Provincie Zeeland


Gedeputeerde Staten presenteren concept-ontwerp Omgevingsplan

Op dinsdag 28 juni 2005 presenteert het college van Gedeputeerde Staten het concept-ontwerp Omgevingsplan 2006-2012. In dit plan worden het huidige streekplan, milieubeleidsplan en waterhuishoudingsplan geïntegreerd tot één plan, via een interactief traject. De toevoeging concept-ontwerp geeft aan dat het gaat om een tussenstap in de planvorming. Op basis van dit document een nadere uitwerking van de hoofdlijnen zoals deze in oktober 2004 zijn vastgesteld door Provinciale Staten - willen GS bij betrokken partijen aftasten of ze op het goede spoor zitten.

Het college van GS zet met dit integrale Omgevingsplan zijn visie neer op de ruimtelijke toekomst van Zeeland. Nieuw is dat het plan meer ruimte wil bieden voor ontwikkelingen door zich te richten op hoofdlijnen en dat meer dan voorheen samenwerking wordt gezocht met de regios. Het kwaliteitsdenken (ontwikkelingen met kwaliteit) is een ander belangrijk vernieuwend element, evenals het accent dat wordt gelegd op de uitvoering. Hoofddoelstelling van het plan is en daarmee sluit het Omgevingsplan aan bij andere strategische beleidsnotas van de Provincie - een duurzame ontwikkeling van Zeeland, te bereiken via de zogenoemde tweesporenbenadering. Dit houdt in dat de Provincie ontwikkelingen op economisch en sociaal-cultureel gebied wil stimuleren op zodanige wijze dat tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteiten van Zeeland worden versterkt.

Hoofdlijnen

Het bieden van ruimte voor ontwikkelingen komt onder meer tot uiting in de afschaffing van de ruimtelijke zonering voor het landelijk gebied, zoals gehanteerd in het huidige streekplan (wat mag waar). Deze zonering wordt vervangen door een kansenkaart (welke ontwikkelingen zijn kansrijk in een bepaald gebied), wat ondernemers binnen gestelde kaders - meer ruimte en flexibiliteit geeft om in te spelen op veranderingen. Gemeenten krijgen onder andere meer beleidsvrijheid in het plannen van de woningbouw, binnen de kaders van bundeling en inbreiding. De steden moeten de grootste aanwas opvangen (bundeling) en voor elke woning buiten bestaand bebouwd gebied, moet een woning binnen bestaand bebouwd gebied worden gerealiseerd (inbreiding).

Regionale agendas

De samenwerking met de regios (De Bevelanden, Schouwen-Duiveland, Tholen, Walcheren en Zeeuwsch-Vlaanderen) heeft met name gestalte gekregen via het gezamenlijk opstellen van regionale agendas, als onderdeel van het nieuwe Omgevingsplan. Daarin zijn afspraken gemaakt met de regios en regionale beleidsaccenten opgenomen om maatwerk mogelijk te maken. Iedere regio is verschillend en vraagt een eigen aanpak. Behalve in deze fase van planvorming, wil de Provincie ook na de vaststelling van het Omgevingsplan in overleg blijven met de Zeeuwse gemeenten, onder andere over de regionale woningbouwprogrammas, de regionale programmering voor de bedrijventerreinen en bij de totstandkoming van nieuwe bestemmingsplannen.

Kwaliteitsdenken

Op verschillende terreinen biedt het plan meer ruimte voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van recreatie, wonen en werken maar wel wil de Provincie dat ontwikkeld wordt met kwaliteit. Zeeland moet tegelijkertijd vitaler én mooier worden. Om die reden benoemt het plan de Zeeuwse kwaliteiten expliciet, waaronder stilte en duisternis, beeldkwaliteit en landschap en cultuurhistorie. Een kwaliteitsteam wordt in het leven geroepen dat mee wil denken met initiatiefnemers over het behoud en versterken van de omgevingskwaliteiten. Andere geïntroduceerde principes die alles met dit kwaliteitsdenken te maken hebben, zijn verevening en ontkoppeling. Wie gebruik wil maken van de Zeeuwse kwaliteiten om hier financieel profijt van te hebben, moet ook in deze omgeving willen investeren (verevening). Economische ontwikkeling is zeer gewenst, maar mag niet leiden tot een verdere toename van de milieubelasting (ontkoppeling). Met name dit laatste vraagt om creatieve oplossingen, waar de Provincie de komende tijd samen met betrokken partners verder over wil discussiëren.

Uitvoering

De Provincie wil niet alleen coördinerend, toetsend en stimulerend optreden, maar ook zelf actief bij de uitvoering van het Omgevingsplan betrokken zijn. Dit om ervoor te zorgen dat voorgestane ontwikkelingen daadwerkelijk van de grond komen, zeker daar waar de markt of andere private partijen kansen laten liggen. De Provincie benoemt in het concept-ontwerp zeven integrale speerpunten voor de uitvoering. Het gaat daarbij om actuele onderwerpen waar ontwikkeling en behoud van kwaliteit niet vanzelfsprekend met elkaar samen lijken te gaan. Verder worden met de waterschappen duidelijke afspraken gemaakt over de uitvoering van het provinciale waterbeleid en de groene inrichting van het landelijk gebied wordt voortvarend voortgezet. De Provincie wil doorgaan met het gebiedenbeleid en actief participeren in projecten als Perkpolder, de Gouwepolders en stedelijke
herstructureringsprojecten.

Planproces

De komende maanden gaat de Provincie met het concept-ontwerp de boer op om het plan verder te kunnen vervolmaken. Opnieuw wil zij de discussie aangaan met alle betrokken partijen - de Zeeuwse gemeenten, waterschappen en betrokken belangenorganisaties - en nadere adviezen inwinnen. Deze standpunten en adviezen neemt zij mee bij het opstellen van het definitieve ontwerpplan, dat eind oktober 2005 moet worden vastgesteld. Dit plan gaat vervolgens de formele inspraakprocedure in en wordt in juni 2006 ter vaststelling voorgelegd aan Provinciale Staten.

28 juni 2005, A. Slabbekoorn-Flohr, 0118-631857, 83/05