* 24-06-05:
Grote grazers Oostvaardersplassen
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DN. 2005/2011
datum: 23-06-2005
onderwerp: Grote grazers Oostvaardersplassen
Geachte Voorzitter,
In uw brief van 27 april jl. heeft u mij verzocht om, in samenwerking met
de Raad voor Dieraangelegenheden, een evaluatie op te stellen van de
situatie met betrekking tot edelherten, runderen en paarden in de
Oostvaardersplassen de afgelopen winter en deze eind mei aan de Kamer aan
te bieden. Naast de Raad voor Dieraangelegenheden heb ik ook de Raad voor
het Landelijk Gebied verzocht een advies te leveren over de wintersterfte
van 2004-2005 op basis van gegevens van Staatsbosbeheer. Op 14 juni heb ik
een gezamenlijk advies ontvangen van delegaties van de raden (zie bijlage).
Het definitieve oordeel van de raden ontvang ik eind juni. Het is de
verwachting dat de raden het advies van hun delegaties zullen overnemen.
Mocht dat onverhoopt niet zo zijn dan informeer ik u daar vanzelfsprekend over.
Hierbij doe ik u mijn evaluatie toekomen die ik op grond van de cijfers van
Staatsbosbeheer en het advies van de raden heb opgesteld. Voorts stel ik u
in deze brief op de hoogte van de wijze waarop ik ben omgegaan met de
toezeggingen die ik u tijdens het spoeddebat over edelherten op 10 maart
jl. heb gedaan.
Evaluatie van afgelopen winter
Uit de gegevens van Staatsbosbeheer (zie bijlage) en het advies van de
raden blijkt het volgende.
De ontwikkeling van de populatieomvang de afgelopen tien jaar laat zien dat
het aantal Heckrunderen stabiliseert, dat de groei van de populatie
Konikpaarden afneemt en dat de populatie Edelherten nog groeiende is.
Stabilisatie van de populatie kan erop duiden dat er een situatie is
ontstaan waarbij de populatieomvang in een natuurlijk evenwicht is met de
draagkracht van het gebied. Ook bij stabilisatie zullen nog steeds
jaarlijkse fluctuaties in de populatieomvang optreden. Dit komt doordat het
voedselaanbod en daarmee de draagkracht van het gebied jaarlijks
fluctueert. Op deze manier wordt in elk ecosysteem het aantal dieren onder
meer gereguleerd door de voedselbeschikbaarheid.
Naast het voedselaanbod zijn de opbouw van de populatie en de
weersomstandigheden van belangrijke invloed op de ontwikkeling van de
populatieopvang. Afgelopen winter is hier een voorbeeld van. In beginsel
betrof het een zachte winter. De kortdurende sneeuw- en vorstperiode laat
in het seizoen heeft er toe bijgedragen dat een hogere sterfte optrad. Deze
extreme weersomstandigheden zo laat in het seizoen kunnen worden beschouwd
als uitzonderlijk; ze komen niet jaarlijks voor. De winter van 1986 had
vergelijkbare procentuele sterftecijfers bij de runderen (32%).
Op grond van een analyse van de wintersterfte in 2004-2005 van grote
grazers in de Oostvaardersplassen komen de raden tot de volgende
gezamenlijke adviezen:
* ten principale te accepteren dat ecologisch beheer leidt tot perioden
van verminderd welzijn van grote grazers;
* het gevoerde beheer te optimaliseren door aanscherping van het
'predatormodel' en toevoeging van extra oppervlak aan het nu beschikbaar
gebied teneinde het lijden tot een minimum terug te brengen;
* de burger vertrouwd te maken met deze vorm van beheer.
Ik sluit mij aan bij deze adviezen, die het huidige natuurbeleid ondersteunen.
Gevolgen voor het beheer
Het advies om het welzijn van de dieren te verhogen door extra oppervlak
toe te voegen aan het gebied dat nu voor de grote grazers beschikbaar is,
toont opnieuw aan hoe belangrijk de realisatie van de Ecologische
Hoofdstructuur en Robuuste Verbindingen is. Op de lange termijn zal het
welzijn van de dieren in de Oostvaardersplassen worden verhoogd door de
Robuuste Verbinding die tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe wordt
gerealiseerd.
Ik zal Staatsbosbeheer verzoeken om verdere uitwerking te geven aan het
advies om het gevoerde beheer te optimaliseren door aanscherping van het
'predatormodel' en hierbij gebruik te maken van de aanbevelingen van de
raden. Daarnaast stelt Staatsbosbeheer een calamiteitenplan op dat in
september beschikbaar zal zijn.
Het advies om ten principale te accepteren dat ecologisch beheer leidt tot
perioden van verminderd welzijn van grote grazers sluit aan bij de
hoofdlijnen van het natuurbeleid in de Oostvaardersplassen. Tegenover korte
perioden van verminderd welzijn biedt het ecologisch beheer een verhoogd
welzijn voor de grote grazers gedurende de rest van het jaar en een
verrijking van het ecosysteem. Zo zijn uitgestorven soorten teruggekeerd in
de Oostvaardersplassen (zeearend, zilverreiger, monniksgier). Het gebied
vervult daarmee in internationaal opzicht ook een voorbeeldfunctie en heeft
daarvoor erkenning gekregen van de Raad van Europa met een Europees
diploma. Het draagvlak in de samenleving wil ik verder vergroten door
voorlichting over het gevoerde beheer.
De raden hebben onderling geen overeenstemming kunnen bereiken over het
onderwerp 'geboortebeperking'. De Raad voor Dierenaangelegenheden bepleit
onderzoek naar deze beheersmaatregel die kan bijdragen tot vermindering van
het aantal dieren. De Raad voor het Landelijk Gebied wijst deze
beheersmaatregel principieel af als strijdig met de uitgangspunten van zo
natuurlijk mogelijk beheer.
Geboortebeperking als beheersmaatregel gaat in tegen het principe van
natuurlijke selectie en werkt daardoor verstorend op de natuurlijke
ontwikkeling van de populatie. De maatregel sluit dus op geen enkele wijze
aan bij mijn beleid in de Oostvaardersplassen waarbij natuurlijke processen
zoveel mogelijk hun gang moeten kunnen gaan. Ik zal dan ook zeker niet
lichtvaardig tot deze maatregel overgaan.
Voortgang toezeggingen spoeddebat van 10 maart 2005
Tijdens de wintersituatie is de situatie van de edelherten nauwkeurig
gemonitord. De noodzaak tot bijvoederen is niet gebleken.
Het calamiteitenplan, waarin de criteria voor bijvoederen worden
geoperationaliseerd, is inmiddels in een vergevorderd stadium en voorgelegd
aan de Wetenschappelijke Adviescommissie Oostvaardersplassen. Nadat de
beoordeling van de Adviescommissie is verwerkt zal het calamiteitenplan
worden afgestemd met Natuurmonumenten vanwege het beheer op de Veluwezoom.
Het definitieve Calamiteitenplan zal in september beschikbaar zijn, ruim
voor het volgende winterseizoen.
Naast de evaluatie van de afgelopen wintersituatie voert Staatsbosbeheer
dit jaar een beheersevaluatie over de afgelopen 10 jaar uit, op basis
waarvan zij in 2006 een meerjarig beheerplan zal opstellen. Ook de
evaluatie van afgelopen winter en de adviezen van de Raden zullen mede
richting geven aan dit meerjarig beheerplan.
De Leidraad Grote grazers zal worden getoetst aan de hand van de meest
recente wetenschappelijke inzichten die in binnen- en buitenland bestaan.
Ik heb de sectie natuurbeheer van de Wageningen Universiteit gevraagd dit
te coördineren.
De provincies Flevoland en Gelderland zijn verantwoordelijk voor de aanleg
van de Robuuste Verbinding tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe. De
versnelde aanleg is besproken in de stuurgroep van het project Middengebied
Flevoland. Het project beoogt integrale ontwikkeling van het middengebied
van zuidelijk Flevoland, waar naast natuur ook andere functies als
waterberging, recreatie, wonen en werken een plek moeten krijgen. De
stuurgroep heeft met enthousiasme gereageerd op de mogelijkheden van een
versnelde aanleg.
Inmiddels is het projectplan aangepast en wordt gestreefd naar een akkoord
op hoofdlijnen met de betreffende gemeenten en het waterschap eind 2005.
Hiermee komt de mogelijke versnelling en realisatie van de Robuuste
Verbinding in 2015 dichterbij.
Mijn ministerie financiert onderzoek dat de mogelijkheden verkent voor de
aanleg van de Robuuste Verbinding.
Tevens bestudeer ik op dit moment de mogelijkheden om de benodigde
financiering voor aankoop van gronden versneld beschikbaar te stellen.
Verder onderzoeken de provincies Flevoland en Gelderland op mijn initiatief
momenteel de knelpunten en oplossingen voor de aansluiting van de Robuuste
Verbinding van Flevoland naar de Veluwe.
Staatsbosbeheer zet - al voorafgaande aan realisatie van de verbindingszone
- in op uitbreiding van het leefgebied van de grote grazers met
aangrenzende bosgebieden. Dit zal met name gunstig zijn voor de edelherten.
Voor de overige grote grazers ligt de oplossing vooral bij het huidige
'predatormodel' met mogelijkheden voor optimalisatie en het
calamiteitenplan. Ik heb Staatsbosbeheer verzocht conform het bovenstaande
te handelen.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
http://www9.minlnv.nl/mlv_item_rap_page?p_item_id=106831
Advies van RDA en RLG over de wintersterfte Oostvaardersplassen
http://www9.minlnv.nl/mlv_item_page?p_item_id=106829
Gegevens van Staatsbosbeheer - Evaluatie grote grazers in de Oostvaardersplassen
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit