Dorp Itteren

Gesponsord door: Bours Holding B.V.

brief BOM aan Provinciale Staten
20-jun-2005, Jan van Eechoud

Vereniging
BOM (Bewoners Overleg Maasvallei)

Secretariaat:
Deltalaan 2
6124 AS Papenhoven

Aan het College van Gedeputeerde Staten
en de leden van Provinciale Staten
van de Provincie Limburg
Postbus 5700
6202 MA MAASTRICHT

Betreft: POL aanvulling Grensmaas/ Uitvoeringsovereenkomst

Bunde, 20 Juni 2005

Onder de frequente bezoekers van de bijeenkomsten van de Gebiedscommissie Grensmaas zijn personen die specifiek de belangen van bewoners behartigen, hetzij door middel van een lokale bewonersorganisatie of de Vereniging Bewonersoverleg Maasvallei (BOM), hetzij als individu. Deze bewoners en organisaties zijn op 14 Juni j.l. bijeen geweest voor voorlichting omtrent de Uitvoeringsovereenkomst (concept van 2 Juni 2005) en de daarvan onderdeel uitmakende schadevergoedingsregeling. Namens de overheid waren daarbij als voorlichters aanwezig Mevrouw Sharon Timmermans en de heer Willem Schreurs (RWS) en de heer Ger Hermans (Provincie Limburg).
Van deze bijeenkomst wordt geen verslag gemaakt.

De betrokken aanwezigen c.q. vertegenwoordigde organisaties (Dorpsraad Borgharen, Dorpsraad Itteren, Buurtvereniging Voulwames, Stichting Leefbaar Geulle aan de Maas, Dorpsraad Meers, Buurt Grevenbricht-Papenhoven, Leefbaar Nattenhoven, Belangencomité Schipperskerk) hebben mij aangewezen als rapporteur.

Bij de concept-uitvoeringsovereenkomst worden door de bewoners de volgende opmerkingen geplaatst.

Algemeen
Het wekt bevreemding dat een Uitvoeringsovereenkomst die is gebaseerd op een Programma van Eisen en een Uitvoeringsplan kan worden getekend terwijl deze documenten nog niet beschikbaar en door Provinciale Staten beoordeeld zijn.

Bewoners zijn ongerust over de dubbelrol van de Provincie (contractpartij vs publieke functie), met name ten aanzien van vergunningen en handhaving. Zo zijn er uit het Stevolgebied klachten te vernemen over metingen die van te voren worden aangekondigd, waardoor het overvalseffect wordt misgelopen.
Wij dringen erop aan dat er een systeem van checks and balances in het leven wordt geroepen, dan wel een werkelijk onafhankelijke instantie (type ombudsman) wordt ingesteld.
Wij achten dit ook voor de Provincie zelf van belang, omdat daarmee de schijn van belangenvermenging mogelijk kan worden vermeden.

Zwerfvuil
Contractpartijen dienen verplicht te worden tot opruimen van zwerfvuil in gebieden die aan hen in beheer zijn of worden overgedragen. De uit het politieke beraad al gehoorde slogan de vervuiler betaalt is inhoudsloos, want die ligt in een onbekend land op het kerkhof. Wij zouden ons kunnen voorstellen dat de verplichting tot opruimen wordt beperkt tot eenmaal per jaar, direct na het hoogwaterseizoen.

Art. 2.4 een wijziging van het Uitvoeringsplan kan grote gevolgen hebben voor de mate van hinder en schade voor omwonenden. Op welke wijze wordt voorzien in informatie van en inspraak door de bewoners?

Art. 3. 1.b. (in samenhang met Bijlage 6). Volgens de bewoners staat voor wat betreft dekgrondbergingen in relatie tot de Grondwaterrichtlijn het stoplicht op rood. De Overheid vindt dat doorrijden is toegestaan omdat de verkeersveiligheid daarmee naar haar oordeel is gediend ( eigen richting ). Dat getuigt niet van voorbeeldig gedrag. Ook niet indien, zoals de Overheid beweert, het stoplicht niet op rood maar op oranje staat.
Naar de mening van de bewoners staat de uitvoerbaarheid van het Grensmaasplan en het POL in ieder geval als gevolg van deze onzekerheid nog onvoldoende vast om tot vaststelling te kunnen overgaan.

Art. 15.3 Naar de letterlijke tekst bevat deze bepaling een eenzijdige regeling ten gunste van CG. Het ware aan te bevelen dat voor de woorden (3e regel) ongunstig beïnvloeden de woorden per saldo worden toegevoegd. Daarmee wordt voorkomen dat b.v. voordelen van hoger dan verwachte hoeveelheid en/of kwaliteit van grind per kubieke meter toutvenant buiten de vergelijking blijven.

Art. 18 (Arbitrage)
Een geschil uit hoofde van het bepaalde in art. 23 (schadevergoeding) dient van de werking van het arbitragebeding te worden uitgesloten (geen arbitrage over arbitrage).

Art. 23 Schadevergoeding
Ten eerste maken de bewoners zich zorgen over nulmetingen. Deze zouden worden beperkt tot objecten binnen een afstand van 250 meter van de meest nabije activiteit. Voorbeelden uit het Stevolgebied dragen niet bij tot de gerustheid dat verder dan 250 meter geen schade zal optreden.
De bewoners hebben er wel begrip voor dat niet voor alle objecten tussen Maastricht en Roosteren een nulmeting kan worden gedaan. Niettemin bestaat er grote behoefte aan uitbreiding van de zone in het algemeen en tot 1.000 meter voor gebieden met verhoogd risico.

Aan bewoners buiten de zone, die voor eigen rekening een nulmeting willen laten uitvoeren, zou een tegemoetkoming in de kosten moeten worden geboden.

De bewoners zouden graag zien dat het Meldpunt uniforme eisen aan een nulmeting stelt en dat het Meldpunt de nulmetingen die aan die eisen voldoen na ontvangstbevestiging archiveert voor het geval er later een schadeclaim zou worden ingediend. Daarmee zou dan de authenticiteit en de kwaliteit van die meting in de afhandeling van een schadeclaim niet meer ter discussie staan.

Daar waar dat voor latere schadevaststelling van belang kan zijn zouden al geruime tijd voor de aanvang van het werk ter plaatse continu metingen dienen plaats te vinden.

Een tweede zorg betreft schades die eerst (in volle omvang) zichtbaar worden na beëindiging van het project.
De schadevergoedingsregeling vermeldt daarover (art. 25.4) weliswaar dat de regeling ook na beëindiging van de overeenkomst in stand blijft, maar niet gedurende welke termijn. Wij zouden er de voorkeur aan geven dat het Meldpunt blijft bestaan en functioneren zo lang de wettelijke aansprakelijkheidstermijn niet is verstreken. De aard van de activiteiten (massaal grondverzet, veranderingen in bodemstructuur en grondwaterstanden en-stromingen) en de te verwachten schades brengt dat met zich mee.

Een derde punt van zorg is de definitie van Planschade in de Uitvoeringsovereenkomst in het bijzonder en de bewijslast ten aanzien van ten laste van de Overheid komende schade in het algemeen. Een door het Meldpunt als planschade geoormerkte schade (waaronder dus ook uitvoeringsschade die de exploitanten niet kan worden verweten) komt voor rekening van de overheid en valt vervolgens buiten de schadevergoedingsregeling. De competentie van het Meldpunt strekt zich uiteraard niet uit tot overheden (of andere derden) die geen partij zijn bij de Uitvoeringsovereenkomst.
Dit houdt voor de bewoners een tweedelig bezwaar in: a. nagenoeg alle schades vallen buiten de regeling; alleen schades die met inachtneming van het Programma van Eisen vermijdbaar en CG verwijtbaar zijn vallen eronder.
b. alle andere schades worden aangemerkt als Planschade. Onduidelijk is of hiermee wordt bedoeld Planschade ex art. 49 WRO. Wanneer dit het geval zou zijn dan sluit de schadeverzoeker die tekent voor arbitrage allerlei andere actie-mogelijkheden uit:
. onrechtmatige daad van CG (al of niet met omkeringsregel ex art. 150 Rv). Hierbij is van belang dat een derde CG kan aanspreken voor alle uitvoeringsschade, ook al is deze toerekenbaar aan de voorwaarden van het PvE.
. onrechtmatige overheidsdaad (bewust scheppen of vergroten van schaderisicos en hinder omwille van budgetneutraliteit); . nadeelcompensatie ex art. 3 Algemene Wet Bestuursrecht. Hoe de/welke overheid met de bewijslast zal omgaan c.q. welke mate van coulance daarin zal worden in acht genomen is onbekend.

Tijdens de vergadering van de vaste commissie voor VWM van 10 Juni j.l. heb ik als inspreker de vraag gesteld of de regeling als een vangnet, dan wel als een fuik moet worden beschouwd en concludeerde ik tot het laatste. De toelichting die ons op 14 Juni werd gegeven heeft mij niet op andere gedachten gebracht. Vanzelfsprekend hopen wij dat wij het bij het verkeerde eind hebben. Dit omdat de één-loket gedachte grote voordelen heeft voor wat betreft eenvoud, toegankelijkheid en snelheid van afhandeling.

Een vierde punt betreft de beperking van de bevoegdheid tot bindende schadevaststelling door het Meldpunt tot schades van 30.000 of minder en de ook voor die kleinere schades nog altijd zware bewijslast voor de schadeverzoeker.
Wij zijn van oordeel dat een schadevergoedingsregeling ten aanzien van bewijslastverdeling en competentie van het Meldpunt in het volgende zou moeten voorzien.
a. het Meldpunt doet in alle gevallen waarin geen minnelijke oplossing wordt gevonden, ongeacht het financiële belang, een bindende uitspraak omtrent schadevergoeding;
b. ten aanzien van individuele schades tot 30.000 kent het Meldpunt een schadevergoeding toe indien sprake is van een vermoeden dat de uitvoering van die schade oorzaak of mede-oorzaak is; c. ten aanzien van schades van 30.000 of meer (waaronder ook de schades als gevolg van een calamiteit) kent het Meldpunt een schadevergoeding toe indien aannemelijk is dat de uitvoering van die schade oorzaak of mede-oorzaak is.
Wij willen daarbij opmerken dat het aannemelijk maken van aansprakelijkheid naar wettelijke bepalingen en jurisprudentie omtrent de verdeling van bewijslast al een zware opgave is. Wanneer bedoeld wordt dat het Meldpunt er eigen opvattingen op na mag houden omtrent het begrip aannemelijkheid, dan blijkt dat in ieder geval niet uit de voorgestelde regeling.
(Wij twijfelen dan ook sterk aan de opvatting van GS (in antwoord op vragen van en commissielid) dat de Stevol-schades zouden zijn betaald indien de regeling van toepassing zou zijn geweest. Dit zou alleen een juiste bewering kunnen zijn indien het begrip aannemelijk door het Meldpunt mag worden uitgelegd naar de betekenis dat het heeft in het spraakgebruik).
d. indien het Meldpunt van oordeel is dat een door de schadeverzoeker ingediend en gemotiveerd verzoek tot het instellen van een onafhankelijke contra-expertise gerechtvaardigd is moet het de bevoegdheid hebben tot het geven van een opdracht daartoe en de kosten daarvan ten laste van het Fonds te brengen.
e. het Meldpunt moet de bevoegdheid hebben CG te veroordelen tot volledige vergoeding van de kosten van een door een schadeverzoeker voor eigen rekening ingeroepen contra-expertise in gevallen waarin zij tot een veroordeling van het Consortium komt.
f. het bedrag van 30.000 zou moeten worden geïndexeerd.

Namens bewoners en bewonersorganisaties,

Vereniging Bewonersoverleg Maasvallei (BOM)