---
Kamervragen en antwoorden
---
Antwoorden op de vragen naar aanleiding van de eerste suppletore begroting
2005 van het ministerie van Defensie
9-6-2005 15:17:00
Hierbij bied ik u aan de Nota naar aanleiding van het verslag van de
Vaste Commissie voor Defensie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
met betrekking tot de wijziging van de begroting van de uitgaven en de
ontvangsten van het ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2005
(wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
De minister van Defensie,
H.G.J. Kamp
Nota naar aanleiding van het verslag over de wijziging van de
begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van
defensie (x) voor het jaar 2005 (wijziging samenhangende met de
voorjaarsnota)
1. Kan de regering aangeven waarom enerzijds de verplichtingen stijgen
op het beleidsartikel 1 (Koninklijke marine) maar anderzijds de
uitgavenbudgetten meerjarig dalen?
De meerjarige stijging van het totale uitgavenbudget van de
Koninklijke marine is eveneens verwerkt in het verplichtingenniveau.
Het dan resterende verschil tussen de stijging van het uitgaven- en
het verplichtingenniveau is een gevolg van de doorwerking van
uitgavenmutaties voor 2005 die al in de periode september t/m december
2004 zijn verwerkt.
2. Voor een aantal projecten van de Koninklijke marine schuiven de
uitgaven door naar 2005 als gevolg van vertragingen in de uitvoering,
terwijl de uitgaven voor investeringen dalen. Op welke wijze zijn de
uitgaven waarvan de verplichtingen uit 2004 naar 2005 doorgeschoven
zijn, ingepast in het dalende uitgavenbudget?
In 2004 zijn uitgaven verricht die waren gepland voor 2005. Het gaat
hier om uitgaven voor de projecten CUP Orion, LPD2 en LCF. Daarmee
ontstond voldoende budgettaire ruimte om de uitgaven waarvan de
verplichtingen zijn doorgeschoven van 2004 naar 2005 te accommoderen.
3. Wat is de verklaring voor het verschil tussen de geplande uitgaven
in 2005 en het meerjarige beeld van de uitgaven op beleidsartikel 4
(Koninklijke marechaussee) voor de operationele taakvelden? Hoeveel
vten zullen voor de voortzetting van de 100%-drugscontroles in 2005 en
meerjarig jaarlijks ingezet worden?
Er is vanaf 2005 meer geld beschikbaar voor de Koninklijke
marechaussee. Dit is een gevolg van de doeluitkering uit de enveloppe
"Terrorismebestrijding" (Van Gogh-gelden). Deze bedraagt voor 2005
ongeveer 6,2 miljoen en voor 2006 en in latere jaren ongeveer 11
miljoen. Vanaf 2003 is initieel via interne herschikking voorzien in
de capaciteit die nodig was voor de 100%-drugscontroles. Dit
resulteerde in een operationele uitvoering met een capaciteit van 107
vten. Bij de Voorjaarsnota 2005 is in de structurele financiering van
deze capaciteit voorzien.
4. De opgenomen EVDB-mutatie bestaat volledig uit de doorwerking van
de eindejaarsmarge door vertragingen in 2004. Garandeert de regering
dat de naar 2005 doorgeschoven activiteiten in dit begrotingsjaar
zullen worden verricht? Wat is het gevolg van het doorschuiven van
activiteiten en middelen voor het realiseren van de doelstellingen in
2005? Kan de regering in de tweede suppletore begroting bij de
Najaarsnota 2004 expliciet aangeven welke activiteiten en bijbehorende
bestedingen op dat moment zijn c.q. zeker nog in 2005 zullen worden
gedaan?
Defensie financiert uit het EVDB-budget een meerjarig activiteiten-
programma. De doorwerking van 2004 naar 2005 is dan ook maar ten dele
terug te voeren tot het doorschuiven van activiteiten. Naar de huidige
inzichten kunnen de doorgeschoven activiteiten uit 2004 in 2005 worden
uitgevoerd. Garanties op dit punt kunnen echter niet worden gegeven.
Zo is de realisatie van de investeringsprojecten binnen het
EVDB-budget onder andere afhankelijk van de voortgang bij de industrie
en is de instroom van personeel voor de EVDB-taken afhankelijk van het
wervingsresultaat. In elk geval kunnen de EVDB-doelstellingen in 2005
met inbegrip van de doorgeschoven projecten uit 2004 met de
doorgeschoven middelen worden gerealiseerd. Defensie zal er op toezien
de projecten te realiseren. Bij de tweede suppletore begroting 2005
zal het beeld van de verwachte realisatie worden bijgesteld op basis
van de inzichten op dat moment.
5. Als er nu een taakstelling is opgenomen in artikel 80 (nominaal en
onvoorzien) ter hoogte van 12,7 miljoen, is het dan nog reëel dat de
prijsbijstelling wordt verdeeld over de beleidsartikelen? Is het niet
uitkeren van de prijsbijstelling een mogelijke invulling van de
taakstellingen?
Op het artikel nominaal en onvoorzien zijn geen taakstellingen
opgenomen. Het genoemde bedrag van 12,7 miljoen betreft het niet in
2004 gerealiseerde budget voor het Sociaal Beleidskader dat
doorschuift naar 2005. Prijsbijstelling is noodzakelijk om de uitgaven
voor investeringen en materiële exploitatie op het juiste prijspeil te
brengen en aldus de inflatie te compenseren. Prijsbijstelling kan
daarom niet worden aangewend ter invulling van een eventuele
taakstelling.
6. Waarom zijn de loon- en prijsbijstelling niet direct verdeeld over
de verschillende artikelen?
De verdeling van de loon- en prijsbijstelling over de verschillende
artikelen vraagt om een berekening en analyse van de per artikel
benodigde bedragen voor loonpeil- en inflatiecorrectie. Zo zal de
actuele personele sterkte, gebaseerd op de te bereiken "Nieuw
evenwicht" situatie, moeten worden bepaald en zal moeten worden bezien
welke investeringsprojecten en exploitatiereeksen met welk
inflatiepercentage moeten worden gecorrigeerd. Het uitvoeren van een
dergelijke berekening en analyse vergt enige tijd. De tijd tussen het
beschikbaar stellen van de loon- en prijsbijstelling door het
Ministerie van Financiën en de indiening van de eerste suppletore
begroting is te kort gebleken om deze exercitie te kunnen uitvoeren.
De verdeling over de verschillende artikelen zal in de tweede
suppletore begroting gepresenteerd worden.
Ministerie van Defensie