Contactpersoon
-
Datum
24 juni 2005
Ons kenmerk
DGTL 05.005215
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk(en)
2040514140
Onderwerp 05/19/VW
Beantwoording Kamervragen inzake project Wilhelminakanaal
Geachte voorzitter,
In antwoord op de nagekomen schriftelijke vragen van de leden Snijder-
Hazelhoff en Dezentjé Hamming inzake het Wilhelminakanaal, wil ik door
middel van deze brief de vragen vanuit de Kamer beantwoorden.
Is het juist dat het Rijk druk uitoefent om te kiezen voor verschuiving van
middelen van de verruiming van het Wilhelminakanaal naar de Noord-West
Tangent?
Nee. Zoals aangegeven tijdens het nota overleg van 20 december 2004 wordt
de regio's ruimte gegeven en wordt er gesproken met de regio's om te kijken
in hoeverre Verkeer en Waterstaat kan helpen met het vinden van
oplossingen. Begin juni heb ik bestuurlijk overleg gehad hierover met de
binnenvaartsector, de gemeente Tilburg en de provincie Noord-Brabant.
Hierbij kwamen een aantal knelpunten aan de orde, waarvan de belangrijkste
het Wilhelminakanaal in Tilburg, de ligplaatsenproblematiek en de Noordwest-
tangent in Tilburg waren.
In gezamenlijk overleg is besloten om te kiezen voor het nul-plus-
alternatief voor het wilhelminakanaal. Zie hiervoor mijn brief van 23 juni
2005, kenmerk DGTL 05.003534. Hierdoor valt er binnen het MIT middelen
vrij (E 39,6 miljoen). Gezien overige knelpunten in de regio zijn we
gezamenlijk tot het voorstel gekomen om
E 5 miljoen in te zetten ten behoeve van het realiseren van ligplaatsen en
auto-afzetplaatsen langs de hoofdvaarwegen (in overleg met de
binnenvaartsector). Daarnaast ben ik voornemens om een bedrag van E 34,6
miljoen in te zetten voor de Noordwest-tangent te Tilburg. Hierover heb ik
u geïnformeerd met mijn brief van
24 juni 2005. Het voorstel wordt gesteund door zowel de regio als de
binnenvaart.
Kan de Minister aangeven wat het verband tussen beide projecten is waardoor
zij in financiële zin met elkaar worden verbonden?
Tussen beide projecten is op zich geen verband. Er is in Tilburg is sprake
van twee grote projecten; het Wilhelminakanaal en de Noordwesttangent.
Reeds in 2000 zijn in de projectnota/MER mogelijke problemen en oplossingen
voor het Wilhelminakanaal in Tilburg onderzocht. Op basis van de informatie
uit 2000 is gebleken dat het nul-plus-alternatief de meest rendabele en
effectieve oplossing is voor het kanaal. Met de keuze voor dit alternatief
zou ten opzichte van het taakstellende budget in het MIT geld vrijvallen.
Het enige verband tussen beide projecten is, dat in gezamenlijk overleg is
besloten om te kiezen voor het nul-plus-alternatief voor het
Wilhelminakanaal. Zie hiervoor mijn brief van 23 juni 2005, kenmerk DGTL
05.003534. Hierdoor valt er binnen het MIT middelen vrij (E 39,6 miljoen).
Gezien overige knelpunten in de regio zijn we gezamenlijk tot het voorstel
gekomen om E 5 miljoen in te zetten ten behoeve van het realiseren van
ligplaatsen en auto-afzetplaatsen langs de hoofdvaarwegen (in overleg met
de binnenvaartsector). Daarnaast ben ik voornemens om een bedrag van
E 34,6 miljoen in te zetten voor de Noordwest-tangent te Tilburg. Hierover
heb ik u geïnformeerd met mijn brief van 24 juni 2005. Het voorstel wordt
gesteund door zowel de regio als de binnenvaart.
Is de Minister op de hoogte van het feit dat ten minste twaalf bedrijven in
Tilburg voor de aanvoer van grondstoffen mede afhankelijk zijn van het
Wilhelminakanaal en dat deze bedrijven hebben aangeboden 1,2 miljoen euro
bij te dragen in het project?
Ja, daarvan ben ik op de hoogte.
Is de Minister van oordeel dat indien het tekort van 6 mln euro op het
project door regionale partijen bijeen wordt gebracht, niets de uitvoering
van het project in de weg kan staan? Zo nee, waarom niet?
Allereerst is sprake van een groter financieel tekort dan 6 miljoen Euro.
De gemeente Tilburg is bij haar kostenberekening voor de Visievariant
uitgegaan van een kostenraming van 64,2 miljoen Euro voor aanpassingen aan
het kanaal. Deze raming is echter gebaseerd op een oud prijspeil uit 2002.
Aanpassing voor prijspeil 2004 veroorzaakt een stijging tot 69,4 miljoen
Euro. Met de maximale rijksbijdrage, de bijdrage (achteraf) van het
bedrijfsleven en de bijdrage van de gemeente Tilburg is in totaal circa
59,2 miljoen Euro beschikbaar voor verruiming van het kanaal. Het
resterende dekkingsverschil is daarmee 10,2 miljoen Euro.
In de beoordeling welk alternatief in uitvoering moet worden genomen speelt
(naast de beschikbaarheid van financiële middelen) een breed scala aan
aspecten mee: de effecten van de alternatieven het gebied van
rentabiliteit, economie, verkeer en vervoer, milieu, bodem en water en
sociale omgeving en geldende beleidskaders worden allen in ogenschouw
genomen. Het uiteindelijke besluit vindt plaats na afweging van alle
belangen, op basis van de informatie uit de projectnota/MER en aanvullend
uitgewerkte alternatieven, de ontvangen inspraakreacties en adviezen en de
maatschappelijke kosten-baten analyse.
Zijn de omstandigheden en toekomstvooruitzichten die op dit moment
aanleiding zijn om de verruiming van het Wilhelminakanaal te Tilburg
negatief te beoordelen verschillend met die welke ten tijde van het
verschijnen van de projectnota MER-Wilhelminakanaal Tilburg in 2000? Zo ja,
wat zijn dan die gewijzigde omstandigheden?
Nee. Ook ten tijde van het uitkomen van de projectnota/MER in 2000 bleek
dat alleen de nulplus-variant èn een positieve kosten-baten verhouding had
èn binnen het taakstellende MIT-budget paste. Het afwegingskader in 2000 en
2005 is niet anders. Verder verwijs ik u naar het antwoord bij vraag 4.
Speelt bij de beoordeling van het project Wilhelminakanaal het oordeel mee
dat een verruiming bijdraagt aan een betere benutting van het vaarwegennet
en een stimulering van de regionale distributiefunctie van kleinere
vaarwegen, zoals vermeld in de Nota Mobiliteit (blz. 88) en het concept
Beheerplan voor de Rijkswateren (blz. 49)? Zo nee, waarom niet?
Ja, deze beleidsrichtingen spelen naast de in vraag 4 genoemde aspecten in
de algehele afweging een rol.
Is de Minister bereid conform de motie Van der Staaij c.s. (29800 A, nr.
37), uitvoering van de verruiming in Tilburg nu met voortvarendheid ter
hand te nemen?
In de brief betreffende het projectbesluit Wilhelminakanaal geef ik aan hoe
ik ben gekomen tot een keuze voor een effectieve oplossing voor het
Wilhelminakanaal in Tilburg. Ik verwijs u daarvoor naar de desbetreffende
brief.
Is de Minister bereid eventuele tekorten op dit project mede te financieren
uit de aanbestedingsmeevallers bij de renovatie van de sluizen 4, 5 en 6?
Het project 'Zuid-Willemsvaart, sluizen 4, 5 en 6' bevindt zich nog in de
MIT-verkenningenfase. Over de renovatie van de sluizen 4, 5 en 6 wordt op
dit moment overleg gevoerd met de regio. Na een positieve afronding hiervan
kan het project in planstudie worden genomen. Aanbesteding van dit project
is vooralsnog op korte termijn niet aan de orde, waardoor op dit moment
geen uitspraken kunnen worden gedaan over eventuele
aanbestedingsmeevallers.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat