Den Haag | |Directie Financieel Economische Zaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |
|Datum |28 juni 2005 |Behand|Henk van der Vegt | | | |eld | | |Kenmerk|FEZ/FM-165/2005 |Telefo|+31-(0)70-348 5800 | | | |on | | |Blad |1/3 |Fax |+31-(0)70-348 5549 | |Bijlage| |hl-vander.vegt@minbuza.nl | |(n) | | | |Betreft|Motie Douma C.S. prestatiegegevens | | | |in Begroting 2006 | |Graag willen wij u hierbij, mede namens de minister van Financiën, informeren over de wijze waarop het ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van de Begroting 2006 invulling wil geven aan de motie Douma c.s (TK 29 949, nr 11).
De motie Douma c.s. vraagt de regering beleidsdoelen te formuleren in termen van te realiseren maatschappelijke effecten ('outcome') en in daarvan afgeleide prestatiegegevens. Indien aan dit laatste niet voldaan kan worden is een separate toelichting vereist.
In het verleden hebben wij regelmatig aangegeven dat het met name op politieke beleidsterreinen vaak lastig is om in kwantitatieve termen een relatie te leggen tussen de Nederlandse inzet en het bereiken van internationale doelen en onderhandelingsresultaten. Immers, het behalen van de geformuleerde doelstellingen is niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet, maar bijvoorbeeld de uitkomst van onderhandelingen met andere landen of organisaties, dan wel de uitkomst van een gezamenlijk opgezet en gefinancierd programma.
Mede om die reden is door BZ vorig jaar in het kader van de herziening van de begrotingsindeling de keuze gemaakt om de operationele doelstellingen te formuleren in termen van de op Europees of mondiaal niveau te bereiken maatschappelijke effecten ('outcome'). Door middel van de beschreven 'na te streven resultaten' wordt een plausibele relatie gelegd tussen de Nederlandse inzet en de effecten van het beleid. Deze werkwijze wordt dit jaar, evenals vorig jaar, in de Leeswijzer van de Begroting toegelicht.
Mede als gevolg van de nieuwe begrotingsindeling is het mogelijk om in de Begroting 2006 voor een groot aantal operationele doelstellingen relevante effect indicatoren te benoemen, dan wel te verwijzen naar de na te streven resultaten uit de begroting die een indicatie zijn voor het behalen van de operationele doelstelling. Deze indicatoren en resultaten zijn, met name op het politieke terrein, in veel gevallen kwalitatief van aard, omdat de effectiviteit van het buitenlandbeleid vaak niet zinnig te meten is met behulp van kwantitatieve indicatoren.
Kort samengevat resulteert de door ons gehanteerde werkwijze in het hieronder beschreven algemene beeld, dat met enkele voorbeelden zal worden geïllustreerd.
Doelstellingen met effect indicatoren
Voor het merendeel van de in totaal 35 operationele doelstellingen die in de Begroting voor 2006 zijn opgenomen is het naar onze mening mogelijk om een zinvolle - deels kwantitatieve en deels kwalitatieve- effectindicator te formuleren. Dit geldt voor vrijwel alle doelstellingen op het terrein van ontwikkelingssamenwerking waarbij gebruik gemaakt kan worden van de indicatoren die door de internationale gemeenschap worden gebruikt in het kader van de Millennium Development Goals (MDG's). Een voorbeeld is de operationele doelstelling 5.4: 'Een halt aan de verspreiding van HIV/aids, malaria en andere levenbedreigende ziekten'. MDG 6 noemt een zevental indicatoren om effecten van beleid te meten, waaronder 'het percentage HIV-geïnfecteerden onder zwangere vrouwen tussen de 15 en 24 jaar en het percentage mensen dat een voorbehoedsmiddel gebruikt'. Voortgang hieromtrent kan worden gemonitored op basis van rapportages van de Verenigde Naties en de Wereldbank.
Ook voor een aantal doelstellingen op het politieke terrein is het mogelijk om effect indicatoren te formuleren. Bijvoorbeeld voor de operationele doelstelling 1.2 'Bescherming van de rechten van de mens'. Indicatoren hiervoor zijn trends op het terrein van mensenrechten zoals onder andere:
- de vertaling van internationale mensenrechtenverdragen naar nationale wetgeving
- de afname in doodstraf, marteling, straffeloosheid en geweld tegen vrouwen
- minder kinderen in gewapend conflict
Rapportage hieromtrent geschiedt door VN speciale rapporteurs, de EU (human rights fact sheets) en een groot aantal NGO's (Amnesty International, Human Rights Watch).
Doelstellingen waarvoor beoogde resultaten effect indiceren
In een aantal gevallen waar het niet goed mogelijk is om effect indicatoren te formuleren, kan echter wel aannemelijk worden gemaakt dat de door Nederland beoogde resultaten een indicator zijn voor het behalen van de operationele doelstelling. Dit geldt met name voor de operationele doelstellingen van beleidsartikel 3, 'Versterkte Europese samenwerking'. Ter illustratie moge het volgende voorbeeld dienen. Voor de operationele doelstelling 3.5'Een hechtere Europese waardengemeenschap' wordt bijvoorbeeld als na te streven resultaat genoemd dat de werkzaamheden van de Raad van Europa zich concentreren op democratie, mensenrechten en rechtsstaat issues. Nederland heeft invloed op het bepalen van die agenda. De Raad van Europa rapporteert middels verschillende monitoringsinstrumenten zeer regelmatig over de voortgang met betrekking tot de genoemde punten.
Doelstellingen waarvoor zinvolle effectmeting niet mogelijk is
Voor een beperkt aantal operationele doelstellingen - met name op het gebied van internationale rechtsorde en vrede en veiligheid - is het niet goed mogelijk om zinvolle indicatoren te noemen. Een voorbeeld hiervan is de operationele doelstelling 1.1'Een goed functionerende internationale rechtsorde'. Nederland zet zich op tal van manieren in om de internationale rechtsorde te bevorderen. Dit is onlosmakelijk verbonden met de realisatie van de andere doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Het is gezien de breedte van het onderwerp niet mogelijk om zinvolle effect indicatoren te formuleren voor het functioneren van de internationale rechtsorde als geheel. De onder de andere operationele doelstellingen genoemde indicatoren geven bij elkaar opgeteld echter wel een goed beeld van de mate waarin een goed functionerende internationale rechtsorde dichterbij kan worden gebracht.
Na de grote verbeterslag die gemaakt is met de herziening van de Begroting 2005, verwachten wij dat bovenstaande wijzigingen de Begroting 2006 van Buitenlandse Zaken nog transparanter en resultaatgerichter zullen maken dan de Begroting 2005 al was.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
---- --