Contactpersoon
-
Datum
28 juni 2005
Ons kenmerk
DGP/MDV/U.05.01557
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040516210, 2040516220, 2040516230
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u in een brief, mede namens de minister van Binnenlandse
Zaken en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, de antwoorden op de
door de leden Dijksma, Gerkens, Algra en Van Hijum gestelde vragen over het
omgaan van conducteurs met geweld in het openbaar vervoer.
Antwoorden op de vragen van het lid Dijksma over het omgaan van conducteurs
met geweld in het openbaar vervoer
Kent u het onderzoek van FNV Bondgenoten naar het omgaan van conducteurs
met geweld in het openbaar vervoer ?
Ja, dit ken ik.
1. Onderschrijft u de conclusie dat 60% van de conducteurs niet weet hoe
zij moeten omgaan met geweld in de trein?
1. Uit het onderzoek kan deze conclusie niet worden getrokken. In de eerste
plaats heeft de steekproef hiervoor een te beperkte omvang gehad,
namelijk 171 respondenten. In de tweede plaats bestond de steekproef
naast treinpersoneel ook uit buspersoneel. In de derde plaats luidt de
conclusie uit het onderzoek dat 60% van de ondervraagden de instructies
over het geweld dat zij mogen toepassen in situaties die daarvoor in
aanmerking komen niet duidelijk genoeg vinden. Dit is van een andere
strekking dan de vraag of respondenten ook weten hoe ze moeten omgaan met
geweld.
In het kader van het arbeidsomstandighedenbeleid acht ik het een taak
van de vervoersbedrijven om het personeel in staat te stellen om hun
taken goed en op een zo veilig mogelijke manier uit te kunnen voeren. De
(circa 3800) hoofdconducteurs van NS zijn allen Buitengewoon
Opsporingsambtenaren (BOA) en hebben derhalve de bevoegdheid om conform
artikel 8, eerste lid, van de Politiewet 1993 bij de uitoefening van hun
taak gepast geweld te gebruiken. Ter toetsing van hun bekwaamheid om met
deze bevoegdheid om te gaan dienen zij een keer per kalenderjaar te
slagen voor een door mijn ambtgenoot van Justitie dit jaar vastgestelde
toets geweldsbeheersing.
Klopt het dat NS en ook Connexxion geen reglement voor hun personeel hebben
waarin duidelijk verwoord staat hoe te handelen in geweldsituaties? Zo
ja, wat is daarover uw mening?
1. Ja, dat klopt. Het ontbreken van een reglement betekent echter niet dat
NS en Connexion op dit punt niets ondernemen en naar mijn mening is dat
ook toereikend.
Zoals hierboven vermeld hebben alle BOA's bij NS de bevoegdheid om gepast
geweld te gebruiken om zichzelf te verdedigen en/of indien iemand is
aangehouden. Dit laatste als in afwachting van de overdracht aan de
politie belet moet worden dat de aangehouden persoon er vandoor gaat.
Momenteel geldt voor de BOA's bij NS dat zij vooral getraind worden op
het zonder gebruik van lichamelijk geweld en hulpmiddelen te werken aan
de-escalatie van bedreigende situaties. NS vindt dat geweld met grote
terughoudendheid moet worden toegepast. Volgens opgaaf van de NS blijkt
uit ervaringen van de afgelopen jaren ook dat hun BOA's hier goed mee
weten om te gaan. In de weinige gevallen dat conducteurs voor de rechter
moesten komen, werd geoordeeld dat het toegepaste geweld onvermijdelijk
en niet buiten proporties was.
Connexxion heeft gekozen voor een intensieve training en
praktijkbegeleiding (maandelijks vier uur) die primair is gericht op een
klantvriendelijke benadering van alle reizigers. Tijdens de training en
begeleiding wordt het personeel praktisch opgeleid hoe om te gaan met
geweldsituaties.
1. Wordt dit probleem onderkend en aangepakt via uw Aanvalsplan Sociale
veiligheid Openbaar Vervoer? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, wat gaat u
daaraan doen?
1. Een van de maatregelen in het Aanvalsplan Sociale Veiligheid is het
ontwikkelen in samenwerking met de branche van een specifieke opleiding
voor de BOA in het openbaar vervoer (BOA-OV). Doel van deze BOA-OV
opleiding is het optimaal voorbereiden van de BOA's op de uitoefening van
hun functie in het OV. Behalve een betere verbinding tussen opleiding en
praktijk van de BOA, komt de BOA-OV opleiding de kwaliteit van de arbeid
van BOA's ten goede.
Antwoorden op de vragen van het lid Gerkens over agressie tegen personeel
in het openbaar vervoer.
1. Wat is uw mening over de bevinding van FNV-Bondgenoten dat een derde van
de controleurs in het openbaar vervoer de afgelopen maanden in aanraking
is geweest met agressie ?
1. De steekproef in het onderzoek van FNV-Bondgenoten heeft een beperkte
omvang gehad (171 respondenten), op basis waarvan het naar mijn oordeel
niet mogelijk is om algemene uitspraken te doen over de mate waarin
controleurs in het OV in aanraking komen met agressie. Bovendien is het
een eenmalige meting geweest, terwijl juist de ontwikkeling van sociale
onveiligheid in de tijd cruciaal is om de ernst van de problematiek te
volgen. In dit verband verwijs ik naar de resultaten van de
Personeelsmonitor, zoals opgenomen in het Jaarverslag VenW over 2004.
1. Kunt u aangeven waarom veel Bijzonder opsporingsambtenaren (BOA's) geen
geweldsbevoegdheid hebben? Kunt u aangeven hoeveel mensen die hiervoor in
aanmerking komen hier ook daadwerkelijk over beschikken? Is het waar dat
de opleidingen voor deze aantekening tekort schieten? Bent u bereid te
bevorderen dat meer mensen deze bevoegdheid gaan halen? Zo neen, waarom
niet? Zo ja, wat voor maatregelen gaat u nemen?
1. Veel Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA's) hebben de bevoegdheid om
conform artikel 8, eerste lid, van de Politiewet 1993 bij de uitoefening
van hun taak gepast geweld te gebruiken. Ter toetsing van hun bekwaamheid
om met deze bevoegdheid om te gaan dienen zij een keer per kalenderjaar
te slagen voor een door mijn ambtgenoot van Justitie dit jaar
vastgestelde toets geweldsbeheersing. De werkgever van de BOA dient deze
ter voorbereiding op de toets, gelegenheid te bieden tot het volgen van
op deze toets toegesneden trainingen.
In het kader van het Aanvalsplan Sociale Veiligheid is in samenwerking
met de branche een specifieke opleiding voor de BOA in het openbaar
vervoer (BOA-OV) ontwikkeld. Doel van deze BOA-OV opleiding is het
optimaal voorbereiden van de BOA's op de uitoefening van hun functie in
het OV. Behalve een betere verbinding tussen opleiding en praktijk van de
BOA, komt de BOA-OV opleiding de kwaliteit van de arbeid van BOA's ten
goede.
1. Wat is uw mening over het nieuwe boetebeleid van de NS, waarbij alle
klanten een boete van 35 euro krijgen indien zij niet een geschikt
kaartje kunnen tonen? Bent u er van op de hoogte dat zowel
reizigersorganisatie Rover als vakbond FNV dit nieuwe beleid onwenselijk
vinden , omdat het niet klantvriendelijk is en mogelijk tot meer
agressie kan leiden? Vindt u dit nieuwe beleid klantvriendelijk? Wat voor
gevolgen heeft deze maatregel op de agressie richting conducteurs?
1. In mijn brief van 6 juni 2005 met kenmerk DGP/MDV/u.05.01312 heb ik
aangegeven dat NS voornemens is om per 1 oktober 2005 het boetebeleid te
wijzigen. Deze wijziging is in lijn met de motie van de leden Van Hijum
en Dijksma waarin de regering verzocht is om te komen tot een uniform
boetsysteem. De bedoeling van een meer uniform boetesysteem is nu juist
dat het gaat bijdragen aan verbetering van de sociale veiligheid van de
reiziger en het personeel in het openbaar vervoer.
Het nieuwe boetebeleid van de NS is eenduidig en simpel en is bedoeld
om zwartrijden te voorkomen. Welwillende klanten worden klantvriendelijk
behandeld. NS zal haar klanten ruimschoots in de gelegenheid stellen om
te wennen aan het beleid en de boete wordt altijd kwijtgescholden indien
NS schuldig is aan de situatie. NS gaat tevens een uitgebreide
voorlichtingscampagne voeren en zal de eerste keer coulant zijn om de
klanten te laten wennen. Het beleid heeft als doel calculerende reizigers
te ontmoedigen en niet om het welwillende klanten moeilijk te maken. De
conducteur wordt goed voorbereid om dit aan de reizigers uit te leggen.
Het personeel zal ook een actieve bijdrage leveren aan de invoering van
het nieuwe boetebeleid per 1 oktober, door nu al klantkaartjes uit te
delen en door in de trein voorlichting op maat te geven.
1. Wat is uw mening over het feit dat de noodzakelijke back-up van de
politie voor conducteurs nogal eens ontbreekt en dat vanwege het nieuwe
boetebeleid hier mogelijk een nog groter beroep op zal worden gedaan? Hoe
denkt u voor deze back-up van de politie te kunnen zorgen?
1. Het opvolgen van assistentieverzoeken van conducteurs door het KLPD
(dienst Spoorwegpolitie) maakt deel uit van het convenant dat tussen het
korps, BZK en Justitie is afgesloten. Afspraak is dat minimaal 90% van de
verzoeken dient te worden opgevolgd. Deze afspraak wordt gehaald en de
realisatie van de afspraak wordt nauwlettend gevolgd. Het ontbreken van
de back-up deel ik derhalve niet.
De samenwerking en rolverdeling tussen NS, ProRail, KLPD en OM is
vastgelegd in het Nationaal Veiligheidsarrangement Spoorvervoer. In dit
arrangement is afgesproken dat de politie assistentieverzoeken bij geweld
of dreiging met geweld van NS-medewerkers met toezichthoudende en
handhavende werkzaamheden als prioriteit 1 beschouwt. Meldingen met
prioriteit 1 hebben bij de politie de hoogste prioriteit. Dit verandert
niet met het nieuwe boetebeleid. Tevens worden voor de eerste weken na de
invoering speciale afspraken gemaakt over de inzet van de Unit
Probleemgerichte Inzet (UPI-teams) en overige opvolging. Verwachting is
dat hoogstens een tijdelijke piek zal zijn in de beginperiode. Overigens
verwachtte NS dit ook bij de introductie van het anti-rookbeleid maar die
piek is destijds niet opgetreden.Wat betreft de capaciteit van het KLPD,
wijs ik tenslotte op de uitbreiding van de capaciteit met 51 fte met
ingang van begin 2004, gerealiseerd als onderdeel van het Aanvalsplan
Sociale Veiligheid.
1. Bent u bereid maatregelen te nemen om te voorkomen dat dit rigide
boetebeleid daadwerkelijk ingevoerd zal worden?
5. Mede gelet op de onder 3 genoemde motie waarin de regering
verzocht is om te komen tot een meer uniform boetesysteem, is dit naar
mijn mening niet aan de orde.
1. Bent u ervan op de hoogte dat het nieuwe boetebeleid van de NS en de
toenemende agressie tot grote onrust onder het personeel bij het openbaar
vervoer leidt? Zo ja, bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te
beantwoorden om snel duidelijkheid te scheppen?
6. Het boetebeleid, dat NS per 1 oktober gaat invoeren, wordt bij veel
van de overige grote OV-bedrijven al sinds jaar en dag toegepast. NS
verwacht niet dat de invoering tot onrust zal leiden bij het personeel.
Antwoorden op de vragen van de leden Algra en Van Hijum over
geweldshantering in openbaar vervoer.
1. Deelt u de mening dat het van groot belang is voor de veiligheid in het
openbaar vervoer en van het personeel dat Bijzonder Opsporingsambtenaren
(BOA's) zijn toegerust om effectief in te grijpen wanneer er sprake is
van agressie of geweld?
1. Die mening deel ik. Vandaar dat ik in het Aanvalsplan Sociale
Veiligheid de actie heb opgenomen om samen met de branche een specifieke
opleiding te ontwikkelen voor de BOA in het openbaar vervoer (BOA-OV).
Doel van deze BOA-OV opleiding is het optimaal voorbereiden van de BOA's
in het OV op de uitoefening van hun functie. Behalve een betere
verbinding tussen opleiding en praktijk van de BOA, komt de BOA-OV
opleiding de kwaliteit van de arbeid van BOA's ten goede.
2. Krijgen BOA's in het openbaar vervoer voldoende ondersteuning en
instructie voor het doen van aanhoudingen in gewelddadige situaties in
het openbaar vervoer? Wat is hierin de rol van de werkgevers in het
openbaar vervoer?
1. Bovengenoemde opleiding verbetert de afstemming tussen theorie en
praktijk. Dit wordt onder meer bereikt door het aanleren van BOA- en OV-
wetgeving en procedures, het kunnen toepassen van de kennis en het
afwikkelen van toegepast geweld. De BOA-OV opleiding voldoet hiermee aan
de vereisten vanuit de praktijk van de BOA-OV. Een dergelijke opleiding
biedt optimale mogelijkheid om naast specifieke wetgeving voor de OV-
sector aandacht te besteden aan vaardigheden in het omgaan met reizigers,
waaronder lastige reizigers. Het is aan de werkgevers om er voor te
zorgen dat hun BOA's opgeleid zijn en voldoende getraind zijn.
1. Krijgen controleurs in openbaar vervoer training in het omgaan met
geweld?
1. In aanvulling op vraag 1 en 2 is het aan de werkgevers om er voor te
zorgen dat hun BOA's voldoende getraind zijn. Dit geldt ook voor het
omgaan met geweld. Het is mij bekend dat de werkgevers in het openbaar
vervoer voor dergelijke training zorgen. Overigens zijn de (circa 3800)
hoofdconducteurs van NS allen buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en
hebben zij in dit kader de bevoegdheid om conform artikel 8, eerste lid,
van de Politiewet 1993 bij de uitoefening van hun taak gepast geweld te
gebruiken. Ter toetsing van hun bekwaamheid om met deze bevoegdheid om te
gaan dienen zij een keer per kalenderjaar te slagen voor een door mijn
ambtgenoot van Justitie dit jaar vastgestelde toets geweldsbeheersing. De
werkgever van de BOA dient deze ter voorbereiding op deze toets,
gelegenheid te bieden tot het volgen van op deze toets toegesneden
trainingen.
Bij andere vervoerbedrijven worden cursussen en trainingen gegeven op
het vlak van omgaan met geweld. Bij Connexxion is bijvoorbeeld gekozen
voor een intensieve training en praktijkbegeleiding (maandelijks vier
uur) die primair is gericht op een klantvriendelijke benadering van alle
reizigers. Tijdens de training en begeleiding wordt het personeel
praktisch opgeleid hoe om te gaan met geweldsituaties.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
-----------------------
Nova, 7 juni jl.
Nova, 7 juni jl.
www.fnvbondgenoten.nl
Ministerie van Verkeer en Waterstaat