Nieuw-Vlaamse Alliantie
Slechts 4% van de nieuwkomers in Vlaanderen is arbeidsrijp, in de
Antwerpse regio slechts 1% (24/06/05)
Op 1 juni presenteerden wij een evaluatierapport over 1 jaar
inburgeringsbeleid in Vlaanderen (www.n-va.be/inburgeringsbeleid).
Hierin werd voor het eerst een duidelijk overzicht gegeven van de gang
van zaken op het terrein en over de geboekte resultaten. Een aantal
gegevens was ons echter op die moment nog niet bekend of berustte op
extrapolaties. Zo ook de schatting van het aantal nieuwkomers dat
meteen rijp is voor de arbeidsmarkt. Uit het antwoord op de
schriftelijke vraag hierover aan minister Frank Vandenbroucke blijkt
dit niet meer te zijn dan 4%.
Waarop slaat dit cijfer?
Jaarlijks vestigen zich ongeveer 25.000 nieuwkomers in Vlaanderen, de
helft daarvan komt uit een EU-land. Zij behoren in overgrote
meerderheid tot de doelgroep van het inburgeringsdecreet (en een klein
deel van hen valt onder de verplichting). Dit betekent dat zij worden
opgeroepen door één van de 8 Vlaamse onthaalbureaus (een klein derde
gaat in op deze oproep) waar bekeken wordt of zij een
inburgeringscontract willen/moeten tekenen en waaraan de betrokkene
specifiek behoefte heeft. In dat proces speelt de VDAB een cruciale
rol.
Eerst wordt bepaald wat de intenties van de nieuwkomer zijn. Het
onthaalbureau onderzoekt of de nieuwkomer een professioneel (gericht
op de arbeidsmarkt), educatief (gericht op studie) of sociaal (gericht
op gezin) perspectief heeft. De verhoudingen blijken daarbij
respectievelijk 77%, 8% en 15% te zijn. Met andere woorden, 77% van de
nieuwkomers die zich aanbieden voor een inburgeringstraject, is
gericht op het vinden van een job. Voor deze groep bepaalt de VDAB
vervolgens wie er meteen arbeidsrijp is. Zo ja, betekent dit dat de
nieuwkomer geen loopbaanoriëntatie moet volgen in het primaire
inburgeringstraject (als dit er al komt, want vaak zal de betrokkene
ook vrijgesteld worden van de andere cursussen daarvan, met name
Nederlands Tweede Taal en Maatschappelijke Oriëntatie). De nieuwkomer
kan dan meteen een vooropleiding gaan volgen tot een arbeidsopleiding
bij de VDAB. De nieuwkomers die als niet-arbeidsrijp bestempeld
worden, moeten in het primaire traject, naast de andere cursussen (NT2
en MO), een beperkte of uitgebreide loopbaanoriëntatie volgen.
Via het antwoord op onze schriftelijke vraag kennen we nu de
verhoudingen tussen arbeidsrijp - beperkte loopbaanoriëntatie -
uitgebreide loopbaanoriëntatie in de groep van 77% met professioneel
perspectief: 4% is arbeidsrijp - 17% heeft nood aan een beperkte
loopbaanoriëntatie - 79% moet een uitgebreide loopbaanoriëntatie
krijgen. Deze cijfers spreken boekdelen.
Regionaal bekeken zijn er opvallende verschillen in Vlaanderen. De
cijfers zijn regionaal op te delen via de 12 lokale klantencentra
(lkc) van de VDAB. (Zie voor deze gegevens op de begeleidende fax.)
Eén van de zeer opvallende gegevens is dat in de Antwerpse regio
slechts 1% van de nieuwkomers met professioneel perspectief meteen
rijp wordt geacht voor de arbeidsmarkt, 10% krijgt een beperkte
loopbaanoriëntatie aanbevolen en niet minder dan 89% een uitgebreide
loopbaanoriëntatie.
Als je die cijfers zet naast het gegeven dat niet minder dan 27% van
het jaarlijks aantal nieuwkomers in Vlaanderen zich vestigt in de stad
Antwerpen, dan is het overduidelijk dat Antwerpen niet alleen een
enorme aantrekkingskracht uitoefent op nieuwkomers maar bovendien
bijzonder veel nieuwkomers aantrekt die laag- of totaal ongeschoold
zijn. Dat dit een realiteit is, blijkt trouwens ook uit de
wachtlijstcijfers van 15 september 2004 voor een cursus Nederlands
voor niet- of anders gealfabetiseerden: er waren toen 926 wachters van
dit type in Vlaanderen waarvan niet minder dan 623 of 67% in de stad
Antwerpen!
De enige gepaste conclusie uit deze sprekende cijfers is dat de
uitbouw van het inburgeringsbeleid in Vlaanderen broodnodig is: de
overgrote meerderheid van de nieuwkomers heeft zonder opleiding geen
schijn van kans op het vinden van een job. Vandaag slagen we er
slechts in ongeveer 10% van de nieuwkomers een volledig
inburgeringstraject te laten voleindigen, maar we zien wel dat van
deze groep een goede helft binnen de 6 maanden een job heeft.
Inburgering werkt dus. Vlaanderen moet drastisch durven investeren in
inburgering om van het samenleven in diversiteit een succes te kunnen
maken.
Een tweede conclusie is dat er dringend serieuze middelen moeten komen
om de situatie in Antwerpen aan te pakken. De stad trekt niet alleen
de meeste nieuwkomers aan, ze zuigt bovendien gemiddeld ook veel meer
kansarmen aan.
Auteur:
Bart De Wever, Vlaams parlementslid
Luk Lemmens, gemeenteraadslid Antwerpen
Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Zaeger, directeur N-VA
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.dezaeger@n-va.be
Url: www.n-va.be/inburgeringsbeleid