* 24-06-05:
Vragen Kamerlid Ormel over eikenprocessierups
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DN. 2005/1973
datum: 23-06-2005
onderwerp: Vragen Kamerlid Ormel over eikenprocessierups
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, toekomen de antwoorden op de gestelde vragen door het lid Ormel
(CDA) inzake de eikenprocessierups. In deze antwoorden wordt ook een
aanvulling gegeven op mijn antwoord (N/2004/2975) op zijn vragen aan de
ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit over de eikenprocessierups van 27 augustus jl. (KVR21460).
1
Kunt u een overzicht geven van de uitbreiding van de gebieden waar de
eikenprocessierups voorkomt sinds de schriftelijke vragen van 27 augustus
2004?
Ja.
Het Bureau Medische Milieukunde GGD'en Brabant/Zeeland heeft mij een
rapport gestuurd betreffende de eikenprocessierups, getiteld
'Eikenprocessierups: Permanente overlast?' (als bijlage toegevoegd). Het
rapport geeft inzicht omtrent de toename van deze plaag, zowel in omvang
als geografische verspreiding. Het gaat ook in op de diverse wijzen van
bestrijding door betrokkenen.
Uit dit rapport blijkt dat het verspreidingsgebied in 2004 zich sterk heeft
uitgebreid ten opzichte van de daaraan voorafgaande jaren. De verspreiding
van de eikenprocessierups in 2005 wordt geïnventariseerd. De meldingen
daarover worden in de komende weken verwacht. Zodra ik daarvan een compleet
beeld heb verkregen, zal ik u dat meedelen.
2
Hebt u al antwoord gekregen op uw vraag aan het kennisinstituut Alterra of
biologische bestrijding de overlast en de risico's voor de volksgezondheid,
die door de eikenprocessierups worden veroorzaakt, afdoende kan oplossen?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, wordt deze kennis ook overal toegepast?
Inmiddels is een breed opgezet onderzoekplan gereed, waarin onder andere
Alterra en de Plantenziektenkundige Dienst samenwerken. Ook worden onder
leiding van een interprovinciale adviesgroep activiteiten ontplooid om het
beheer verder te verbeteren. De uitvoering van het onderzoek loopt in 2005
en 2006. Naast de effectiviteit en de mogelijke nevenwerkingen van
biologische bestrijding zullen ook andere bestrijdingsmethoden worden
onderzocht. De ervaring die de afgelopen jaren is opgebouwd wordt daarbij
ingezet. Ik beschouw bovengenoemd onderzoek als een aanvulling op de
praktische aanpak van gemeenten en provincies.
3
Kunt u inmiddels inzicht geven in de kosten van de bestrijding van de
eikenprocessierups? Welke instanties dragen deze kosten?
De totale kosten van bestrijding en voorlichting, gemaakt door 130
instanties, bedroegen in 2004 ruim EUR 1,5 miljoen. Hiervan is het grootste
deel (EUR 1,4 miljoen) uitgegeven aan de bestrijding. Ik acht het reëel dat
de kosten van de bestrijding van de eikenprocessierups worden gedragen door
de beheerders. Zij dragen zorg voor onderhoud en beheer. In dit geval zijn
dit met name de gemeenten.
4
Wanneer kan de Kamer een definitief oordeel over de wenselijkheid van een
landelijk gecoördineerd bestrijdingsprogramma verwachten?
Uit het bovengenoemde onderzoek blijkt niet dat hier sprake zou zijn van
een ernstig en grootschalig gevaar voor de volksgezondheid, waarvoor
optreden door het Rijk vereist zou zijn. Uit het rapport van het Bureau
Medische Milieukunde van de GGD'en Brabant/Zeeland concludeer ik dat de
bestrijding effectief is opgepakt door de gemeenten, provincies en GGD'en,
en ik zie dus geen aanleiding om van dit model af te wijken.
Er is geen apart meldpunt voor milieuagentia die aanleiding (kunnen) geven
tot gezondheidsklachten. Op grond van de ervaring van regionaal
gecoördineerde aanpak zie ik geen meerwaarde in landelijke registratie
en/of melding. Bij navraag bij de Medische Milieukundige Diensten van de
provincies Limburg, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Overijssel bleek
daar eveneens geen behoefte te bestaan voor een dergelijke centraal
gecoördineerde registratie met betrekking tot de klachten die worden
veroorzaakt door de eikenprocessierups.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
http://www9.minlnv.nl/mlv_item_rap_page?p_item_id=106858
Eikenprocessierups: permanente overlast? - Evaluatie 2004
http://www9.minlnv.nl/mlv_item_kamer_page?p_item_id=94016
Vragen Kamerlid Ormel
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit