Federale regering Belgie
Inkomstenbelastingen
(2005-06-24)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën,
keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit tot
wijziging van het wetboek van inkomstenbelastingen goed.
Het eerste ontwerp legt de inwerkingtreding van volgende bepalingen
van de wet (*) vast, die de Europese richtlijn (**) in Belgisch recht
omzet. De richtlijn betreft de belastingheffing op inkomsten uit
spaargelden in de vorm van de inkomsten belastingen 1992 inzake de
roerende voorheffing. Het tweede ontwerp betreft de spaarder die een
vast adres in België heeft, maar zijn fiscale woonplaats in het
buitenland.
De artikelen 1 tot 11 en 14 van de wet (*) zijn van toepassing op de
beoogde betaalde of toegekende interesten, die zijn verlopen vanaf 1
juli 2005.
De inwerkingtreding is het resultaat van de beslissing die de raad van
de Ministers van economie en financiën van de Europese unie
(ECOFIN-raad) op 12 april 2005 nam.
De artikelen 12 en 13 van de wet hebben betrekking op het stelsel van
de automatische uitwisseling van inlichtingen, waartoe België in een
volgende fase van de uitvoering van de spaarrichtlijn zal overgaan.
Het tweede ontwerp wijzigt het koninklijk besluit (***) tot uitvoering
van de wet (****) tot omzetting in Belgische recht van de Europese
richtlijn (**) betreffende belastingheffing op inkomsten uit
spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het WIB
1992 inzake de roerende voorheffing en van het WIB (*****).
De uiteindelijke gerechtigde die een vast adres in België heeft, maar
als spaarder zijn fiscale woonplaats in het buitenland, moet zijn
adres in het buitenland aantonen aan de hand van bewijskrachtige
gegevens.
(*) van 17 mei 2004.
(**) 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Euopese Unie.
(***) van 26 maart 2005.
(****) art. 4, §1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei
2004.
(*****) artikel 338bis, §1, vierde lid, eerste streepje WIB 1992.