Bijdrage Wouter Bos Debat VN- Millenniumtop
Dinsdag 27 juni '05
Gesproken woord geldt
"Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen." (the Scene)
In de komende 6 maanden zijn er drie cruciale momenten waarop politici kunnen laten zien wat ze waard zijn. De G8 begin juli in Gleneagles, de VN Milleniumtop in September en de WTO-bijeenkomst in HongKong. Op deze drie bijeenkomsten kan cruciale voortgang worden geboekt bij het bestrijden van armoede, honger, ziekte, milieuvervuiling en onveiligheid die miljarden mensen teisteren.
Het momentum was nooit eerder zo groot. Wereldleiders, van Tony Blair tot Tabo Mbeki hebben het tot hun prioriteit gemaakt. Na de tsunami in Azië bleken velen bereid hun beste beentje voor te zetten; die bereidheid moeten we benutten en uitbreiden in het besef dat Afrika jaarlijks door tientallen tsunami's van honger, dorst, onderdrukking en oorlog wordt getroffen. Niet alleen politici spannen zich daarvoor in; het gaat om een burgerbeweging van vele miljoenen, van Marco Borsato met War Child en Jan Jaap van der Wal met het Liliane Fonds tot en met Bono en Bob Geldof met hun niet aflatende strijd voor schuldenkwijtschelding.
Het momentum is er ook omdat we weten dat het kan. Armoede is niet onvermijdelijk. AIDS en malaria kunnen effectief bestreden worden. Kindersterfte kan teruggebracht worden. Het aantal kinderen dat naar school gaat kan omhoog gebracht worden.
Na het Sachs-rapport is het idealisme weer terug rond ontwikkelingssamenwerking, armoedebestrijding en internationale hulp. Laten we dat idealisme vast houden en het defaitisme voorgoed achter ons laten. We weten wat er moet gebeuren. We weten dat het kán. Nu moeten we het vooral ook doen.
"There comes a time, when we hear a certain call, when the world must come together as one." (USA for Africa)
En snel ook. Als we zo doorgaan worden de Millenniumdoelen pas over een eeuw bereikt in plaats van in 2015, zoals we beloofd hebben. En dat moeten we ons aantrekken. Niet eens omdat wij direct schuldig zijn aan het probleem, maar wél omdat wij de sleutel tot de oplossing in handen hebben. Zeven van de acht millenniumdoelen gaan vooral over wat ontwikkelingslanden zelf moeten doen maar die achtste gaat over ons; en we weten allemaal als we niet doen wat daar van ons gevraagd wordt, op het gebied van handel, op het gebied van schuldkwijtschelding, dan is het voor de ontwikkelingslanden op die andere zeven doelstellingen vechten tegen de bierkaai.
Als er iets duidelijk wordt uit alle rapporten, dan is het dat het halen van de millenniumdoelen afhankelijk is van de vraag of de rijke landen bereid zijn om een éxtra inspanning te leveren, om écht bij te dragen aan eerlijke verdeling van welvaart.
Deze Kamer voert vaak debatten over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking. En terecht wat mij betreft. We mogen niet tevreden zijn met het huidige rendement. Het gaat te vaak mis, geld blijft te vaak op de verkeerde plekken hangen, de behaalde successen zijn lang niet altijd duurzaam genoeg. Maar laten we bij het noodzakelijke debat over de verhoging van de effectiviteit niet alleen maar kijken naar de ontwikkelingssamenwerking zélf. Laten we ons ook realiseren dat of we nu 0.7% geven of 1% of hoeveel ook, als we ons handels- en landbouwbeleid houden zoals het is, de ontwikkelingssamenwerking nooit effectief zal zijn.
Wij hebben de neiging tot enige zelfgenoegzaamheid over onze bijdrage aan de ontwikkelingshulp - wij geven relatief veel geld - maar zolang wij nog een Minister van Landbouw hebben die geen euro wil inleveren op de allesverslindende Europese landbouwbudgetten, is daar geen enkele reden voor.
Minister Veerman weigert te tornen aan de afspraken uit 2002 en wil dus in 2013 nog steeds 40% van het Europese budget uitgeven aan landbouw. Ik vraag hier de premier om klip en klaar aan te geven dat hij zijn Minister van Landbouw zal trotseren en zich met Tony Blair zal inzetten om die budgetten te verlagen. Moties van die strekking zijn al aangenomen, ook hier geldt dus: nu is het tijd voor daden!
"Is there a time for keeping your distance,
A time to turn your eyes away
Is there a time for keeping your head down
For getting on with your day." (U2)
Wat voor de landbouwsubsidies geldt, geldt ook voor het handelsbeleid. Tariefmuren voor producten uit het Zuiden zijn slecht voor Europese consumenten en letterlijk dodelijk voor miljoenen in Afrika. En voor wie het vergeten was: de WTO ronde die nu bezig is, de Doha-ronde, zou een ontwikkelingsronde moeten zijn, waarin arme landen eindelijk tegemoet gekomen zouden worden in hun noodkreet tegen de Westerse tariefmuren. Peter Mandelson en Pascal Lamy spraken over 'a round for free'. Nu even niet onze handelsbelangen voorop maar de ontwikkelingsbelangen van de ontwikkelingslanden.
Maar wat zien we in Nederland? Brinkhorst heeft het helemaal niet over een 'gratis ronde', maar steeds over wederkerigheid en vindt dat ontwikkelingslanden ook concessies moeten doen. Is wederkerigheid een faire eis als de onderhandelingsposities zo ongelijkwaardig zijn? In het kader van de millenniumdoelen vinden wij dat je onverkort moet kiezen voor een echte ontwikkelingsronde. Is de Premier dat nu wel of niet met Mandelson, Lamy en met ons eens?
Voorzitter, de effectiviteit van onze hulp wordt belemmerd door slecht landbouw- en handelsbeleid maar dat is natuurlijk niet alles. Ook aan de hulp zelf mankeert het een en ander. De belangrijkste reden daarvoor is dat er nog niet genoeg samenwerking tussen de rijke landen is, waardoor arme landen stapelgek worden van de hoeveelheid donoren die hen lastigvallen. Dat kan echt niet meer. We kunnen niet langer accepteren dat het Ministerie van Onderwijs van Tanzania per kwartaal 2400 rapportages moet afleveren aan donoren, die allen hun eigen voorwaarden stellen aan de hulp die ze geven. De Minister van Onderwijs in dat land ontvangt per jaar zoveel hoogwaardigheidsbekleders uit donorlanden, dat hij ooit verzuchtte zich meer reisleider dan minister te voelen. Over donorharmonisatie ontbreekt het niet aan mooie voornemens; ook in de concept slotverklaring van Kofi Annan en de brief van het Kabinet, maar er gebeurt nog veel te weinig Er zijn nu concrete initiatieven nodig en Nederland kan daarin het voortouw nemen. Een voorbeeld voor Tanzania: als we het onderwijs nu eens aan de Britten laten en wij ons op gezondheidszorg of water concentreren, zijn dan niet alle partijen beter af?
Voorzitter, over enkele dagen zal in Gleneagles een G8-top plaatsvinden waar - zo hopen wij - een historisch besluit over schuldkwijtschelding zal worden genomen. Of dat inderdaad een historisch besluit is, zal grotendeels afhangen van de vraag waar het geld voor die kwijtschelding vandaan komt. Is het extra geld, of komt het gewoon uit de hulpbudgetten waardoor schuldkwijtschelding aan Zambia ten kostte gaat van Kenia? Nederland kan op dit punt het goede voorbeeld geven. De PvdA stelt voor om de G8 leiders nu al te laten weten dat Nederland haar bijdrage aan deze schuldkwijtscheldingsdeal niet ten laste zal brengen van de de officiële budgetten voor hulp. Juist omdat Nederland al voldoet aan de 0,7-afspraak, zal deze beslissing een extra krachtig signaal aan de overige landen betekenen. Dit is het jaar van éxtra daden, van éxtra financiën en niet het jaar van sigaren uit eigen doos.
Voorzitter, het gaat de komende maanden niet alleen over de millenniumdoelen maar ook over de toekomst van de Verenigde Naties. En dat heeft natuurlijk ook het een en ander met elkaar te maken. In potentie is de VN immers de enige organisatie waarbinnen wereldproblemen als terrorisme, falende staten, armoede en AIDS in onderling verband aangepakt kunnen worden. Die VN moet je dus koesteren en sterker maken, juist niet afschrijven.
Er spelen rond de VN de komende maanden een aantal belangrijke zaken. Bijvoorbeeld de hervorming van de Veiligheidsraad. Ik ga daar nu niet uitgebreid op in omdat we denken dat het kabinet daar in grote lijnen goed mee bezig is.
Maar er zijn twee andere zaken die ik er hier tenslotte wel uit wil lichten: het profiel van de Verenigde Naties op het gebied van mensenrechten en de manier waarop de Verenigde Naties en de Nederlandse regering post-Irak om willen gaan met the responsibility to protect.
Voorzitter, juist Nederland, trotse hoofdstad van het internationale recht, met een traditie van Hugo De Groot tot en met het Internationale Straf Hof, juist dat Nederland moet van mensenrechten een hoofdpunt maken bij onze inbreng op de Top. Concreet: om te laten zien dat er geen veiligheid bestaat zonder mensenrechten en geen mensenrechten zonder veiligheid, moet er een Mensenrechtenraad komen met een profiel en een rol die volledig vergelijkbaar is met die van de Veiligheidsraad. Een Raad die niet zoals nu de mensenrechtencommissie 6 weken per jaar vergadert, maar net als de Veiligheidsraad in beginsel het hele jaar alert is en waarin alle landen van de wereld onder de loep worden genomen. Nu is de mensenrechtencommissie te veel een ritueel circus waar dubbele standaarden worden gehanteerd en landen als Soedan en Libië beslissingen makkelijk kunnen blokkeren. In onze visie moeten de leden van de Mensenrechtenraad zelf duidelijk gecommitteerd zijn aan verbetering van de mensenrechten en kan het probleem van de dubbele standaarden opgelost worden door de Mensenrechtencommissie te laten rapporteren over de mensenrechtensituatie in alle landen, zonder uitzondering en met behulp van het belangrijke instrument van Speciale Rapporteurs.
Tenslotte de responsibility to protect en de vraag hoe internationaalrechtelijke mandaten voor militaire interventies tot stand komen. Koffi Annan kiest in zijn hervormingsvoorstellen ondubbelzinnig voor versterking van de rol van een hervormde Veiligheidsraad, niet voor het vinden van alternatieven voor het gezag van de Veiligheidsraad. Ook wij begrijpen dat er situaties kunnen zijn dat de Veiligheidsraad er niet uit komt maar het slechtste wat nu zou kunnen gebeuren is dat die uitzonderingen tot regel worden verheven. Want dan zou ieder land een kans zien om zelf te bepalen wanneer geweldgebruik geoorloofd is, is misbruik verzekerd en wordt ons collectieve veiligheidssysteem op de helling gezet. Een Veiligheidsraadresolutie blijft dus het geëigende middel voor het legitimeren van geweldsgebruik. Dat was zoals bekend al de lijn van de PvdA-fractie. Maar daarmee zijn we er niet . Er blijft het risico van passief en traag reageren in een gevaarlijke wereld met alle risico's van dien. Daarom zou Premier Balkenende bondgenoten moet zoeken bij diegenen die de " Responsibility to Protect" - de "Verantwoordelijkheid te beschermen" - ook daadwerkelijk zien als dwingende richtlijn wordt voor de Veiligheidsraad. Een dwingend toetsingskader dus dat een beschamende passiviteit van de veiligheidsraad zoals destijds in Rwanda voorkomt.
Voorzitter, ik weet niet of het realistisch is om te denken dat de rol van Nederland als gidsland bij de benadering van dit soort vraagstukken ooit nog terug zal komen. Toch is dit wel het moment om leiderschap, idealisme en daadkracht te tonen. Ook voor onze Minister president. Leiderschap ten opzichte van een minister van Landbouw die krampachtig vast lijkt te willen houden aan het verleden, leiderschap ten opzichte van een minister van Economische Zaken die een weinig constructieve houding ten opzichte van de DOHA ronde aanneemt en leiderschap ten opzichte van een minister van Ontwikkelingssamenwerking die moet durven kiezen voor gezamenlijk optrekken met andere donors in plaats van op elk beetje hulp onze eigen vlag te willen planten. Idealisme ook om Nederlanders te blijven inspireren hun steentje bij te dragen, ná de tsunami van afgelopen Kerst, ervan doordrongen dat we niet tegen onverslaanbare vijanden strijden maar concrete resultaten binnen handbereik liggen. En daadkracht tenslotte om het niet bij mooie woorden te laten. In mijn slechtste dromen zie ik een persconferentie na afloop van de G8-top waarbij Bono het woord neemt en begint te zingen:
"I still haven't found what I am looking for." (U2)
Hoe mooi ik die song ook vind, ik hoop van harte dat we dat moment kunnen voorkomen.
Partij van de Arbeid