Nivel
NIVEL international
Ongelijke kansen voor chronisch zieken
24 juni 2005
Ruim 40% van de chronisch zieken geeft aan dat zij maatschappelijk
niet zo kunnen functioneren als zij zouden willen. Problemen op het
gebied van werk worden als het meest ernstig ervaren. Maar één op de
drie chronisch zieken in de leeftijd van 15-65 jaar heeft een betaalde
baan, terwijl dat in de algemene bevolking twee op drie is.
Dat blijkt uit NIVEL onderzoek onder circa 2000 mensen met een
chronische aandoening. Sinds 1 december 2003 geldt de Wet gelijke
behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Die
wet zegt dat mensen met een chronische ziekte of handicap gelijke
kansen moeten hebben op werk, beroepsonderwijs en openbaar vervoer.
Het NIVEL onderzoek laat nu zien dat er nog veel werk te verzetten
valt. Ondanks diverse maatregelen van de overheid om de
arbeidsdeelname van chronisch zieken te ondersteunen, is het
percentage dat betaald- of vrijwilligerswerk verricht sinds 2001 niet
gestegen.
Bijna 60% van de chronisch zieken ervaart problemen op het gebied van
werk en onderwijs. Zij worden belemmerd door lichamelijke beperkingen,
pijn, doordat ze niet goed kunnen lopen, of doordat ze snel moe
worden. Werkgevers kunnen daar bijvoorbeeld wat aan doen door het
aanpassen van de werkplek, en door ze andere taken en meer rustpauzes
te geven. Ook zouden ze meer deeltijdbanen kunnen creëren. Iemand die
een paar uur per dag wordt behandeld krijgt dan toch de kans om te
werken.
Meer dan de helft van de chronisch zieken geeft daarnaast aan dat ze
niet kunnen gaan en staan waar ze willen. Oudere chronisch zieken
hebben vooral moeite om zich te verplaatsen in en om het huis. Het
percentage dat daarvoor een hulpmiddel bezit blijft ver achter bij het
percentage dat beperkingen ervaart. Zo heeft maar ongeveer één op de
tien chronisch zieke 65-plussers een loophulpmiddel, terwijl 50 tot
80% moeite heeft met lopen. NIVEL onderzoeker Monique Heymans:
Huisartsen en specialisten zouden alerter moeten zijn op de behoefte
aan hulpmiddelen. Dat geldt overigens voor alle 65-plussers, aangezien
boven de 65 chronisch zieken en mensen uit de algemene bevolking
nauwelijks verschillen in de mate waarin zij beperkingen ervaren.
Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten
Het Patiëntenpanel Chronisch Zieken is een project dat in 1997 op
initiatief van de toenmalige Nationale Commissie Chronisch Zieken en
het NIVEL is opgezet en dat financieel wordt ondersteund door het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Inspectie
voor de Gezondheidszorg en het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (SZW). In 2004 is het PPCZ uitgebreid met
gehandicapten en is de naam veranderd in Nationaal Panel Chronisch
zieken en Gehandicapten (NPCG).
In het NPCG worden continu gegevens verzameld over de zorg- en
leefsituatie van mensen met een lichamelijke chronische aandoening of
handicap. Hiertoe worden vragen voorgelegd aan een panel van circa
4.000 chronisch zieken en gehandicapten. Door de wijze van
samenstelling van het panel worden landelijk representatieve gegevens
verkregen, die kunnen worden gebruikt voor de ontwikkeling, monitoring
en evaluatie van chronisch zieken- en gehandicaptenbeleid.
Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van het NIVEL project Nationaal
Panel Chronisch Zieken & Gehandicapten.