Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
24 juni 2005
Kabinet schept duidelijkheid over (belasting)regels voor vut en prepensioen
Bij de vaststelling van de fiscale ruimte die voor mensen beschikbaar is om
extra ouderdomspensioen in te kopen hoeft geen rekening gehouden te worden
met prepensioenaanspraken die tot 1 januari 2006 zijn opgebouwd. Dat geldt
ook voor de aanspraken die tot die datum zijn opgebouwd in de vorm van
lijfrentevoorzieningen en aanvullende individuele pensioenvoorzieningen. De
inkoopruimte voor het ouderdomspensioen wordt door deze aanspraken dus niet
beperkt.
Dit staat in een brief van minister De Geus van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid namens het kabinet aan de Stichting van de Arbeid. Minister
De Geus schrijft verder dat mensen straks meer geld uit hun spaarpot voor
het ouderdomspensioen kunnen halen om eerder te stoppen met werken. Op die
manier hebben ook de lagere inkomensgroepen meer mogelijkheden om als zij
dat willen, eerder te stoppen met werken.
Bovendien laat het kabinet weten dat per 1 januari 2006 de mogelijkheden
van de zogeheten seniorenregelingen worden verruimd, waardoor ouderen meer
mogelijkheden krijgen voorafgaande aan hun pensioen wat minder te gaan
werken. Zolang ten minste de helft van de voorafgaande arbeidstijd echt
wordt gewerkt, zal de belastingdienst geen extra vut-heffing rekenen. In
het oorspronkelijke plan mag via een seniorenregeling maximaal 10 procent
minder worden gewerkt. Het kabinet hoopt dat op deze manier ouderen juist
langer (gezond) aan het werk blijven.
RVD, 24.06.2005
Ministerie van Algemene Zaken