Van alle werkenden wisselt een kwart tot een derde regelmatig van baan
`Arbeidsmobiliteit in goede banen. Oorzaken van baan- en functiewisselingen
en gevolgen voor de kenmerken van het werk.'
· Tussen 2000 en 2002 wisselde een derde van alle werkenden
binnen twee jaar minstens één maal van baan of functie.
· Driekwart van de wisselingen van baan of functie is
vrijwillig, een kwart is gedwongen.
· In 2001 behoorde Nederland tot de vijf Europese landen met
de hoogste arbeidsmobiliteit.
· Vrijwel alle werkenden zijn tevreden met de inhoud van hun
werk. Toch vindt ongeveer de helft van hen de werkdruk te hoog, de
beloning te laag en het werk geestelijk te zwaar.
· Hoogopgeleiden en jongeren veranderen het vaakst van werk.
· Een te hoge werkdruk, burn-out klachten, gebrek aan
waardering en voorts ontevredenheid over het inkomen, over de
aansluiting tussen werk en vaardigheden of over een te hoog aantal
gewerkte uren leiden vaak tot wisseling van baan of functie.
· Hoewel laagopgeleiden en ouderen vaak ontevreden zijn met
hun werk, zoeken ze weinig naar ander werk en veranderen ook minder
vaak van baan of functie.
· Vrijwillige wisseling van baan leidt tot een sterke toename
van de tevredenheid met het werk.
Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Arbeidsmobiliteit in
goede banen. Oorzaken van baan- en functiewisselingen en gevolgen voor
de kenmerken van werk die op dinsdag 28 juni jl. is verschenen.
In het rapport geven de onderzoekers dr. Maurice Gesthuizen en dr.
Jaco Dagevos op basis van gegevens van de Organisatie voor Strategisch
Arbeidsmarktonderzoek (OSA) een beeld van de omvang van en
ontwikkelingen in de arbeidsmobiliteit van 1986 tot en met 2002. Over
de periode na 2002 konden nog geen uitspraken worden gedaan. Aandacht
wordt onder meer besteed aan het aantal baan- en functiewisselaars,
het aantal vrijwillige en gedwongen wisselingen, en de richting van de
arbeidsmobiliteit. Verder is nagegaan in hoeverre arbeidsmobiliteit
samenhangt met persoonskenmerken, baankenmerken en het oordeel over
diverse facetten van het werk. Een belangrijke vraag daarbij is of
door vrijwillige arbeidsmobiliteit het oordeel van werkenden over hun
baan verbetert.
Omvang van en ontwikkelingen in de arbeidsmobiliteit, 1986-2002
Nederland kende in het begin van de 21^ste eeuw een dynamische
arbeidsmarkt: tussen 2000 en 2002 wisselde 33% van alle werkenden in
loondienst binnen twee jaar minstens één maal van baan of functie. In
60% van de gevallen ging het om een verandering van baan (extern
mobiel), bij 40% ging het om een verandering van functie (intern
mobiel). Driekwart van de wisselingen van baan of functie is
vrijwillig, een kwart is gedwongen.
In 2001 behoorde Nederland tot de vijf Europese landen met de hoogste
arbeidsmobiliteit. Tussen 1999 en 2001 wisselde in Groot-Brittannië
een kwart van alle werkenden in loondienst van werkgever (externe
mobiliteit). In Nederland was dat een vijfde.
In tijden van hoogconjunctuur ontstaan er meer kansen op de
arbeidsmarkt, waardoor het aandeel van de wisselingen toeneemt. Zo
wisselde begin 21^ste eeuw 33% van alle werkenden in loondienst van
baan of functie. In 1993, toen sprake was van een laagconjunctuur,
bedroeg het aantal wisselingen 25%.
Oordelen over het werk
Vrijwel alle werkenden (ruim 90%) zijn tevreden met de inhoud van hun
werk. Niettemin vindt ongeveer de helft de werkdruk te hoog, de
beloning te laag en het werk geestelijk te zwaar. Bijna 40% van de
werkenden is ontevreden over het te hoge aantal uren dat men werkt.
Een zelfde percentage vindt het werk fysiek te zwaar.
Wie verandert van baan en wie niet?
Hoogopgeleiden, jongeren en werknemers met een tijdelijk
arbeidscontract veranderen het vaakst van baan of functie. Ook de
beleving van het werk beïnvloedt deze verandering. Vooral een te hoge
werkdruk, burn-out klachten, een gebrek aan waardering, ontevredenheid
over het inkomen, ontevredenheid over de aansluiting tussen werk en
vaardigheden en ontevredenheid over de gewerkte uren leiden tot
positiewisseling.
Hoewel laagopgeleiden en ouderen vaak ontevreden zijn, zoeken ze
weinig naar ander werk en veranderen ook minder vaak van baan of
functie. Laagopgeleiden en ouderen vormen daarmee in belangrijke mate
de risicogroep die lange tijd vast blijft zitten in ongunstig
gewaardeerd werk. Het is aannemelijk dat hierdoor de arbeidsprestaties
nadelig worden beïnvloed.
Interne, externe, vrijwillige en gedwongen arbeidsmobiliteit
Jongeren veranderen vaker van werkgever dan ouderen, terwijl ouderen
juist vaker binnen het bedrijf veranderen van functie. Verder wordt de
interne mobiliteit ook bevorderd via door de werkgever betaalde
cursussen.
Tijdelijke werknemers, werknemers in zowel de kleinschalige productie,
de handel als de dienstverlening zijn veel meer aangewezen op de
externe markt. Zij kunnen hoofdzakelijk door wisseling van werkgever
hun positie veranderen, omdat de interne markt zeer beperkt is. Verder
maken tijdelijke werknemers, in de agrarische sector werkzame personen
en laagopgeleiden vaker dan gemiddeld een gedwongen verandering van
positie mee.
Verandert de ervaren kwaliteit van het werk na baan- of
functiewisseling?
Vrijwillige wisselingen van baan en functie hebben een sterke
positieve invloed op het beroepsleven van werknemers. Inkomen en
beroepsstatus nemen er door toe, de tevredenheid over het inkomen en
de inhoud van het werk eveneens. Externe vrijwillige arbeidsmobiliteit
leidt tot een vermindering van de ervaren fysieke en geestelijke
zwaarte. Ervaren werkdruk en burn-out klachten nemen af, ervaren
waardering en loopbaanperspectieven nemen toe. Vrijwillige
arbeidsmobiliteit leidt dus duidelijk tot een sterke toename van de
algemene tevredenheid over het werk.
SCP-publicatie 2005/12, Arbeidsmobiliteit in goede banen. Oorzaken
van baan- en functiewisselingen en gevolgen voor de kenmerken van het
werk. Maurice Gesthuizen, Jaco Dagevos, Den Haag, Sociaal en Cultureel
Planbureau, juni 2005, ISBN 90 377 0203 1, prijs EUR 15,90.
De publicatie is verkrijgbaar bij de boekhandel of te bestellen bij
het SCP via fax 070 - 340 7044,
e-mail: bestel@scp.nl of via de web-site: www.scp.nl
Sociaal en Cultureel Planbureau