Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
UB/K/05/43106
Onderwerp Datum
Tweede halfjaarlijkse rapportage 29 juni 2005
Samenwerking UWV en de Belastingdienst
./. Hierbij bieden wij u de tweede halfjaarlijkse rapportage van UWV en de Belastingdienst over de
voortgang van de implementatie van de (Aansluitingswet) Walvis en de (Invoeringswet) Wet
financiering sociale verzekering (Wfsv) aan.
Tweede halfjaarlijkse rapportage
Deze halfjaarlijkse rapportage vindt zijn oorsprong in de motie van het lid Weekers c.s. die naar
aanleiding van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wfsv op 30 juni 2004 is aangenomen.1
Voorliggende rapportage is de tweede in een reeks van rapportages, die de periode 2004 tot en
met 2008 betreffen. Deze tweede rapportage ziet op de periode 1 oktober 2004 tot 1 april 2005,
inclusief belangrijke ontwikkelingen die na 1 april 2005 zijn opgekomen. Tot en met 2006 zal de
nadruk in de rapportages liggen op het ontwikkel- en implementatietraject. Na invoering van de
Wfsv in 2006 zullen de rapportages zich meer richten op de beoogde doelstellingen van de wet- en
regelgeving, alsmede de mate en wijze van het bereiken van die doelstellingen.
In de rapportage vestigen UWV en de Belastingdienst de aandacht op de volgende punten.
Bijstelling ambitieniveau polisadministratie
In de eerste rapportage is melding gemaakt van de vaststelling door UWV dat per 1 januari 2006
niet alle oorspronkelijk geplande functionaliteiten gerealiseerd kunnen worden.
In december 2004 heeft de Raad van Bestuur besloten tot wijzigingen in de ontwikkeling en bouw
van de polisadministratie en de inrichting van het project. Deze wijzigingen leiden ertoe dat meer
zekerheid wordt verkregen dat op 1 januari 2006 voldaan wordt aan de eisen van wetgeving en de
wensen van de afnemers van de polisadministratie. Eerst wordt nu de hoogste aandacht gegeven
aan wat praktisch gerealiseerd moet worden per 1 januari 2006. Gebruik makend van het moment
in de tijd waarop de inzet van bepaalde functionaliteiten daadwerkelijk wordt aangesproken, zullen
deze op een later moment ontwikkeld en geïmplementeerd worden. De bijstelling is onderworpen
aan een externe audit. Deze audit bevestigt het besluit van de Raad van Bestuur.
1 Kamerstukken II 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. 17.
2
Aanpassing planning Belastingdienst
Recent is gebleken dat de oorspronkelijk door de Belastingdienst ingeschatte tijd voor de
testtrajecten, de aanpassingen in de ontwerpen als gevolg van de nieuwe rekensystematiek voor de
loonaangifte en de wetsvoorstellen Zorgverzekeringswet (ZVW) en de WIA niet toereikend is.
Deze ontwikkelingen leiden tot verschuivingen in de planning. Deze verschuivingen hebben geen
gevolgen voor het invoeringsmoment van de wijzigingen, maar wel voor de geautomatiseerde
ondersteuning van een aantal werkprocessen van de Belastingdienst. Hiervoor worden aanvullende
maatregelen getroffen. UWV onderzoekt momenteel wat de gevolgen hiervan zijn voor de kwaliteit
van de gegevens in de polisadministratie en voor de interne en externe afnemers van die gegevens.
De uitloop in de planning betekent dat de projectorganisatie van de Belastingdienst langer in stand
moet worden gehouden. De automatiseringskosten zullen hierdoor naar verwachting hoger
uitvallen. Onderzoek naar de effecten loopt.
Naar de nieuwste inzichten start de integrale ketentest eind 2005 en loopt door tot in januari 2006.
Daardoor komen de test- en productiefase dicht bij elkaar te liggen. Hierbij is van belang dat deze
ketentest het sluitstuk vormt van het testtraject; vóór november 2005 zijn de verschillende
onderdelen van de keten reeds afzonderlijk getest.
Lagere regelgeving
Een belangrijk deel van de lagere regelgeving moet nog definitief worden afgerond. De lagere
regelgeving komt tot stand in nauwe samenspraak met UWV en Belastingdienst. UWV en
Belastingdienst zijn gestart met voorbereidende werkzaamheden voor de inrichting van de nieuwe
werkprocessen en automatiseringssystemen. Daarbij zijn aannames gedaan op basis van
gezamenlijk met de Ministeries tot stand gekomen bouwstenen voor nog uit te werken lagere
regelgeving. Inmiddels zijn het concept-besluit Wfsv en het concept-aanpassingsbesluit SUWI
respectievelijk eind april en eind mei 2005 aan onder meer de Belastingdienst en UWV
aangeboden voor een uitvoeringstoets.
Ontwikkelingen markt en marktbewerking
Een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van de Walvis/Wfsv-operatie is dat de markt de
daarvoor noodzakelijke aanpassingen tijdig en juist kan realiseren. In dit verband vinden tal van
activiteiten met de markt plaats. Zo loopt er een testtraject met enkele belangrijke marktpartijen,
vinden verschillende overleggen met marktpartijen plaats en is een uitgebreide
communicatiecampagne voor de verschillende doelgroepen gestart.
Marktpartijen dragen op kritische maar constructieve wijze bij aan het ontwikkeltraject.
In brieven hebben zij hun zorgen geuit over onder meer de tijdigheid en duidelijkheid van
specificaties en de toepassing van het zogeheten fiscale genietingsmoment. Waar nodig worden in
gezamenlijk overleg initiatieven ontplooid om deze zorgen weg te nemen en marktpartijen te
begeleiden bij de implementatie.
Invoeringsjaar 2006
Bij alle betrokken partijen (marktpartijen, Belastingdienst, UWV) is de verwachting dat in 2006
sprake zal zijn van onwennigheid met het nieuwe proces van de loonaangifte 2006. Dit wordt nog
3
versterkt door de andere wijzigingen in de sociale zekerheidssector die per 2006 op stapel staan
zoals de WIA en de ZVW. Om deze situatie het hoofd te bieden ligt de nadruk in de aanvang op
de ondersteuning van de marktpartijen om hun loonaangifte tijdig en juist te kunnen doen. Hiermee
wordt tevens gestreefd naar het bereiken van de vereiste kwaliteit van de polisadministratie over
2006, die naar verwachting begin 2007 kan worden bereikt. De aanpak voor het invoeringsjaar
wordt de komende periode nader uitgewerkt en ingevuld.
Overgang van personeel
Het convenant voor de overgang van het UWV-personeel naar de Belastingdienst, waarin de
rechtspositionele gevolgen van de overgang naar de Belastingdienst zijn vastgelegd, is op
4 februari 2005 getekend. De feitelijke overgang van personeel van UWV naar Belastingdienst ligt
op schema. De eerste 475 fte zijn geselecteerd en zullen op 1 juli 2005 naar de Belastingdienst
overgaan. De volgende tranches zijn voorzien per 1 januari 2006, respectievelijk 1 januari 2007.
Voor de begeleiding van de totale personele uitstroom naar de Belastingdienst (800 fte) en het
stimuleren van mobiliteit van niet-plaatsbare medewerkers (voordat boventalligheid ontstaat) heeft
UWV een service-organisatie ingericht.
Overheveling opsporingstaken van UWV naar FIOD-ECD
Als gevolg van de overheveling van de premieheffing werknemersverzekeringen gaan ook
opsporingstaken op het terrein van werkgeversfraude over naar de FIOD-ECD. Deze
werkzaamheden worden thans voornamelijk uitgevoerd door UWV/Directoraat Fraude Preventie
en Opsporing (FPO). De overheveling van de opsporingstaken betreft in totaal 35 fte, die op een
nog nader te bepalen datum zullen overgaan naar de FIOD-ECD.
Inrichten besturingsorganisatie vanaf 2006
Het inrichten van de besturingsorganisatie heeft tot doel na de projectfase tot een beheerste en
structurele samenwerking te komen op basis van goede samenwerkingsafspraken. Deze afspraken
worden op basis van de uitgangspunten van een concept-convenant verder uitgewerkt in
serviceniveauovereenkomsten (SNO's). Dit proces verloopt in goede samenwerking. Op het
onderdeel van de afhandeling van de polissignalen door de Belastingdienst verloopt dit proces
moeizamer. Belastingdienst en UWV hebben inmiddels wel afgesproken dat de Belastingdienst de
onderzoeksvragen die bij de claimafhandeling door UWV ontstaan volledig verwerkt.
Vragen Commissie Rijksuitgaven
De Commissie Rijksuitgaven heeft op 17 juni jongstleden vragen gesteld over SUB/Walvis. Een
deel van de problematiek die de Commissie aansnijdt komt aan de orde in bijgaande halfjaarlijkse
rapportage. De Commissie heeft aangegeven de vragen uiterlijk 8 juli aanstaande beantwoord te
willen hebben. Ons streven is er echter op gericht om de antwoorden voor zover mogelijk reeds
op 29 juni aanstaande aan uw Kamer te sturen.
Beoordeling invoering
In de rapportageperiode hebben, zoals boven vermeld, enkele bijstellingen plaatsgevonden.
Zo heeft UWV besloten tot wijzigingen in de ontwikkeling en bouw van de polisadministratie en is
het bij de Belastingdienst noodzakelijk gebleken om verschuivingen aan te brengen in de planning.
Met deze bijstellingen is naar ons oordeel de invoering per
4
1 januari 2006 gewaarborgd. Met marktpartijen vindt regelmatig overleg plaats om hun zorgen
over tijdige en duidelijke specificaties alsmede adequate testvoorzieningen weg te nemen.
Geconstateerd kan worden dat er in dit stadium - zoals bij alle projecten van deze omvang - bij de
betrokken partijen druk ontstaat rond de implementatie. Gegeven de maatregelen die beide
organisaties treffen, hebben wij vertrouwen in een juiste en tijdige invoering van het Walvis/Wfsv-
traject.
Een definitief oordeel over de invoering vindt plaats in het kader van de "go, no go" beslissing. De
advisering op dit punt door UWV en Belastingdienst aan ons vindt plaats in de eerste week van
juli. Wij zullen uw Kamer hierover voor 15 juli 2005 informeren.
De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van Financiën,
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus) (mr. drs. J.G. Wijn)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid