Ministerie van Justitie
Vreemdelingenzaken en Integratie
Persbericht ministerraad
24 juni 2005
Kabinetsreactie 'Tegen de wil achtergebleven'
Het kabinet heeft veel van de aanbevelingen van de Adviescommissie (ACVZ)
over de positie van buitenlandse vrouwen die tegen hun wil en zonder
verblijfs- en identiteitsdocumenten worden achtergelaten in het land van
herkomst overgenomen. De bevindingen en de aanbevelingen van de ACVZ kunnen
een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen van achterlating, en aan
het bieden van ondersteuning aan vrouwen die tegen hun wil in het
herkomstland zijn achtergelaten.
Het kabinet is met de ACVZ van mening dat het uitvoeren van een
grootschalig onderzoek naar achterlating in het verleden geen toegevoegde
waarde zal hebben. De IND heeft inmiddels een registratie opgezet en bij de
Stichting Steun Remigranten in Marokko worden aantallen achtergelaten
vrouwen ook geregistreerd. Bij de Nederlandse ambassade in Marokko hebben
zich in 2004 in totaal 20 achtergelaten vrouwen tot de ambassade gewend
voor het indienen van een aanvraag om terugkeer.
Het kabinet deelt ook het standpunt van ACVZ dat het fenomeen van
achterlating o.a. moet worden aangepakt via voorlichting. Het kabinet zet
zich in voor voorlichting over achterlating en de preventie hiervan en
heeft de eerste stappen gezet om een gecoördineerde aanpak te ontwikkelen.
Verder onderschrijft het kabinet de aanbeveling van de ACVZ dat het
onwenselijk is achterlating als aparte categorie en als voldoende
voorwaarde voor intrekking van het verblijf in de regelgeving op te nemen.
Achterlating is weliswaar verwerpelijk, maar vormt geen strafbaar feit en
kan als zodanig geen veroordeling opleveren op grond waarvan
verblijfsrechtelijke sancties zouden kunnen worden toegepast. Gelet hierop
zou het disproportioneel zijn een verblijfsvergunning in te trekken wegens
achterlating.
Ten aanzien van de motie Hirsi Ali c.s. waarin de regering wordt verzocht
om de terugkeer van vrouwen, die aantoonbaar slachtoffer zijn van
achterlating en de zorg hebben voor een kind met de Nederlandse
nationaliteit, te bespoedigen en eenmaal in Nederland hen een zelfstandige
verblijfsvergunning voor onbepaalde duur te geven heeft het kabinet
geoordeeld dat het niet wenselijk is dat de enkele omstandigheid dat een
achtergelaten vrouw de moeder is van een Nederlands kind, zonder meer zou
betekenen dat aan de vreemdelinge een zelfstandige verblijfstitel moet
worden verleend. Het kabinet onderschrijft de overwegingen van deze motie
en wil de terugkeer van vrouwen die recht hebben op verblijf in Nederland
bespoedigen.
Inmiddels heeft het kabinet besloten de Vreemdelingencirculaire 2000 aan te
passen en zijn daarin verduidelijkingen aangebracht. Tevens is een bericht
aan de diplomatieke vertegenwoordigingen verzonden, waarin onder meer de
problematiek van achterlating onder de aandacht is gebracht. In een brief
aan gemeenten is men verzocht alert te zijn op uitschrijving uit de
Gemeentelijke Basisadministratie van een persoon door de echtgenoot.
RVD, 24.06.2005
Ministerie van Algemene Zaken