Onvoldoende garanties in Rusland op lange termijn voor een
kwaliteitsvol onderwijs voor allen
Promotie Gracienne Lauwers
Rusland mag dan wel het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM) hebben ondertekend, het recht op een kwaliteitsvol onderwijs
voor allen kan op lange termijn niet met zekerheid worden
gegarandeerd. Ook al voldoet wetgeving in grote mate aan de Europese
normen en is de rechtspraak van het Russisch grondwettelijk hof in de
lijn met het EVRM, toch zijn er in de praktijk talrijke schendingen
van de rechten in het onderwijs en de toegang tot onderwijs.
Desondanks maken Russische burgers weinig gebruik van de mogelijkheid
om hun rechten af te dwingen voor Russische rechtbanken of bij het
Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
In 1998 ratificeerde Rusland het EVRM. Voortaan kon iedere Russische
burger het EVRM inroepen voor Russische rechtbanken, en verwierf hij
tevens voor het eerst in de geschiedenis een recht om schending van
mensenrechten aan te vechten bij het EHRM in Straatsburg.
In haar proefschrift vraagt Gracienne Lauwers zich af in welke mate de
Russische wetgever en de Russische rechter zich daadwerkelijk hebben
laten inspireren door het EVRM, en in welke mate Russische burgers
gebruik hebben gemaakt van hun nieuwe rechten. Lauwers richt zich
daarbij in het bijzonder op het recht op onderwijs en rechten in het
onderwijs.
Het EVRM stelt dat niemand het recht op onderwijs mag worden ontzegd.
Daarnaast moet de staat het recht van ouders eerbiedigen hun kinderen
op te voeden overeenkomstig hun godsdienstige en filosofische
overtuigingen. Lauwers deed voor het onderzoek voornamelijk beroep op
Russische bronnen.
De onderwijswetgeving in Rusland mag dan wel voldoen aan Europese
normen, de invulling ervan zorgt voor problemen. In de praktijk doen
zich problemen voor rond de toegang tot de verschillende
onderwijsniveaus, de vrije onderwijskeuze van de ouders, het onderwijs
van minderheden en van kinderen met een handicap, en de interne
mobiliteit van studenten.
Desondanks hebben Russische burgers of NGOs (niet-gouvernementele
organisaties) zelden een vordering ingesteld wegens schending van het
recht op onderwijs bij de Russische rechtbanken of bij het EHRM in
Straatsburg. Volgens de promovenda komt dat omdat rechters, burgers en
NGOs allemaal kampen met hetzelfde probleem: het verwerken van de
massa nieuwe regelgeving op alle domeinen van het recht, en het
herstel van het vertrouwen van de burger in de rechtstaat.
Lauwers noemt het Europees model waardevol maar erkent dat de
invulling van het EVRM voor problemen kan zorgen in landen in
transitie. Zij pleit voor meer onderzoek naar de oorzaken waarom
burgers en NGOs slechts uitzonderlijk gebruik maken van het nieuwe
juridisch kader voor de bescherming van één van de belangrijkste
fundamentele rechten, het recht op onderwijs. Ook Europese programmas
zouden hiervoor meer oog moeten hebben. Deze zijn vooral gericht op
het onderwijsbeleid en hebben veel minder oog voor de noden van de
individuele burger die het recht op onderwijs niet kan afdwingen in de
praktijk. Dergelijk onderzoek naar de onderwijsproblemen waarmee een
land in transitie te kampen heeft is ook van belang nu niet alleen de
meeste landen van het voormalige Oostblok maar ook een groot aantal
van de voormalige sovjet-republieken zijn toegetreden tot de Raad van
Europa en recentelijk tevens tot het Bologna-proces. Rekening houdende
met het feit dat deze republieken samen met Rusland deel uitmaken van
de onderwijsruimte van het Gemenebest voor Onafhankelijke Staten
(GOS), zou Rusland op zijn beurt een voorlopersrol kunnen spelen bij
de invulling van Europese normen in de andere voormalige sovjet
republieken.
Gracienne Lauwers (1966, Beigem, België) studeerde Rechten en
Oost-Europese talen en culturen aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Zij publiceerde over het recht op onderwijs, onderwijsrecht en
onderwijsbeleid. Momenteel is zij directeur van de European
Association for Education Law and Policy.
Noot voor de pers
Gracienne Lauwers promoveert op vrijdag 24 juni 2005 om 10.15 uur in
de aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op
het proefschrift The impact of the European Convention on Human Rights
on the right to education in Russia: 1992-2004. Promotor is prof.dr.
Jan De Groof.
Het proefschrift wordt uitgegeven door Wolf Legal Publishers (ISBN
90-585-0124-8).
Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de
afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466
2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl.
Gracienne Lauwers is bereikbaar op tel. +32 2 306 67 60, e-mail
gracienne.lauwers@telenet.be.
Persberichten van de UvT staan ook op Internet:
www.uvt.nl/persberichten/.
Informatie over deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/.
Universiteit van Tilburg