Bijdrage Ronald Sørensen in het verantwoordingsdebat over de jaarrekening
2004
2004 was voor dit college en dus voor de stad een goed jaar. De
effecten van de in 2002 door de Rotterdammers gevraagde koerswijziging
beginnen langzaamaan merkbaar te worden. En dan ook nog goed op de
gemeenteportemonnee letten en 105 miljoen euro overhouden, proficiat!
2004 is het jaar waarin de islamdebatten op de rails zijn gezet, de
EDBR is opgericht, er is een nieuwe Leefbaar Rotterdam wethouder
gekomen en de merkcampagne Rotterdam Durft is van start gegaan.
Maar 2004 was ook het jaar van de moslim-terroristische aanslag in
Madrid en van de verschrikkelijke moord op Theo van Gogh. En vooral
dat laatste heeft ervoor gezorgd dat de veenbrand in de Nederlandse
samenleving waar ik het al vaker over heb gehad verder heeft kunnen
woekeren. De mensen hebben het gehad met politici waar ze zich niet in
herkennen, met bestuurders die niet op basis van kwaliteiten, maar
door vriendjespolitiek en achterkamertjescultuur op hun positie
terecht zijn gekomen. De mensen hebben weinig vertrouwen in de
toekomst, ze zijn bang door de onzekerheden die een snel veranderende
wereld met zich brengt. De mensen hebben behoefte aan leiders met
uitstraling en gezag, aan duidelijke keuzes, aan leiders met lef die
recht door zee de problemen durven te benoemen, aan bestuurders die
niet bang zijn om hun handen vuil te maken, die de mouwen opstropen en
aan de slag gaan.
En gelukkig hebben we hier in Rotterdam een stelletje van dat soort
types rondlopen!
De veiligheid is toegenomen volgens de Veiligheidsindex en daar zijn
we natuurlijk niet ontevreden over. Maar mijn schoolmeestershart kan
het niet laten om dan toch op te merken dat we nog steeds maar op een
klein zesje staan en het geeft een leraar natuurlijk veel meer
voldoening om een dikke acht uit te kunnen delen.
En dat kan pas als iedereen in deze stad zich veilig voelt. In dat
verband is het belangrijk dat we het verband tussen slachtoffer- en
dadergroepen eindelijk eens een keer uit de taboesfeer halen. Uit
recent onderzoek blijkt dat autochtonen, Surinamers en Turken zich
twee keer ik herhaal: twee keer zo onveilig voelen als Antillianen en
Marokkanen. Laten dit nu net ook de dadergroepen zijn
Zoals bekend is voor Leefbaar Rotterdam niet begrip voor de daders het
aangrijppunt, maar de overlast die een grote groep Rotterdammers
ondervindt.
De grootste bronnen van onveiligheidsgevoelens zijn groepen
intimiderende hangjongeren en rotzooitrappers. Dit zijn relatief
kleine groepen, maar het effect op de gevoelens van onveiligheid is
enorm. Ik moet helaas constateren dat de gemeente, c.q het
politiekorps, er het afgelopen jaar niet in is geslaagd voor deze bron
van onveiligheid een effectieve aanpak te ontwikkelen. Leefbaar
Rotterdam vindt dat de politie die groepen dusdanig op de huid moet
zitten, dat ze er voortaan van afzien overlast te veroorzaken.
Afgelopen maandag las ik in het Rotterdams Dagblad dat 7,9% van de
reizigers die de RET in 2004 zwartrijders waren. Dat is een toename
van 0,7%. Het is maar een klein voorbeeld, maar het laat zien dat er
nog een lange weg te gaan is. We weten allemaal dat er een direct
verband is tussen zwartrijden en onveiligheid in het openbaar vervoer.
Trouwens, iets anders wat ik van de week in de krant las, is dat in
2004 het aantal hotelgasten met 14 % is gestegen. Zon feit is
natuurlijk niet in het jaarverslag terug te vinden, maar heeft er in
feite wel betrekking op. Het laat zien dat het weer de goede kant op
gaat met onze stad.
In 2004 hebben we eindelijk enige coherentie en visie zien verschijnen
in zorg- en opvangland. Inmiddels is iedereen het erover eens dat deze
mensen niet rondgepompt moeten worden, maar dat er structurele
oplossingen moeten komen die het probleem wegnemen, of in ieder geval
de overlast. Helaas ik blijf dat zeggen - vonden alle overige
raadsfracties dat de opvang per se in de stad moet plaatsvinden.
Hierdoor gaat er nu onnodig veel ambtelijke en bestuurlijke energie
zitten in het vinden van goede locaties
Centrale intake, long stay, afbouw Keileweg, het zijn allemaal lastige
dossiers, maar het zijn juist deze zaken waar we onze kop niet voor in
het zand mogen steken en onze sociale verantwoordelijkheid moeten
nemen. Ook hierin gaat het erom de problemen te durven benoemen en
duidelijke keuzes te maken.
In 2004 is een duidelijke start gemaakt met de organisatorische
kanteling van het concern. Het dienstenmodel gaat langzaam plaatsmaken
voor het concernmodel. Overhead, dubbelwerk en langs elkaar heen
werken zullen hierdoor op termijn verminderen. Het is duidelijk dat de
financiële opbrengsten hiervan niet direct merkbaar zullen zijn, maar
we zijn blij dat deze moloch in beweging is gezet.
Toch is dit natuurlijk nog maar het begin. Helaas is de
deelgemeentediscussie gestrand. Terwijl het juist zo goed is om het
aantal bestuurslagen te verminderen en te zorgen voor minder overhead
en meer duidelijkheid wie waarvoor verantwoordelijk is. We hebben de
provincie, de regio, de waterschappen en de deelgemeenten; allemaal
bestuurslagen die ook iets te zeggen willen hebben over onze stad,
maar uiteindelijk hebben alleen wij, de volksvertegenwoordigers in
deze raad, het laatste woord.
Ik blijf toch met de vraag zitten of er nog een andere reden is dan
het kunnen verdelen van baantjes, waardoor het college en dan doel ik
vooral op de wethouders Janssens en Bolsius het niet voor elkaar heeft
gekregen om draagvlak te organiseren voor het alleen maar bespreekbaar
maken van de effectiviteit van het deelgemeentebestel.
Het is voor mijn fractie een geruststellende zekerheid dat hoewel
helaas veel te laat de bestuurlijke veranderingen er hoe dan ook
zullen komen. Er komen uiteindelijk slechts twee bestuurslagen in dit
land, er komt een gekozen burgemeester, er komt een gekozen
minister-president en er komen door de bevolking direct gekozen
bestuurders van wijken. Alle ons omringende landen zijn eraan
begonnen, alleen Nederland nog niet. Het kortzichtige gedram van de
partijkaders van de oude politiek ten spijt; ze voeren
achterhoedegevechten. Het referendum over Europa, maar vooral ook de
Fortuyn-revolte tonen dit aan.
In 2004 is natuurlijk ook het rapport Van Middelkoop verschenen. Tja,
het is duidelijk dat daarmee tegen heel wat heilige huisjes is
aangeschopt en dat er weinig durf en wil is om in het subsidiedossier
doortastend te werk te gaan. Ook hier ontstaat bij mij de indruk dat
de gevestigde belangen en de vriendjespolitiek voor velen
doorslaggevend zijn om maar vooral niet kritisch naar de gemeentelijke
subsidies te willen kijken.
Maar eigenlijk is het heel simpel. Het is een kerntaak van
volksvertegenwoordigers om te controleren of gemeenschapsgeld
efficiënt en effectief wordt uitgegeven. Subsidies die niet efficiënt
of niet effectief zijn, moeten worden gestopt en behoren toe te komen
aan andere organisaties die de door onze gemeenteraad gestelde doelen
op een efficiëntere en effectievere manier kunnen bereiken.
Ook subsidies die een lage of geen politieke prioriteit hebben, kunnen
wat Leefbaar Rotterdam betreft worden afgebouwd. Het is niet meer dan
democratisch dat het college belastinggeld ombuigt richting haar eigen
prioriteiten, want het zijn precies die onderwerpen waar de burgers
van Rotterdam om hebben gevraagd: een veiliger, meer geïntegreerde en
een schonere stad.
Tot slot heb ik nog een paar vragen aan het college.
Net als vorig jaar zijn ook nu de zogenaamde
bedrijfsvoeringskengetallen van de diensten buitengewoon interessant.
(Voor de meelezers: pagina 229.)
- Allereerst een algemene vraag: waarom zijn de ict-kosten per dienst
dit jaar niet meer opgenomen?
- Dan een paar vragen over de loonkosten. Wat is de verklaring voor de
exorbitante stijging van de gemiddelde loonkosten bij Multibedrijven?
In 2003 was het 44.800 en een jaar later 110.512 euro. Hier is toch
sprake van een vergissing, mag ik hopen?
- Minder extreem, maar toch erg groot, is de stijging van 6.500 euro
van de gemiddelde loonkosten bij DSO, wat is hier de oorzaak van?
- Terwijl we allemaal weten dat er nogal wat schort aan het
functioneren van de DOO en dat er grote problemen zijn bij de
bedrijfsvoering, is ook daar sprake van een stijging van zon 2.000
euro ten opzichte van 2003. Hoe is dit mogelijk?
- Het algemene beeld laat zien dat er concernbreed een stijging van de
gemiddelde loonkosten is van 825 euro. Dat lijkt niet veel, maar over
het totaal van de kleine zeventienduizend formatieplaatsen bij de
gemeente betekent het wel extra loonkosten van 14 miljoen euro. En dat
is een enorm bedrag. In dit verband wil ik het college nadrukkelijk
vragen om nu pas op de plaats te maken en om niet alleen het aantal
formatieplaatsen te stabiliseren, maar om te komen tot vermindering
van het aantal ambtenaren.
Leefbaar Rotterdam