Nieuwe keuzes in omgevingsbeleid
De provincie Flevoland wil in Flevoland grootschalige ontwikkelingen
mogelijk maken en deze deels zelf samen met partners ter hand nemen.
Dat staat in de hoofdlijnennota Omgevingsplan , waarin de belangrijke
nieuwe provinciale ambities zijn neergelegd. De provincie wil, anders
dan voorheen, meer betrokken zijn bij de realisatie van ambities,
aldus gedeputeerde Andries Greiner bij de presentatie van de
hoofdlijnennota Omgevingsplan.
Uitvoering van ontwikkelingsbeleid zal geconcentreerd worden in
speerpuntprojecten. De provincie wil deze projecten ontwikkelen met
het Rijk, gemeenten, waterschap, belangengroepen en ondernemers en
maakt daartoe concrete afspraken over middelen en rolverdeling. In
2006 moet duidelijk zijn wie wat doet.
De provincie wil de groei van Almere mogelijk maken als de ontsluiting
van die stad aanmerkelijk verbetert. Het tempo van de groei laat de
provincie afhangen van de werkgelegenheid en voorzieningen. De groei
van Almere moet eerst westwaarts en vervolgens oostwaarts
plaatsvinden. Bij de benodigde infrastructuur is de focus op de
verbinding met Amsterdam en Schiphol. Belangrijke ontwikkelingen in
Flevoland beperken zich niet tot Almere. De andere steden krijgen de
ruimte om door te groeien in hun eigen tempo. De ontwikkeling van
luchthaven Lelystad wordt mogelijk gemaakt binnen de grenzen die het
Rijk daarvoor heeft gesteld.
De vitaliteit van de landbouw staat onder druk en tegelijkertijd neemt
het belang van het buitengebied voor de stedeling sterk toe. Er moet
ook ruimte komen voor de opvang van water en er komen nieuwe regels
voor de waterkwaliteit. De provincie wil daarom de landbouw ruimte
geven voor marktgerichte ontwikkelingen, maar ook extra mogelijkheden
scheppen voor combinaties van landbouw, recreatie, wonen, waterberging
en natuur. Daarbij gaat de provincie zelf nadrukkelijk een rol spelen.
Combinaties worden voorzien in de zogenaamde verwevingsgebieden. Deze
gebieden liggen globaal gezien aan de noordkant van Almere, aan de
oostrand van de provincie en in delen van de Noordoostpolder, waar
water en bos samen een aantrekkelijk gebied kunnen vormen. De
provincie wil in deze gebieden meer ruimte scheppen om natuur te
combineren met andere zaken. Ruimte kan ontstaan door de natuur te
versterken. Elders kan dan bos en natuurgebied gebruikt worden om in
te wonen, werken en recreëren. Dit wordt de saldobenadering genoemd.
Naast de verwevingsgebieden wijst de provincie specifieke
landbouwgebieden aan, waarin de landbouwsector het primaat houdt. Er
zal meer ruimte moeten komen voor waterberging, ruimte die ten goede
moet komen van de woon- en leefkwaliteit: meer recreatiemogelijkheden
en meer aantrekkelijke woonmilieus. Op het gebied van archeologie wil
het provinciaal bestuur duidelijker keuzes maken: in aan te wijzen
kerngebieden moet behoud van archeologische waarden gecombineerd wordt
met toeristische ontwikkeling.
De doelstelling voor duurzame energie zal worden verhoogd, maar
daarbij zal inpassing in het landschap van windmolens moeten worden
verbeterd. Er worden in de provincie ook op langere termijn geen
problemen verwacht met milieunormen, zoals fijn stof. Wel kan de
aanleg van vervoersverbindingen met de Randstad hierdoor bemoeilijkt
worden.
Met het vaststellen van de hoofdlijnennota voor het nieuwe
Omgevingsplan geven Gedeputeerde Staten aan elke kant zij uit willen
met de ontwikkeling van Flevoland en hoe provinciaal beleid daarop
moet worden aangepast. De hoofdlijnennota is het logisch vervolg op de
Contourennota en moet uiteindelijk resulteren in een nieuw
Omgevingsplan, dat in november 2006 moet worden vastgesteld.
Provincie Flevoland