, 30 juni 2005
In de Oostvaardersplassen heeft Staatsbosbeheer een aantal jaren
ervaring met het laten liggen van kadavers van herten. Ze blijken een
bron van leven te zijn voor allerlei diersoorten. Vossen, raven,
kraaien en allerlei keversoorten doen er hun voordeel mee.
Kroon
De laatste paar jaar kwamen daar de zeearenden bij, waarvan inmiddels
een mogelijk paartje het hele jaar is gebleven. Maar de kroon op het
werk is wel de komst van de monniksgier (Aegypius monachus) Carmen,
die nu al bijna drie maanden in de Oostvaardersplassen verblijft.
Gieren zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van kadavers van grote
zoogdieren. De Oostvaardersplassen is een van de weinige gebieden in
Europa waar deze met uitsterven bedreigde vogelsoort nog kadavers kan
vinden. In Frankrijk worden de dieren bijvoorbeeld gevoerd met dode
schapen van boeren.
Nieuw leven
Bij processen in natuurgebieden horen dus niet alleen het leven en
ontstaan van nieuw leven, maar ook het sterven en het daar op volgende
afbraakproces. Ook na hun dood vervullen dieren een essentiële rol ten
gunste van veel andere processen en organismen. Inmiddels is iedereen
wel gewend aan dode en scheefhangende bomen in het bos, maar dode
dieren laten liggen is nog weer een volgende stap waar het publiek
vertrouwd mee moet raken.
Compleet beeld
Dood doet leven, een boek van Ruud Lardinois, informeert over de
verschillende aspecten die hier een rol spelen en geeft een compleet
beeld van het belang van deze nieuwe ontwikkeling in het natuurbeheer.
Dit boek is te koop bij de Uitgever KNNV.
Staatsbosbeheer