Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
8 juni 2005 SV/A&L/05/43621
nr. 2040515950
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Gerkens en De Wit 28 juni 2005
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Gerkens en De Wit (SP) over kleine
ondernemers die niet verzekerd zijn tegen ziekte.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Nr. 2040515950
1. Vraag
Wat is uw reactie op het artikel `Kleine ondernemer niet verzekerd tegen ziekte'1?
2. Vraag
Deelt u de conclusie dat het feit dat kleine ondernemers zich massaal niet verzekeren komt doordat
vorig jaar de wettelijke verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ophield te bestaan? Zo neen,
waarom niet?
1/2. Antwoord
Ik heb kennis genomen van het artikel. Hieronder ga ik nader in op het effect van de afschaffing
van de WAZ op de verzekeringsgraad.
Enerzijds is een opwaarts effect te verwachten. Daar waar tijdens de WAZ zonder aanvullende
verzekering bij intreding van arbeidsongeschiktheid de WAZ van toepassing was, is zonder WAZ
of particuliere verzekering in geval van arbeidsongeschiktheid terugval op een uitkering op grond
van de Wet werk en bijstand (WWB) als vangnet aan de orde. Door de vermogens- en
partnerinkomenstoets leidt dat mogelijk zelfs tot géén WWB-uitkering.
Anderzijds kan de afschaffing van de WAZ zelfstandigen ertoe aanzetten er vrijwillig en bewust
voor te kiezen geen verzekering af te sluiten. De afschaffing van de verplichte WAZ-verzekering
maakt het immers mogelijk de met de voormalige WAZ-premies gemoeide gelden niet te besteden
aan particuliere verzekeringspremies, maar op een andere wijze, bijvoorbeeld door deze in het
eigen bedrijf te stoppen.
Ten aanzien van een eventuele concentratie van niet verzekeren onder kleine zelfstandigen merk ik
het volgende op. De premielasten leiden mogelijk tot een relatief zwaardere financiële last bij kleine
dan bij grote zelfstandigen. Daarnaast is de behoefte aan verzekeren in principe beperkter
naarmate het inkomen lager is, omdat de inkomstenderving in geval van arbeidsongeschiktheid dan
ook geringer is. In het algemeen zullen kleinere zelfstandigen een lager inkomen hebben dan grotere
zelfstandigen. Als gevolg hiervan kan het zijn dat zelfstandigen, zolang zij nog tot de kleinere
ondernemingen behoren, minder behoefte hebben aan verzekeren.
De verzekeringsgraad van zelfstandigen voor op de WAZ aanvullende particuliere verzekeringen,
lag sinds de inwerkingtreding van de WAZ vrijwel constant op ongeveer 40%. Van het Verbond
van Verzekeraars is vernomen dat de verzekeringsgraad thans op ongeveer 45% ligt. Hieruit kan
worden afgeleid dat onder invloed van de afschaffing van de WAZ de verzekeringsgraad licht is
gestegen. Wellicht dat sommige zelfstandigen er niet voor hebben gekozen zich particulier te
verzekeren, maar meer zelfstandigen hebben die keuze juist wel gemaakt, zodat uiteindelijk thans
meer zelfstandigen particulier verzekerd zijn dan voor de afschaffing van de WAZ. Overigens is het
heel goed mogelijk dat de zelfstandigen die geen verzekering hebben gesloten, wel op een andere
wijze dan verzekeren een voorziening hebben getroffen of een bestaande voorziening hebben
uitgebreid voor inkomstenderving wegens arbeidsongeschiktheid, bijvoorbeeld in de vorm van een
reservering op de balans van de eigen onderneming.
1 Trouw, 4 juni jl.
3
3. Vraag
Deelt u de mening dat de aangeboden particuliere verzekeringen te duur en de uitkeringen vaak te
laag zijn? Zo neen, waarom niet?
3. Antwoord
Het WAZ-premiepercentage lag in 2003 op 8,8%, leidend tot premiebedragen tussen 267 (bij
een inkomen op minimumloonniveau) en 2.196 (bij een inkomen op het niveau van het maximum
premie-inkomen). Voor 2004 is de WAZ-premie, vooruitlopend op de afschaffing van de WAZ,
op 0% bepaald. De gemiddelde premie voor een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering
ligt thans op ongeveer 1.200.
In het onderzoeksrapport dat als bijlage met het toenmalige voorstel van Wet einde toegang
verzekering WAZ (29497) aan uw Kamer is verzonden, is vermeld dat voor een particuliere
dekking op het niveau van de WAZ (70% minimumloon), de premie in 2003 tussen 323 en
2.555 zou hebben bedragen. Op basis van deze gegevens is in genoemd rapport geconcludeerd
dat de premie voor de publieke en de particuliere verzekering elkaar niet veel ontlopen. De
regering is van mening dat ook thans bij gelijke dekking de gemiddelde particuliere premie en
indien deze nog van toepassing zou zijn de WAZ-premie elkaar niet veel zouden ontlopen.
Uiteraard is dit een macrobenadering.
Op microniveau kan, afhankelijk van de keuze van zelfstandigen, hun leeftijd en het gekozen
verzekerde bedrag, de premievergelijking anders uitvallen. Hierbij geldt de aantekening dat
zelfstandigen die ten tijde van de WAZ minder dan de franchise verdienden, er in geval van
particuliere verzekering altijd op achteruit gaan. Zij waren immers `gratis' verzekerd voor de
WAZ.
De hoogte van de uitkeringen is onder meer afhankelijk van het door zelfstandigen zelf te kiezen
verzekerde bedrag. Als zelfstandigen een laag verzekerd bedrag kiezen, zal ook het in geval van
arbeidsongeschiktheid uit te keren bedrag laag zijn. De hoogte van de daadwerkelijk uit te keren
bedragen, is daarnaast afhankelijk van de uitkomst van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling
(bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid). Ik ga er vanuit dat op dit punt ook de
marktwerking zijn werk doet. Te strakke keuringen door een verzekeraar zullen verzekerden doen
overstappen naar een andere verzekeraar. Er zal verzekeraars dus veel gelegen zijn aan een
correcte en transparante claimbeoordeling.
Voorts zijn er mogelijkheden om de premie voor particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
verder te drukken door meer mantelcontracten te sluiten. Zoals in het eerder genoemde
onderzoeksrapport is geconstateerd, lag de verhouding tussen collectieve en individuele
verzekeringsarrangementen in 2003 op 1:10.
4. Vraag
Vindt u het wenselijk dat naar schatting slechts 10% van de ondernemers een WAZ-vervangende
verzekering heeft? Zo ja, waarom? Zo neen, wat zou u kunnen doen om deze situatie te
veranderen? Gaat u dit ook doen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
5. Vraag
4
Bent u bereid te onderzoeken welke alternatieve vorm van verzekeren het probleem van het niet
verzekerd zijn van de zeer grote groep kleine ondernemers zou verhelpen? Zo neen, waarom niet?
Zo ja, wanneer wilt u dit gaan doen?
4/5. Antwoord
De regering heeft in de parlementaire stukken bij het toenmalige voorstel van Wet einde toegang
verzekering WAZ (29 497) de keuze tot afschaffing van de publieke verzekering gemotiveerd
toegelicht. Wat betreft de verzekeringsmogelijkheden ziet de regering voldoende kansen op de
particuliere markt. Specifiek voor zelfstandigen die moeilijk verzekerbaar zijn, is met het Verbond
van Verzekeraars de zogenaamde alternatieve verzekering overeengekomen, waarvan MKB-
Nederland heeft laten weten daarmee in te kunnen stemmen. Over de afschaffing van de WAZ en
de mogelijkheid van alternatieve verzekering is gedegen voorlichting gegeven.
Op grond hiervan ben ik van mening dat er geen reden is om alternatieve vormen van verzekeren te
onderzoeken, dan wel om andere maatregelen te overwegen om de verzekeringsgraad van
zelfstandige ondernemers te verhogen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid