Contactpersoon
-
Datum
28 juni 2005
Ons kenmerk
DGTL/05.u003833
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
1 (apart verzonden)
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Onderzoek Departementale Audit Dienst naar dechargeverlening van het Rijk
aan Amsterdam Airport Schiphol eind 1999
Geachte voorzitter,
Bijgaand stuur ik u het verslag van de Departementale Auditdienst van
Verkeer en Waterstaat (DAD) naar de dechargeverlening van het Rijk aan de
luchthaven Amsterdam Airport Schiphol. Dit onderzoek is uitgevoerd conform
mijn toezegging aan de Tweede Kamer van oktober vorig jaar.
De DAD concludeert dat haar onderzoek niet heeft geleid tot een eenduidig
inzicht in de achtergronden van de dechargeverlening. Wel merkt de DAD op,
dat de aard van de overeenkomst met AAS en de context waarbinnen de
samenwerking tussen Staat en sector plaats vond, een belangrijke rol heeft
gespeeld bij de dechargeverlening.
De omstandigheden waaronder de decharge is verleend staan beschreven in het
DAD rapport:
Er was sprake van een samenwerkingsovereenkomst tussen het Rijk en AAS.
Schiphol voerde de geluidsisolatie uit namens de minister van VenW. Dit
betekende dat de minister nog steeds verantwoordelijk was.
De RLD heeft AAS nooit verantwoordelijk gesteld voor het gebrek aan
voortgang en is, impliciet, steeds akkoord gegaan met de uitleg van AAS
voor de vertraging.
Beleidsbeslissingen van de overheid hadden geleid tot extra vertraging van
het project. Claims van de kant van de luchtvaartsector waren niet
onmogelijk.
De politieke druk om de vijfde baan versneld in gebruik te nemen en dus het
isolatieprogramma eerder af te ronden was groot. Dit maakte een lange
juridische procedure om eventuele schade op AAS te verhalen ongewenst.
Tegen deze achtergrond kan ik de dechargeverlening verklaren.
Tegelijkertijd constateer ik dat het ministerie bij bovenstaande
ontwikkelingen nauw betrokken is geweest en hier ook mede
verantwoordelijkheid voor draagt.
In mijn reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer heb ik de
verbeteracties genoemd die sinds 2001 zijn doorgevoerd. Vanaf 2001 stelt
Rijkswaterstaat (RWS) jaarlijks een Project Raming Infrastructuur op voor
het project Geluidsisolatie Schiphol fase 2 (GIS 2), waarbij tevens een
inschatting gemaakt wordt van risico's en onzekerheden. Om de consequenties
van beleidsontwikkelingen, zowel in tijd als in geld, op een correcte wijze
mee te nemen heb ik besloten RWS integraal verantwoordelijk te maken voor
GIS 2. Als gevolg van de verbeterde ramingen en een heldere verdeling van
verantwoordelijkheden binnen het ministerie is de bedrijfsvoering van het
project GIS-2 sterk verbeterd. Dit moet een herhaling van de gebeurtenissen
van eind jaren '90 voorkomen.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen
Ministerie van Verkeer en Waterstaat