---
Kamervragen en antwoorden
---
Kamervragen van het lid van Bommel
27-6-2005 16:25:00
Hierbij bied ik U mede namens de Minister van Justitie de antwoorden
aan op vragen van het lid van Bommel van 3 juni jl. over
schietincidenten in Irak (nr. 2040515830).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
2040515830
Antwoorden van de Minister van Defensie, mede namens de Minister van
Justitie, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over schietincidenten
in Irak. (Ingezonden 3 juni 2005)
1. Herinnert u zich uw antwoord op eerdere schriftelijke vragen over
schietincidenten in Irak van 25 maart 2005? 1)
Ja.
2. Op welke gronden komt u tot de conclusie dat er "terecht en
proportioneel" geweld is gebruikt?
Zoals vermeld in de antwoorden die ik, mede namens de Minister van
Justitie, heb gegeven op kamervragen van het lid Van Bommel aan de
minister van Defensie over schietincidenten in Irak, nr. 2040511530,
ingezonden 25 maart 2005, heeft het openbaar ministerie op basis van
het Nederlandse dossier het handelen van de Nederlandse militairen als
terecht en proportioneel aangemerkt.
3. Is het waar dat er geen kruitsporen zijn gevonden in de auto?
Er zijn geen kruitsporen aangetroffen in het voertuig van het
slachtoffer.
4. Hoe kunt u het rijmen dat er geen wapens in de auto van de heren
Newaf en Addim zijn gevonden, terwijl door Nederlandse militairen
verklaard is dat zij vanuit de auto zouden zijn beschoten?
De Nederlandse SFIR patrouille is na het schietincident niet meteen
gestopt, maar doorgereden, omdat men voor een aanslag dan wel
hinderlaag vreesde. Pas na enige uren is de Nederlandse SFIR
patrouille met versterking naar het bewuste voertuig teruggekeerd. De
lokale politie was op dat moment al bezig met een eigen onderzoek bij
het beschoten voertuig, naar aanleiding van het schietincident. Het
was voor de Nederlandse SFIR patrouille op dat moment niet meer te
achterhalen of de lokale politie wapens in het bewuste voertuig had
aangetroffen. Het voertuig in kwestie is ter beschikking gesteld aan
NL SFIR ten behoeve van sporenonderzoek.
Door Nederlandse militairen is verklaard dat uit de richting van
bedoeld voertuig op de Nederlandse SFIR patrouille werd geschoten, dat
zij de kogels over zich heen hoorden gaan en dat zij kogels in hun
nabijheid hoorden inslaan. In deze omstandigheden en door de
duisternis werd er vanuit gegaan dat vanuit dit voertuig naar de
Nederlandse SFIR patrouille werd gevuurd. Dit voertuig hield zich al
enige minuten verdacht op, op enige honderden meters achter de
Nederlandse SFIR patrouille, nadat de bestuurder van deze auto
daarvoor de Nederlandse SFIR patrouille opvallend tegemoet was komen
rijden en bij het passeren van de patrouille claxonneerde en de
alarmlichten activeerde.
5. Waarom werd tijdens het incident van 19 augustus 2004 op de auto
van de heren Newaf en Addim door de Nederlandse militairen geschoten?
De omstandigheid dat de Nederlandse SFIR patrouille er vanuit ging dat
vanuit bedoeld voertuig op de patrouille werd gevuurd en het feit dat
dit voertuig weer met hoge snelheid en groot licht voerend de
patrouille van achteren naderde, leidden tot een levensbedreigende
situatie. Ter afwending van dit directe gevaar laat de
geweldsinstructie van de Nederlandse SFIR patrouille vuurwapengebruik
toe.
1) Aanhangsel-Handelingen, nr. 1686, vergaderjaar 2004-2005
Ministerie van Defensie