Toespraak van de minister-president tot de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, naar aanleiding van de geboorte van de tweede dochter van
de Prins van Oranje en Prinses Máxima, Den Haag, 28 juni 2005
Meneer de voorzitter,
Vol trots toonde de Prins van Oranje afgelopen zondag zijn jongste dochter
aan de pers. Een zonnige zondagmiddag. Een kerngezond koningskind dat alle
aandacht rustig over zich heen liet komen. Het waren mooie beelden.
Vanmorgen heeft de jonge vader zijn kind aangegeven bij de burgerlijke
stand en gaf zichtbaar blij uitsluitsel over de laatste prangende vraag: de
nieuwe loot van de familie zal Prinses Alexia heten. Vernoemd naar haar
vader.
Vanaf deze plaats wil ik Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima nogmaals
van harte gelukwensen met de geboorte van hun tweede dochter. En natuurlijk
Prinses Amalia met haar zusje.
Zoals we hebben kunnen zien, waren de grootouders opgetogen door deze
gebeurtenis. Hare Majesteit de Koningin en de ouders van Prinses Máxima
verlieten na hun bezoek aan het prinsesje stralend het ziekenhuis. Ik wil
ook hen feliciteren met hun nieuwe kleindochter.
Heel Nederland deelt in de vreugde van het jonge gezin. Dat blijkt wel uit
de vele duizenden felicitaties die al zijn binnengekomen op de site van het
Koninklijk Huis. De band van het Nederlandse volk met het Huis van Oranje
wordt op een moment als dit nog eens onderstreept.
Door de bijzondere positie die het Huis van Oranje in ons bestel inneemt,
is deze gezinsuitbreiding ook staatsrechtelijk relevant. De jonge Prinses
Alexia komt - na haar vader en haar zusje Prinses Amalia - in aanmerking
voor de troon. Met haar geboorte is de basis van de erfopvolging verbreed.
Ik heb het al vaker heb gezegd, maar wil het vandaag nog eens benadrukken.
Ik hoop oprecht dat deze prinses en haar zusje de gelegenheid krijgen in
een beschermde omgeving onbezorgd op te groeien.
Gewoon gelukkig.
Wij wensen de Prins van Oranje, Prinses Máxima en hun twee dochters al het
goede toe.
Ministerie van Algemene Zaken